Vijf ringen, vijf weken
Vijf ringen, vijf weken na de operatie -op de dag af vandaag. Op de TV zie ik topsporters alles van zichzelf geven, na een niet geringe voorbereiding van bloed zweet en tranen. En dan nu waar het om te doen is: het beste uit jezelf halen, terwijl de wereld toekijkt. Vanaf het grote zorgbed waan ik me een soort Van Gelder in de ringen, als ik me met gezucht en gekreun overeind hijs met behulp van mijn papegaai. Sinds ik voor controle ben terug geweest in de Daniel, hou ik me maar gedeisd en volg braaf de regeltjes -hoe groot de verleiding ook is om meer te willen en meer te doen. In dat opzicht dus misschien niet helemaal Van Gelder. Maar, één ding is zeker: ik lever hier thuis mijn eigen prestatie wel en ga voor niet minder dan goud.
In de afgelopen twee weken is de thuiszorg afgebouwd, heb ik mijn laatste fraxiparine injectie gehad (hoeraaa!), is mijn eigen huisarts drie keer langs geweest (jawel 3x) en ben ik twee keer gebeld voor een telefonisch consult ter controle door de Daniel-dietiste en -hoofdverpleegkundige. De eerste keer dat mijn huisarts kwam, was omdat hij wilde weten hoe het met mij ging en hoe de operatie was verlopen. Hij nam er uitgebreid de tijd voor en observeerde daarbij niet alleen mij, maar ook mijn omgeving. Knikte daarbij goedkeurend met zijn hoofd en was tevreden. Een dag later ontdekte ik bij toeval tijdens het douchen een raar nylondraadje ter hoogte van mijn schaambeen, daar waar de katheter heeft gezeten. In een raadplegend telefoontje met de huisartsenpraktijk, kreeg ik de melding “Mevrouw is niet mobiel, ik ga naar haar toe” via de assistente en nog geen tien minuten later stond mijn huisarts weer voor de deur. Na onderzoek bleek het om een binnenwaartse hechting te gaan, die had moeten oplossen maar op de een of andere manier zich een weg naar buiten had gewurmd. Natuurlijk. Ik kijk nergens meer van op. Was een fluitje van een cent, één rukje en weg wassie.
Vanmorgen heeft dat tafereel zich zo’n beetje herhaald, maar dan iets pijnlijker. De verpleegkundige van de Daniel had voorgesteld om foto’s te maken van mijn wonden en die te mailen, zodat zij ze kon beoordelen. Dat scheelde me een controle bezoekje en een pijnlijk ritje naar Rotterdam. Op zich wel slim. En zo kon ik nu ook eens poseren voor Don, wat doorgaans niet zo’n geslaagde combinatie is (hij vindt altijd dat ik me anders gedraag voor de camera…. “doe nou eens normaal”…) dus dat hebben we maar opgegeven. Deze shoot had evenwel iets vreemds, een beetje gênant ook vond ik. Blij dat de rolgordijnen dicht konden, want wat moet dat een raar gezicht zijn geweest… wat zouden voorbijgangers gedacht hebben… OMG… Niet meer aan denken. Maar goed, bij het inzoomen op een van de foto’s zagen we ineens allebei een zwart draadje. Nee he…. Na het doormailen van de foto’s kreeg ik een bevestigend mailtje terug. Inderdaad, toch nog een verdwaalde hechting ergens onderaan mijn achterkant. Ik mocht kiezen: of naar de Daniel, of naar de huisarts. Niet moeilijk, het werd dat laatste en wederom bedachten ze dat het voor mij makkelijker was om de arts naar mij te laten komen. Voor de zekerheid is alles nu nog maar eens grondig bekeken en als het goed is, is er nu geen draadjesvlees meer. Wel constateerde de arts dat de wond waarop ik zit, nog niet goed dichtgegroeid is. Dat is normaal en dat gaat beslist nog gebeuren, verzekerde hij mij, het was nu nog te kort dag. Door het zitten, waarbij de huid toch enigszins uit elkaar wijkt, duurt het aan elkaar groeien wat langer. Kwestie van geduld en goed opletten hoe en waarop ik ga zitten. Een beetje hangen op mijn zij en ondersteunen met kussentjes is nog het beste. Pffff…. ik dank de dag dat ik weer ongecontroleerd en zonder nadenken neer kan ploffen waar ik wil zonder er iets van te voelen!
De verpleegkundige heeft mij overigens nog maar weer eens uitgelegd hoe dat zit met die bekkenbodem die ik niet meer zou hebben. Ik kon me er niets bij voorstellen en ik werd er alleen maar onzekerder door. Allerlei waanideeën spookten door mijn hoofd, ingewanden die ik zomaar verloor tijdens het wandelen en dat soort gedachtes, brrrr. Het klopt inderdaad dat bij het verwijderen van de endeldarm en kringspier ook bekkenbodemspieren zijn weggehaald. Er valt dus niets te ’trainen’ en het verklaart waarom het allemaal ‘zo zwaar’ aanvoelt. De eerste zes weken na de ingreep zijn dus het lastigst en pijnlijkst. Het is te hopen dat het daarna beter gaat en dat de pijn dan wat gaat afnemen. Tot nu toe is het wel ’te doen’, maar valt het soms niet mee en zijn er ook best momenten dat ik het meer dan baggerzat ben en verlang naar een uurtje zonder pijn. Hoe heerlijk!
Hoe dan ook, ik vind nog steeds dat ik niets te klagen heb. Ik slaap nu al een tijdje in ons eigen bed, zonder halverwege de nacht noodgedwongen door de pijn te hoeven verhuizen naar het anti decubitus matras op mijn zorgbed. Ook het draaien van mijn ene op mijn andere zij gaat goed, met af en toe een zucht-en-kreun, maar dat hoort nu eenmaal bij mij… beetje dramaqueenen mag ik wel vind ik.
Voor nu geef ik mijn herstel Brons. Dus met andere woorden: het gaat eigenlijk best wel goed hier op nummer 5.
Ondanks alle kwalen ben jij en blijf jij onze olympisch kampioen.
Dus hou vol
lieve nicht, wat ben je toch een kanjer! jij bent sowieso beter als van Gelder, want die is tenslotte al naar huis! dus op voor GOUD! dikke kusX
Je levert de ene prestatie naar de andere! Podium is voor jou. Liefs K&M