Stamppot met stuiterbal

Stamppot met stuiterbal

25 november 2017 0 Door Bonnie
Of wij wilden aangeven welke stamppot wij zouden willen eten: zuurkool, peen-en-uien of boerenkool. En wilden we daar dan worst, draadjesvlees of een bal bij? Zo werd ons gevraagd op de uitnodiging van de vereniging voor eigenaren van onze toekomstige woning in het complex op bovenstaande foto. Eens in de zoveel tijd wordt er door de commissie iets gezamenlijk georganiseerd en kun je al dan niet deelnemen. Het leek ons wel leuk om onze neuzen te laten zien en om een groot deel die van onze Neighbours2B te zien. Gisteravond aan de hutspot dus. Met draadjesvlees graag, aangezien die brokstukken van mij meestal de nostalgische uitstraling (en helaas vaak ook de smaak) hebben van de kooltjes die mijn vader vroeger via de kit in onze zwart gepoetste kachel stortte. En nee, geen bal dit keer. Dat ben ik zelf namelijk al en daar heb ik het helemaal mee gehad.

Een stuiterbal welteverstaan. Soms formaat oogmeloen, maar meestal vele maten groter en dan ook nog eens zo eentje die maar een piepklein zetje nodig heeft om de hele kamer door te poingpoingpoingen. Hoe tegenstrijdig kan het zijn: doodmoe word ik er van en tegelijkertijd ook niet voelen dat ik moe ben. Huh? Ja da’s best gek hoor. Ik voel ergens in mijn systeem dát er iets mis is, maar niet wát er mis is. Zo raar om het zelf niet te kunnen beheren en beheersen. Hoezo controlfreak 😉 Ik constateer alleen maar dat mijn lichaam reageert op het langdurige gebruik van medicatie en heb het idee dat de dosis nu misschien toch wel aan de hoge kant is. Wat mij betreft zou het een tandje minder kunnen. Een klein licht pingpongballetje zou fijner zijn. 

Ik heb de pech dat prednison ook in al mijn andere tussendoortjes zit. Puffies, pilletjes, smeerseltjes, verstuivers…. Ook bedacht ik me, dat ik al vanaf oktober 2016 aan het stootkuren ben met prednison en dat het niets uithaalde. Nu zit ik als gevolg van aan een dagelijkse portie die mij aanjaagt, uitput, uitpuilt en heen en weer doet slingeren als een donderaapje van tak tot tak. Slapen kan ik niet langer dan drie uurtjes achter elkaar, waardoor ik nu door nachtelijk observeren (want wat moet je anders) weet wat die eenden uitvreten om drie uur ’s nachts en zes uur ’s morgens. Er zit een GeertWildersclan in onze tijdelijke achtertuin, zo heb ik ontdekt. Kijk maar, ik denk dat je ‘m moet inzoomen:



Oh, maar om toch ook nog even terug te komen op dat uitpuilen: dat geldt niet alleen voor mijn gezicht en bovenlijf. Sinds een paar dagen merk ik ook dat mijn ogen raar doen. Een vreemde druk staat er op, soms word ik er duizelig van. In een van de bijsluiters (ja ja, weggooien die dingen – ik weet het) staat Kans op staar.  Toedeloe! Ik wil helemaal geen kans op staar, ik wil kans op een postcodeloterijstraatprijs. Maar zelfs een eigen postcode heb ik op dit moment niet eens.

Komende week ga ik voor de eerste controle terug naar mijn longarts. Wellicht kunnen we dan bespreken of de dosis afgebouwd kan worden en kan ik mijn skippybal misschien af en toe ergens in een hoek mieteren. Nou, die paar dagen zijn nog wel door te komen, met af en toe wat klagen. Want dat mag. Ach en wee…ik heb een zwaaaaaar leven. Wat mij onmiddellijk aan zij-van-Kaandorp doet denken. Daar moet ik dan weer hartelijk om lachen en weg is mijn klaagzin. Hoezo stemmingswisselingen als bijverschijnsel? – grinnik.

Samen met haar ga ik 
mijn zwaar leven nog maar even uitzingen. Hophop!