Keek op de week

9 april 2016 2 Door Bonnie
“Vroeger”, dat is ergens eind jaren tachtig (en klinkt voor mij als “gisteren”), was er wekelijks een TV programma gepresenteerd door Kees van Kooten en Wim de Bie, die op een satirische manier terugblikten op de actualiteiten van de afgelopen week. Niet alleen het programma, maar ook de uitdrukking Keek op de week werd hierdoor een begrip en een veelgebruikte term. In de tijd dat ik een paar maanden bij het WTC in Rotterdam werkte, weet ik nog dat we iedere maandagochtend begonnen met een Keek-op-de-week-teamoverleg. Wat was goed gegaan, waar ging het minder – hoe kon dat beter en wat gingen we er aan doen?
Ik heb die kreet van de week, samen met mijn schommelbank attributen, uit de mottenballen gehaald en zo zit ik in een wazig ochtendzonnetje -we moeten allebei nog een beetje meer wakker worden- de bovenstaande vraag te overpeinzen. 
Terugblikkend op de eerste week zonder bestralen en chemo, was het over het algemeen best een goeie week. Wat heerlijk was het, om me maandagochtend in mijn bed te bedenken dat ik er niet op stel en sprong uit hoefde. Ik kon lekker blijven liggen, er kwam geen taxi. Nou ja, dat op stel en sprong kan ik voorlopig sowieso nog wel even vergeten. Er valt niets te springen, hooguit het vel op mijn derrière en dat doet het dus ook. Daar kan en moet het dus nog veel beter worden! Maar goed, behalve dat het fijn is dat ik me de ochtenden niet meer hoef te haasten, is het nog veel fijner dat mijn lijf de onrust door het bestralen niet meer hoeft te ondergaan. Het grote afkicken is begonnen, ook van de chemo die af en toe pogingen doet om dwars door mijn huid naar buiten te willen. Bij vlagen vlamt mijn huid letterlijk op, het gaat over mijn hele lichaam gloeien en tintelen. Niet zo’n fijn gevoel, ik wrijf me dan suf en kom handen (lees: nagels) tekort. Maar na een paar minuten houdt het acuut op en is het alsof er niets gebeurd is, behalve dan dat er een kleine Tsunami heeft huisgehouden. Veel drinken dan maar, dat werkt misschien sneller en beter voor het afvoeren.
Verder merk ik nu al dat ik meer rust ervaar, ik lijk ‘fitter’. Uiteraard ben ik wel moe aan het eind van de dag, maar het is niet meer zo dat ik halverwege de dagen al gestrekt op de bank in slaap val. Wel pak ik hier en daar wat rustpuntjes, want ik ben me inmiddels goed bewust van mijn valkuilen. 😉
Alhoewel…. ik wilde naar het winkelcentrum wandelen, 590 meter -en 8 minuten- volgens de ANWBers. Piece of cake. Maar, gelukkig bedacht ik me op tijd dat ik daar dan nog wel even zoet zou zijn met het halen van mijn boodschapjes, met de nodige hindernissen van het bukken-rekken-strekken (fijn als je zo klein bent en alles staat op ooghoogte, alleen zitten mijn ogen ietsje lager dan de gemiddelde mens… bovendien denk ik dat ik gekrompen ben door de bestralingen, kan dat? Grijns….) Om nog maar te zwijgen over de wandeling terug met bepakking. Ok, het is niet bepaald Santiago de Compostella en mijn Luchtmobielebrigade-neefje ligt waarschijnlijk in een deuk: want waar gaat dit over, als je bedenkt hoe zijn “meters” met bepakking er uit zien en aanvoelen. Tssssss. Kortom, wijs besloten om dan maar even met mijn auto te gaan. Dat was best wennen en bij nader inzien, is zelf autorijden nog niet echt handig en verstandig, met name omdat het niet bepaald pijnloos is. Bijrijder zijn is net ietsje anders, zo blijkt. En zo laat ik mijn blauwe racemonster nog maar even op de oprit staan tot de weken van het ‘echte herstel’.
Ik heb zo genoten van alle bezoekjes en contactjes die ik deze week had en verlang er naar om er zelf ook weer op uit te gaan om anderen te ontmoeten en bij anderen te zijn, zonder dat vervelende afhankelijk zijn van…
Maar ook hier: nog ie-ie-ietsje meer geduld, wachten tot de herstelperiode en dat doe ik dan maar braaf samen met mijn Suzukietje. Dus ik zeg: op naar de volgende Keek! 
Die ziet er op dit moment voor mij even zo uit (en smaakt naar citroen):
_20160409_075338.JPG wordt weergegeven
_20160409_075338.JPG wordt weergegeven