Blij blij blij

19 november 2016 3 Door Bonnie
Klap eens in je handjes
blij blij blij
op je boze bolletje
allebei

Ik weet nog goed hoe we dit zongen, mijn moeder en ik. Voor Zusje. Die ging dan altijd lachen, iedere keer opnieuw hoe vaak we het ook herhaalden. Het werkte en ik moest dan ook lachen.
Vandaag kan ik er gelukkig ook weer om glimlachen. Dat was gisteren wel even anders.
Gisteren was ik ab-so-luut niet blij. Ik herhaal NIET BLIJ. Vandaar dat ik er vandaag maar over schrijf, de lading is er nu wel af. 
Oh wat was ik het gisteren meer dan zat! Ik had mijn taks bereikt. Niks klap eens in je handjes, maar alleen een ontzettend heel heel boos bolletje! Blij zijn. Altijd maar blij zijn. AMMEHOELA.
De hele week was een aaneenschakeling van brieven en telefoontjes over gemaakte afspraken die werden verplaatst, door ziekte of iets anders, daardoor moest ik steeds mijn programma omgooien. De nieuw gemaakte afspraken werden dan vlak van te voren alsnog weer afgebeld, gelukkig was ik de deur nog niet uit. Zo kreeg ik melding dat ik voor de uitslag van de CT scan nu pas twee dagen later kan komen. Ach wat zijn nou twee dagen? Ik zou met Zakkelien op controle, want die heeft last van al mijn hevige hoestbuien. Die afspraak ging wel-niet-wel en toen uiteindelijk toch maar niet door. Ach, zo heel ernstig was het toch ook niet? Neem ik toch gewoon nog extra verschoning mee als ik op pad ga? Gisteren hadden Don en ik een afspraak voor financieel advies, niet geheel onbelangrijk. Echter, die hebben we af moeten bellen omdat ik ineens terecht kon in het ziekenhuis in Schiedam voor foto’s van mijn longen en sinussen met aansluitend een bezoek aan de longarts. Prompt werd ik door de longpoli gebeld dat mijn afspraak pas veel later op de dag kon plaatsvinden. Hadden we toch naar onze financiële man kunnen gaan, maar daar was het inmiddels al te laat voor, nu kunnen we pas over twee weken terecht. Ach, wat is nou twee weken langer onduidelijkheid? Maar inmiddels begint op zo’n dag als deze, na zo’n week als deze, de stoom uit mijn oren te komen en dreig ik gevaarlijk onredelijk te worden.  Natuurlijk worden artsen zelf ook ziek, het zijn ook mensen. Natuurlijk is het niet erg als een afspraak wat later wordt, soms niet echt handig maar kom, een beetje flexibel zijn Bo. “Ja hoor, is goed, het Is niet erg” hoor ik mezelf meerdere keren zeggen. Maar gisteren was ik het meer dan beu. Nee hoor, het is niet goed. Ja hoor ik vind het wel erg, wil ik blèren. En stampvoeten, dat wil ik ook.
Waarschijnlijk komt het ook omdat ik al een paar weken zo’n vreselijke last heb van mijn astma. Ik kan het er werkelijk niet meer bij hebben. Door al het hoesten en benauwdheid komt druk te staan op mijn buik, waardoor de stomazakjes soms loslaten -get the picture? Bovendien is het gemis van bekkenbodemspieren nu wel heel erg merkbaar: het is alsof ik al mijn ingewanden naar buiten hoest. Mijn longen hangen tussen mijn dijbenen. Ik kom handen te kort om te ondersteunen waar nodig en het doet overal pijn. De huisarts had mij een prednisonkuur gegeven voor tien dagen, ik trok het gewoon niet meer. Zo jammer van mijn opgebouwde conditie tijdens de revalidatie. Mijn zuurstofgehalte was teruggezakt naar 93. De kuur heeft weinig geholpen, bij controle was mijn zuurstofgehalte 97, maar ik klonk nog steeds als een compleet symfonieorkest. Met als gevolg: Ik niet slapen +  Don niet slapen = moe en prikkelbaar. Een extra puffer kwam erbij, voor tussendoor. Die ene die ik al gebruik zorgt voor meer lucht en deze nieuwe zorgt voor extra lucht. Helder toch? Antibiotica durft de arts niet te geven, gezien mijn reactie hierop. Dus zo maar weer even proberen. Niet dus. Intussen spookt van alles door mijn hoofd. Is het wel mijn astma? Waarom is mijn CEA waarde verhoogd? Heeft dat te maken met wat er in mijn longen gebeurt? Toch de Daniel maar even gebeld. Enigszins gerust gesteld, de symptomen die ik noem wijzen niet op uitzaaiingen. Het is echt astma. Nee, ik kan niet terecht in de Daniel, daar is geen longafdeling. Dan zou ik naar het Erasmus in de stad moeten, wilt u dat? Nee laat u maar, ik neem wel contact op met mijn eigen longarts. Die blijkt ziek, maar na diverse wanhopige telefoontjes krijg ik zijn vervanger te spreken. Hij beslist dat er dan maar direct foto’s gemaakt moeten worden. Enfin, dat was dus gisteren.
De foto’s wijzen uit dat alle holtes in mijn hoofd potdicht zitten. Zorgelijk mevrouw, zorgelijk. Hoe kan dat nou? Op de longfoto’s zie ik niet veel bijzonders. Had u nou COPD, zei u? Ik hoorde het maar een beetje gelaten aan. En nu? Prednison was geen optie omdat ik net een kuur had afgerond, die bovendien toch niet veel had gedaan. Tsja….. dan toch maar een neusspray. Misschien is het handig als u eens naar uw neus liet kijken. Ik heb al een KNO-arts, Ach mevrouw, dat meent u niet. Jawel en alles was ok tijdens en na mijn chemo traject. Nu lijkt dat uitgewerkt en komen mijn oude klachten weer terug. Ik ga u toch antibiotica geven, besluit de arts. Hij bestudeert mijn medicatie overzicht en kan maar niet begrijpen dat ik overal zo heftig op reageer. Maar mevrouw, hoe kan dat nou? Ik krijg een antibioticum uit ‘een andere groep’ wat dat ook mag betekenen. De apotheker legt mij even later uit dat ik er misselijk van word en er diarree van krijg. Nou, dank u beleefd, daar zit ik echt niet op te wachten. Kan ik daar dan iets bij krijgen? Zo’n beschermpilletje of zo? Nee, mevrouw dat kan niet. Zo werkt dit medicijn nu eenmaal, het werkt de bacterie uw lichaam uit en dat kan het beste door overgeven of via van onderen. Ik heb geen Van Onderen, wilde ik ferm zeggen maar ik hoor dat mijn stem breekt waardoor het bibberig klinkt. Ik moet weg hier. Weg. Weg voordat ik hele rare onaardige dingen ga zeggen tegen mensen die er allemaal niets aan kunnen doen. 
In de auto onderweg naar huis ontplof ik zo’n beetje. Blij blij blij gonst het door mijn hoofd, alsof iemand mij met een moker bewerkt. Count you’r blessings. Het kan altijd erger. Je mag blij zijn dat… Wat zijn nou die paar dagen? Ach, je wacht al zo lang, dit kan nog wel even toch? Je hebt nog geluk gehad dat…. Je redt het wel. Je ziet er zo goed uit! Je bent zo sterk. Maar…..ik wil dit niet meer: ik wil niet meer blij zijn en altijd maar begrip hebben. Ik ontaard in een heel asociaal naar mens en trek daarbij mijn alternatieve verborgen vocabulaire open. Het is zo oneerlijk niet leuk tegenover Don, dat realiseer ik me tegelijkertijd….maar ik ben niet meer voor rede vatbaar. Thuis laat hij mij maar en sust met koffie en een voorzichtig Wil je straks iets lekkers eten? 
Comfordfood! De gedachte aan draadjesvlees en rode kool lijkt me een beetje terug bij zinnen te krijgen. Ik zwijg lange tijd en besef dan dat mijn tirades totaal geen zin hebben. Ik voel me alleen zo moe en machteloos. Ik kan alleen maar huilen en probeer verder niets venijnigs meer te zeggen. Ik besluit dat het gewoon mijn dag even niet is. Morgen zal het wel anders zijn.
Als ik na twee uur de keuken inloop, alwaar vreemd genoeg de altijd zo gezellig ouderwetse geur van stoofvlees ontbreekt, constateer ik dat mijn pannetje staat te niksen. De knop van het gas wijst op aan, maar de vlam is blijkbaar meteen uitgewaaid. Een grijzige gestolde massa staart me mistroostig vanaf de bodem tegemoet. Neeeee…. niet dat ook nog! Blij blij blij….begint het hamertje weer in mijn hoofd te tikken. Ik tel tot drie. En nog eens. Ik haal diep adem, vergezeld door alle instrumenten van mijn privé orkest en stel dan voor: Vanavond maar patatjes eten? 
Blij blij blij dat die dag voorbij is! Zie je wel, dat wist ik toch? Het gaat wel weer over. Het komt wel weer goed. Vandaag een nieuwe dag, met nieuwe kansen. Vandaag ga ik verder sudderen, met vanavond lekker rode kool. Daar word ik dan weer wel blij van 😉