Zwarte kerst, een verhaal apart

22 december 2016 1 Door Bonnie
We zijn al jaren bijelkaar en noemen ons De Schrijfdames. Een klein, inmiddels hecht geworden, clubje van vijf en komen eens in de twee maanden bij elkaar. We schrijven verhalen, lezen ze op onze bijeenkomst aan elkaar voor en bespreken elkaars schrijfsels. Soms verzinnen we een opdracht voor de volgende keer en soms is het “gewoon” eigen werk, Waar gebeurd, verzonnen, een combinatie van die twee, wat je maar wilt. Waardevolle bijeenkomsten zijn het. Een bijzondere groepje. Zoeentje die ik koester. Zullen we voor onze decemberbijeenkomst allemaal een kerstverhaal schrijven? werd er de vorige keer gevraagd. Vol enthousiasme schieten mij dan al direct een aantal ideetjes te binnen, maar zoals altijd…. de dag voordat we bijelkaar komen bedenk ik me ’s avonds ineens “Oh ja… ik moet nog wat schrijven” Zo ging dat ook deze keer, even snel. 
Ik vond het best wel weer eens leuk om een stukje te schrijven met een kop en een staart en omdat het wel past in de lijn van mijn blogsels, plaats ik hem hieronder.
Collateral Damage

Er is werkelijk geen moer te beleven op TV. Ik zap van kanaal naar kanaal en zie dan een aankondiging dat na de reclame een film begint Collateral Damage.  Met een glimlach denk ik terug aan de periode toen ik in het ziekenhuis lag te herstellen van de operatie waarbij een stoma bij me is aangelegd. Ik lag op een soort verzamelzaal waar patiënten met verschillende aandoeningen af- en aangevoerd werden. Zo werd tegenover mij een spontane jongeman met  bed en al binnengereden, ik schatte hem half in de twintig. Ontbloot bovenlijf, bezaaid met tatoeëringen. Hoe kon ik dit nou ontwijken? Hij zag dat, tilde zijn arm omhoog en grijnsde “Niet helemaal goed gegaan” Een vurige rooddoorlopen brede baan ontsierde de sleeve op zijn gespierde arm.  Wauw! schrok ik. “De tatoeagenaald was niet helemaal schoon. Beetje ontstoken.” verklaarde mijn overbuurman. “Ik ben Rob. En jij? Waarvoor lig jij hier? Wat hebbie?”
Kanker, flapte ik uit. Of nou ja… dat heb ik wel, maar eigenlijk ben ik hier omdat er een stoma is aangelegd. Dat moest eerst gebeuren, anders kan ik niet verder behandeld worden. Hierna word ik pas bestraald en krijg ik chemo en pas daarna kan ik geopereerd worden om de tumor weg te halen.
“Zo lekker dan! Dus je hebt collateral damage. Nou, ben je mooi klaar mee zeg!”
Collateral damage. Hoe verzon –ie het en met een glimlach dacht ik terug aan de kerst ervoor…

De decembermaand is voor Don altijd heel hectisch, met name in de winkel waar hij werkt. De feestdagen brengen extra koopavonden en koopzondagen met zich mee. Tegen de tijd dat het kerst is, heeft hij het meestal wel gehad en zou niets liever dan met de kerstdagen zelf lekker rustig aan doen. Gewoon samen thuis, niets bijzonders. Maar als je alle commercials en de overvloedige winkelmandjes om je heen rond de kerstdagen ziet, vraag je je af of dat nog wel kan niets bijzonders. Bovendien lijkt iedereen het sneu te vinden als we samen op de bank hangen. Nee, dat kan met kerst dus écht niet! Toch waren we dat met  kerst heus van plan. Totdat vrienden van ons, ook met z’n tweetjes en ook van plan om niets bijzonders te doen ons op het laatste moment belden. “Zeg… zullen we anders met z’n viertjes niets bijzonders? Leggen we gewoon bij elkaar wat we in huis hebben…” We zwichtten. Is goed, stemde ik in, kom maar naar ons. Ik ga alleen niet koken hoor, maar laten we gewoon het gourmetstel op tafel zetten, lekker simpel ieder kookt voor zich. Zo gezegd, zo gedaan en zo stonden we op eerste kerstdag in onze keuken alles wat ons geschikt leek in mootjes te hakken. De een stak de openhaard aan en de ander dekte de tafel. “Bo, waar is je gourmetstel?”  In de gangkast, wilde ik zeggen, maar op het moment dat ik mijn mond opende, keek ik Don met grote verschrikte ogen aan. Stilte. Ik veranderde mijn tekst in een langgerekt “Ooooooo mijn God!” Drie verbaasde gezichten in mijn richting. Eehhmmm…. Ik was het helemaal vergeten, het schiet me nu ineens te binnen…Ehm…ik heb dat ding vorig jaar weggedaan!  Daar komt ze nu mee! klonk het verwijtend in koor om me heen.
Wacht even, laat me nadenken… Ik kreeg een heldere ingeving, we hadden nog ergens een grilplaat. Geen probleem, da’s bijna hetzelfde! Na enig zoeken kwam ik met een grote doos aandragen. Kijk, nog helemaal nieuw! Ja maar, volgens mij…. begon een van onze vrienden aarzelend, kijk die afbeelding… volgens mij gaat dat helemaal niet! Tuurlijk wel, zei ik terwijl ik de inhoud uit de verpakking trok. Vervolgens staarden we alle vier naar een elektrische gril. Niks plaat, maar een rechthoekige metalen bak met een spiraalvormig warmte element op de bodem en daarboven een rooster. Dat was het, meer niet. Hoezo gourmetten? De mannen werden al lacherig, maar ik niet. Laat me nou even nadenken jongens….
Ingeving twee volgde,  ik  laat me nooit zo gauw uit het veld slaan. Ooit had ik van mijn buurman een mega grote paella pan gekregen. Het was even zoeken, maar even later: taddaaaa!  Kijk, die leggen we gewoon op dat rooster. Voila… een supermooie ronde bakplaat was geboren. Het ding besloeg weliswaar zowat de halve tafel, maar dat was eigenlijk best handig. En zo zaten we niet lang daarna gezellig met z’n viertjes te tafelen.

Als je je zo focust op het kokkerellen, heb je niet direct aandacht voor de rest om je heen. Totdat een van ons opmerkte “Zo hee… kijk nou hoe mistig het is geworden!” Nu pas viel het ons allemaal op. Wow, wat rokerig. En ook zo warm ineens. Doe maar geen blok meer op de haard, zei ik. Pfff… zelfs mijn benen gloeien, voelen jullie dat ook? Ja, de anderen voelden dat ook. Laten we de tafel maar afruimen, we zijn toch klaar nu. Dan kunnen we daarna op ons gemak nog wat ijs eten, stelde ik voor. Misschien de balkondeur even open om de boel een beetje door te laten waaien? Het volgende moment was als in een film. Terwijl eentje met de paella pan richting keuken verdween, tilde een ander de gril van tafel gevolgd door een luide kreet. Oooohhhhh…. Nee! Kom! Kijk! Wat is dit nu?! Resten zwart tafelkleed kleefden aan de onderkant van de gril. Zwart? Wat nou zwart, het kleed was toch rood? Een groot brandgat, dat was het. In één ruk trok ik de rest van het kleed van tafel en een paar secondes stonden we alle vier sprakeloos met grote ogen naar de plek te kijken waar de gril had gestaan. Het was alsof daar een meteoriet was ingeslagen. Een groot brandgat dwars door de tafel omlijst door een smeulende zwarte roetrand. In een reflex liep degene met de gril waar flarden tafellaken aanhingen de gang op om het ding daar zo lang naast de trap te parkeren. Een ander wilde de deur opendoen, struikelde over een reep tafelkleed en vervolgens donderde daardoor de gril met een luid kabaal de trap af. We keken ‘m verbijsterd na. In salto’s beschadigde de metalen punten van de gril de bekleding van meerdere traptredes en liet uiteindelijk beneden aangekomen als klap op de vuurpijl ook nog eens een winkelhaak in de Novilon vloerbedekking achter. Onze begeleidende Oh’s en Ah’s waren hierbij niet van de lucht, daarna volgde een korte stilte en toen schoten we alle vier in een lachstuip.
Het was een zwarte kerst. Alles was zwart geblakerd, zelfs de hele onderkant van de tafel. We mochten van geluk spreken dat we “op tijd” gestopt waren, als we door waren gegaan had het ding zich smeulend en al op onze schoten gestort.

Daags na de kerst belde ik met onze verzekeringsagent. Ik vertelde wat er was gebeurd. De dame aan de andere kant van de lijn had duidelijk moeite om haar lach in te houden en verontschuldigde zich daarvoor. Het spijt me van uw zwarte kerst, maar het is eigenlijk ook wel een beetje komisch… Ze vroeg naar de schade, die ik prompt opsomde. Vervolgens kreeg ik te horen dat de tafel, het tafelkleed en de gril werden vergoed. De beschadigde bekleding van de trap en die aan het Novilon niet. Want, zo werd mij verklaard, “Dat is collateral damage en daar kunnen wij niets mee”.

Dit jaar met kerst zitten Don en ik écht samen op de bank, hopend dat –ie wit is. We doen niets bijzonders en houden het simpel. We zijn blij dat we het jaar doorgekomen zijn. En gek genoeg ben ik blij met mijn ‘personal collateral damage’, ik kan daar wél wat mee. Zonder stoma had ik immers niet behandeld kunnen worden en ben ik er nog. Dus kerst… kom maar op!

Schrijfdamesverhaal: Collateral Damage, door Bonnie Groenewout – december 2016