Van High Tech naar Bye Tech

Van High Tech naar Bye Tech

29 mei 2018 1 Door Bonnie

  

Als alles werkt, zijn gadgets leuk, maar mijn Erasmustablet sloeg op hol. Ik had m niet eens in mijn handen. Hing gewoon achter me op de lader naast alle andere interessante knoppen en apparaten. Vanuit het niets kwamen de luxaflex naar beneden rollen en zat ik pardoes in het donker. Iemand van de catering kwam bezorgd om een hoekje kijken waarom ik nog geen maaltijd had ingetoetst. Dat had ik wel, zeker weten. Ik had juist nu bewust gekozen voor iets wat ik absoluut zou moeten herkennen: worteltjes met doperwten (of in dientstermen: streepstip). Ik was juist op safe gegaan vandaag, na alle niet te definieren smakeloze brijsoorten op mijn bord met o.a. het label Bloemkool. Brrrr…. nee nou, dan toch maar liever mijn eigen ‘kookkunsten’…
Afijn alle tablets op de afdeling hadden er de smoor in. Tijd om te verkassen, ik had het wel weer bekeken hier.

Een 1 persoonskamer heeft zo zijn voor- en nadelen. Uiteraard is het erg rustig, de nachten word je niet door je slaapgenoten wakker gehouden. Je flatscreen kun je zonder irritante koptelefoon op bekijken en beluisteren. Je kunt er, zoals ik, dagen achtereen in je operatiehemd rondhuppelen. Lekker luchtig met zo’n open achterkant, toch geen mens die je ziet. Voor mij was andere kleding en ondergoed wat lastig vanwege de enorme verticale jaap op mijn buik.
Aan de ander kant miste ik toch ook wel de sociale contacten om me heen. Er is geen afleiding, je moet nu echt zelf voor ieder wissewasje op de bel drukken. Op een meerpersoonskamer zie je vaker verplegend personeel en kun je tussendoor je vraag stellen. Als het echt niet goed met je gaat, is er niet even een goede buur die dat constateert en voor jou aan de bel trekt. Oh ja… ook nog zoiets: in de douche/toiletruimte is helemaal geen alarmvoorziening gemaakt bij de nieuwbouw. dus als daar iets gebeurt, dan moet je wel heel hard krijsen wil iemand je horen -laat staan vinden. De bedoeling was dat patienten voortaan een polsbandje om krijgen waar een alarmknopje ingebouwd zit. Alleen werken die nog niet. En zo wemelde het van de kinderziektes (bovenop de kwaal waarvoor je eigenlijk bent opgenomen) Mooi, zo’n nieuwe afdeling.. maar iedereen is de weg kwijt. Oude en nieuwe apparatuur sluiten niet op elkaar aan en dat is lastig. Ik kwam vanuit een superduper high tech operatiekamer uiteindelijk op mijn kamer alwaar nog het oude infuusapparaat stond, dat matchte niet met de aansluitingen die ik had. Ook blijkt op kamer dat alle aansluitingen aan de rechterkant van het bed aan de muur zijn, maar mijn infuus zat links. Dat gaf dus een gedoe met snoeren en stekkers.

Natuurlijk begrijp ik wel dat het wennen is. Niets ligt waar het handig zou zijn. lange gangen met dichte deuren, niemand ziet wie waar ligt, slaapt, gewassen wordt of iets dergelijks. Het is vooral zoeken. Maar wat ik nog het meest jammere vind is dat alles nu geintegreerd is. De Daniel den Hoed is niet meer. Al het personeel is nu ook naar het Erasmus verhuisd. Afgelopen zaterdag hebben zij een groot personeelsfeest gehad ter afscheid, op het terrein van de oude Daniel den Hoed kliniek. Om 22:00 zijn daar symbolisch voor de laatste keer alle lichten gedoofd. Een emotioneel moment. Het einde van een tijdperk. Het einde van een naam.

Ik was steeds blij als ik een verpleegkundige aan mijn bed trof die uit de Daniel kwam, een paar heb ik herkend van de tijd dat ik daar lag en eentje wist zelfs nog wie ik was. Zij kijken met weemoed terug naar hun werktijd daar. Het gemoedelijke, knusse is er af hier op deze mega grote locatie. Worden we nu weer een nummer?? Is mevrouw Groenewout nu weer Zij-van-E1114? Een patient achter een gesloten deur? Zo jammer….
Ik hoop van harte dat al het personeel uit de Daniel de rest van het personeel zal aansteken met hun persoonlijke benadering, luisterend oor en echte aandacht voor de patient die toch ook maar een mens is.

(daktuin 8e etage)

Zoals ik al zei, tijd om naar huis te gaan. Helaas mocht dat pas als mijn stoma weer ging lopen. En ja… wat wil je, na al dat gemor, geduw en getrek had Zakkelien er duidelijk de pé in en weigerde aan alle kanten. Tot zondagochtend, direct na bezoek van de zaalarts, liet ze onder luid protest eindelijk van zich horen. Ik zag mijn kans onmiddellijk daar: naar huis! Maar nee, 1x zegt nog niets, er moest nog een keer iets gebeuren. Ik heb vanalles naar binnen gepropt, met lange tanden, maar met het idee dat het er dan ook weer snel uit zo moeten komen. Hmm…. dat gebeurde ’s avonds. Don was er en ik besloot dat ik dan maar meteen met hem naar huis zou gaan. Wishfull thinking…. Nee, eerst moest de dienstdoende arts toestemming geven. Alleen was er een spoedgeval, dus het kon even duren. Uiteindelijk was het 23:30 toen we te horen kregen dat de arts geen risico wilde nemen. Hij kende mij niet goed genoeg om te beoordelen of ik naar huis kon. Ik moest dus een nachtje wachten op de zaalarts. Jammer.
Toen ik het hele verhaal de volgende morgen aan de zaalarts vertelde, zei ze doodleuk: “Ach, nou zeg, wat sneu. Waarom hebben ze mij dan niet even gebeld? Ik had u zo laten gaan hoor”
(…….) laat maar.

En dus zit ik nu weer thuis, wachtend op mijn pijnstillers. Het valt me nog niet echt mee. Wondpijn, spierpijn, stomapijn, alles pijn, niet fijn. Paracetamol staat sinds de operatie ook op mijn allergielijstje. Ze hadden me dat op de SEH toegediend via het infuus en ik veranderde per direct in een diapositief paddestoel (bleek met rode stippen) Laat maar! riep ik nog, want dat is normaal. Maar dat vonden zij met z’n allen niet en dus kwam er Tavegil aan te pas om de boel te sussen. Pfff… geen paracetamol meer dus.
Ik heb me qua pijn vergist. Ik was er vanuit gegaan dat die met deze operatie net zoiets zou voelen als de vorige. Waar ik echter niet aan heb gedacht, was dat ik na de vorige operatie nog een aantal dagen met een ruggeprik gevoelloos werd gehouden. Dat is nu dus niet en dat is best pittig. Maar goed, ook hier kom ik wel weer door heen, ook al is het beetje bij beetje… of: steentje voor steentje

brrrr…. niet te pruimen deze krengen.
(en ik vrees dat ik ze ook niet kan slijten aan mijn Ajaxietfamilie…… grijns…)