Op de helft

16 maart 2016 6 Door Bonnie
Niet alleen de week doorgezaagd, maar ook het periode van bestraling en chemo: Jippieie!
So far so good, ik mag niet klagen als ik zie hoe alles tot nu toe verloopt. Na de koorts van afgelopen vrijdag ben ik eigenlijk alleen maar steeds een stukje meer opgeknapt. Vrijdag heb ik de hele dag niet veel meer kunnen doen dan slapen doordat ik me koortsig voelde en ontzettend moe. Eraan toegeven was de enige manier om er doorheen te komen. Zaterdag ging het al iets beter en zondag zelfs veel beter. Gelukkig is de koorts snel weer gezakt en hoefde er geen verdere actie ondernomen te worden. Pak van mijn hart.
In het weekend werden ook de bloedingen minder, dat was fijn maar het probleem ‘gaan zitten’ en ‘gaan staan’ leek erger te worden. Erg pijnlijk. En dan pas kom je er achter hoe vaak je die handelingen eigenlijk ongemerkt doet. Ik kan nog steeds geen lange afstand lopen, heel verraderlijk want het voelt alsof ik dat wel kan maar als ik dan honderd meter gelopen heb dan houdt het op. De tumor gaat heel vervelend doen, wil er direct alles uitgooien en het lijkt wel of mijn benen mij acuut niet meer willen dragen. Zo gingen Don en ik samen wat boodschapjes doen, maar halverwege de supermarkt haakte ik om die reden af en haastte mij naar het bankje bij de ingang om te wachten tot Don klaar was met de rest van het shoppen. Best jammer, want de wil is er wel maar mijn lijf laat het afweten. Ik baalde er enorm van, maar….zie daar:  mijn dag en humeur werden op slag weer meer dan goed. Toen ik op het bankje wilde gaan zitten was een klein jongetje net bezig om daar zijn hele moestuin-doosjes uit te stallen. Hij maakte onmiddellijk ruimte vrij. “Spaart u ook moestuintjes?” vroeg hij intussen. Nee, antwoordde ik, nog niet. “Oh, maar gaat u dat wel doen dan?” Dat weet ik nog niet, ik heb er nog geen een. Misschien zo meteen wel. Het jongetje begon direct in zijn verzameling te wroeten “Hier. Tijm. Heb ik dubbel. Mag u hebben” Ik moest lachen. Hij ging verder. “kijk… deze….en deze…” al mompelend en zoekend overhandigde hij mij nog eens 5 doosjes. Nee joh, zei ik. Die moet je ruilen met iemand anders. Het jongetje keek mij ernstig aan “U heeft nog helemaal niets. Dus u krijgt deze gewoon van mij. Nu heeft u een beginnetje” Ik smolt weg op het bankje en vreemd genoeg leek mijn pijn ook mee te smelten. “Ooooh…” riep hij ineens verrast uit. “Kijk eens wat ik nog vind: Wortel. Die zijn heel lekker. Moet u ook proberen!” Nou, dank je wel hoor! glimlachte ik terwijl ik overeind werd geholpen door Don die inmiddels klaar was. Twee doosjes had hij. Kijk even snel of je deze al hebt, zei ik tegen het jongetje. Helaas…. allebei Tijm. “Nou weet je wat, dan neem ik er eentje en u ook. Dan kunnen we die allebei met iemand anders ruilen” Strak plan. Ik bedankte het jongetje nog maar eens hartelijk en voelde me rijk met mijn aanwinst kruidjes-to-be, maar waarvan ik toen al wist dat het kroepoek ging worden.

Zo werkt het dus, ik volg de weg die ik moet gaan, zie wel wat en wie mijn pad kruist en laat mij verrassen door onverwachte ontmoetingen. Dat geldt ook voor de tweede helft die ik nu instap: blanco. Ik ga me niet druk maken om wat er eventueel zou kunnen gaan gebeuren. “Vanaf de derde week kunt u last gaan krijgen van de bijwerkingen”, Kan, maar hoeft niet -ik pin mij er niet op vast. Laat maar komen!