Portret met een knipoog

Portret met een knipoog

10 januari 2019 1 Door Bonnie

Nu is het niet zo dat ik alsmaar over fotosessies ga bloggen, maar al schrijvende schieten mij steeds van die oh-ja-er-was-ook-nog-die-keer-dat…. momentjes te binnen. Dus vandaar nog één keer over een fotoshoot. Voor de goede orde vermeld ik erbij dat ik vooraf toestemming heb gevraagd -en gekregen- voor het plaatsen van deze blog.

Het is inmiddels al weer ruim vijfentwintig jaar geleden, dat Don de stoute schoenen aantrok en zich waagde aan een deelname voor een fotowedstrijd, met als opdracht “Portretfotografie”. Don zat in die tijd nog maar net in het vak en ik was naast mijn toenmalige fulltime baan, in mijn vrije tijd, nog volop bezig met een opleiding Visagie.

Het meest logische –en hoe voorspelbaar ook…- leek ons om een keer samen te werken met een model. We besloten voor de originaliteit te gaan en lieten de opdracht even voor wat het was. Ik was er stellig van overtuigd dat er zich wel wat zou aandienen. Nu is het zo dat ik de meeste van mijn ingevingen ’s nachts krijg. Dat gebeurde dus ook in dit geval. Met een luide kreet “PeeWee!” zat ik rechtop in mijn bed en verscheen op mijn netvlies het beeld van mijn idee als een visioen in de duisternis. Don moet zich ongetwijfeld ergens in een van zijn REM-fases bevonden hebben, hij reageerde in ieder geval nergens op.

PeeWee was de kat van mijn zusje, die door een noodlottig verkeersongeval op een dag zwaar gehavend het huis in kwam rennen en daarmee mijn hoogzwangere zus paniekerig de gordijnen in joeg. In zulk soort situaties sta ik bovenaan de lijst om gebeld te worden. Och, och…. Als ik er nog aan terugdenk….wat een toestand was dat. Twee verzorgers van de dierenambulance hadden grote moeite om het dier te vangen en hem af te voeren.

De volgende dag mochten we PeeWee op komen halen…een halve kaak en één oog minder. Mijn zusje vond het eng en kon het niet opbrengen om hem te verzorgen, dus ontfermden Don en ik ons over het aan-elkaar-genaaide poezenbeest. PeeWee herstelde best wel mooi en is nog vele jaren meegegaan, onze held! Hij verdiende het om geportretteerd te worden, vond ik.

Op mijn netvlies was het beeld verschenen van een stoere, ruige, bonk van een kerel type zeerover: beetje ongeschoren met een lapje voor zijn oog en een eenogige kater op zijn schouder. Ha, dat was tenminste eens iets anders dan zo’n afgezaagde papegaai.

Bij daglicht, nog voor de eerste hap van zijn ontbijt, legde ik enthousiast mijn ideetje aan Don voor. Ook al had hij volgens mij in eerste instantie een totaal andere gedachte bij de opdracht, was het best lastig om mij op een ander idee te brengen –geef ik onmiddellijk toe. Enfin, het plan werd verder uitgewerkt.

We vonden een vriend van ons bereid mee te werken aan onze toch wel enigszins maffe opdracht. Joost was overal voor in, je kon het zo gek niet bedenken. Ik ontmoette hem ooit toen hij een modeshow liep. Joost de gangmaker, de entertainer, altijd in voor een grap en een grol. Nu was hij vrachtwagenchauffeur, dan weer stond hij cocktails te mixen in de bar van een club in zijn jeans en verder alleen een vlinderstrikje om zijn nek. Soms was hij Hendrik-Jan-de-tuinman die zijn hand er niet voor omdraaide om een schutting te plaatsen en een terras te bestraten, of bouwde hij een heuse tropische cocktailbar die hij verhuurde op partijtjes. Dan reed hij weer eens een vrachtje orchideeën naar het buitenland en nam tussendoor een klusje aan als vuurspuwer op een feestje. On the road vond hij hier en daar nog al eens een gedumpte pallet in de berm die hij dan meenam in zijn vrachtwagen en inleverde om er vervolgens een flink bedrag aan statiegeld voor te vangen. “Ongelooflijk, het geld ligt gewoon voor het oprapen!” constateerde hij verbaasd. Voor ons was het meer ongelooflijk dat Joost werkelijk overal wat van wist te maken en er nog van leek te kunnen leven ook…. Kortom, een barre man die Joost, eentje met een goed hart bovendien.

In die tijd had hij nog van die lange blonde manen à la pianist Jan Vayne. Ja ok misschien anno nu erg fout, maar in de nineties erg hot!

Op de dag van de fotoshoot kwam Joost zoals afgesproken ongeschoren in spijkergoed gehuld naar de studio. Daar was mijn zusje intussen ook gearriveerd en bleek haar kattenmand binnen no-time leeg. PeeWee zag, zodra het deurtje op een kiertje stond, de kans om letterlijk de gordijnen in te vluchten. Terwijl zuslief verwoede pogingen deed om het modellenbeest naar beneden te lokken met plakjes beleg (hoe voorbereid!), voorzag ik één oog van ons andere model van een zwart lapje en trachtte ik de rest van zijn gelaat mat in de make up te krijgen. Met name dat laatste was nogal een lastige klus. Doordat Joost transpireerde als een gek, viel het niet mee om een mooie vlekkeloze foundation aan te brengen. Hoe kon dit nou? Ik had toch aardig wat modeshows met Joost samen gedraaid, waarbij ik hem tevoren zonder problemen in een handomdraai van een basis make-up had voorzien.

“Joost, wat is dit nou? Zo warm is het hier toch niet?” verzuchtte ik terwijl ik met een flinke dot tissues zijn voorhoofd depte. Joost leek even te aarzelen, vervolgens begon hij schaapachtig te grijnzen en kwam al hortend en stotend de aap uit de mouw. Nee, het kwam niet van de warmte, maar…. Oh, wie had dat ooit gedacht… hij had het niet zo op katten. Hij had het ons niet durven vertellen, tot nu. Daar stonden we dan.. Perplex. En nu?

Picture this: Twee opgefokte modellen, twee gezusters die ontzettend de slappe lach kregen en een stoïcijnse fotograaf die de regie koelbloedig in handen trachtte te nemen. “Ok, daar gaan we. Joost: kijk stoer…. PeeWee: Af! Zit!” Een benepen “hij bijt…” , “kan niet Joost, hij heeft maar een halve kaak. Doe nog even ruig!” …”huuu…ik voel zijn nagels in mijn arm…” , “Ja best. Even volhouden, straks krijg jij ook een plakje ham, ok?”….

Afijn…. na een middag ploeteren in de studio was de missie voltooid en kon uiteindelijk een mooie afdruk worden ingestuurd. Daags daarna beoordeelde een vakkundige jury uit alle inzendingen slechts 250 exemplaren, waarvan vervolgens alleen de eerste tien in de prijzen vielen. Don’s inzending eindigde met een compliment op de twaalfde plaats. Niet slecht!

Trots liet Don zijn portret aan zijn baas zien. Na even bedenkelijk gekeken te hebben, reageerde die serieus: “Mooie plaat Don, maar goh wat jammer dat die kat nou net z’n ene oog dichtknijpt”