Bo goes para
Blèhh.. de combinatie van mijn afgelopen astmabehandeling en een griepje onder de leden is me niet goed bekomen. Het voelt alsof ik een dropzone heb gecrasht. Geloof me maar, ik weet waar ik over praat, ik weet precies hoe dat voelt.
Begin jaren negentig gingen Don en ik nogal eens op vakantie naar Griekenland en het was daar op één van de eilanden, waar ik voor het eerst kennismaakte met het fenomeen parasailen. Geweldig om te zien: hoog in de lucht bengelend aan een parachute, voortgetrokken door een speedbootje. Ik wilde dat ook, maar dan alléén en niet vastgeketend aan een in mijn nek hijgende Zorba. Dat had nogal wat voeten in de aarde, in eerste instantie kon het niet – mocht het niet en werden allerlei vage redenen aangedragen waarom ik per se met een instructeur de lucht in moest. Uiteindelijk kreeg ik op de laatste dag van onze vakantie groen licht en werd ik in mijn eentje tachtig meter hoog de lucht in getrokken. Oh, dat fantastische uitzicht over de Egeïsche zee, de vrijheid die ik door mijn hele lijf voelde tintelen! Dat was het begin…dat vroeg om meer.
Het gevoel liet me maar niet los… mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Hoe zou het zijn om met een parachute uit een vliegtuig te springen? Nu ben ik niet zo van de Bucket-lijstjes, als ik al iets zou willen dan kijk ik meestal meteen wat mijn opties zijn. In het geval van Skydiven, betekende dat: geld opzij leggen. Indertijd had ik gelukkig een goedbetaalde baan en het extra bedrag van mijn overuren ging in spaarbeest Knorrie. Er waren twee opties: a) een eenmalige tandemsprong, samen met een instructeur -maar waarom zou ik een Cees in mijn nek wél accepteren als ik Zorba geweerd had? Optie b) bleef dus over: een komplete static-line opleiding van een paar doordeweekse dagen, met na het behalen van een examen 8 solo sprongen in het weekend. Yep, now we’re talking!
Het werd een week om nooit te vergeten op wat tegenwoordig Rotterdam The Hague Airport heet, maar toen nog gewoon Vliegveld Zestienhoven. Ik zat met nog vijf anderen in één stick -zoals een groep personen die tijdens een vlucht samen springen officieel heet- en werd intensief getraind door instructeurs van The Flying Dutchman. Ik leerde hoe een parachute -square- precies werkt en hoe ik die moest besturen; hoe ik mijn sprong moest voorbereiden en hoe uit het vliegtuig te springen. De checklist en reserveprocedure werd in mijn hoofd gestampt: wat te doen als mijn parachute niet opent? Waar zit mijn reserve parachute -koepel- en hoe werkt die? Ik leerde over het stuurcircuit en over de landing in de parahouding met een beheerste flare cq armbeweging. Ik werd met mijn harnas aan een stevige boomtak gehangen voor een praktijktest.
Ik leerde dat je onmiddellijk na de exit uit het vliegtuig hardop langzaam tot drie moet tellen en daarna moet checken of je parachute goed geopend is. Dat tellen was nog wel een dingetje. Dat moest echt langzaam. 1-2-3-square control! was niet aan de orde evenmin als 31-32-33-. Neen, het moest een langgerekt dui-zend-één, dui-zend-twee, dui-zend-drie- zijn. Pas dan had het zin om je geheel ontvouwen parachute te checken -eerder niet. Puur van de zenuwen wist ik zelfs die laatste manier van tellen af te raffelen tot een absoluut minimum aan tijd. Mijn instructeur maande mij wanhopig tot Rustig, rustig…..rustig tellen! en verzuchtte op het laatst: Weet je wat, tel jij maar: “één krat bier -twee kratten bier – drie kratten bier”
Mijn eerste sprong verklaart deels de titel van deze blog. Para als afkorting van paralized, want dat is exact wat er steeds met mij gebeurde: I went paralized…. Het begon al tijdens de exit uit het vliegtuig. Mijn jumpmaster zat tegenover mij in de deuropening. Ik hoorde zijn dwingende stem boven het geluid van de motor en de wind via het radio oortje dat ik droeg voor mijn instructies. Kijk naar mijn ogen! Kijk alleen maar naar mijn ogen!! FOCUS! ARE YOU READY?? Ik weet niet eens meer of ik braaf geknikt heb na zijn ‘Ready’, ik herinner me alleen nog dat ik ineens als een vormeloze zoutzak buiten het vliegtuig hing. Een zowaar langgerekt “Dui-ui-zend ee-een…” wist ik nog uit mijn stembanden te persen, vervolgens werd mijn tong een dikke lap leer en was ik paralized.
Mijn ogen staarden omhoog naar het op dat moment voor mij zijnde Godsgeschenk-uit-eigen-container: Een machtig mooie, grote, blauwe, goed gevulde, niet getwiste, rechthoekige square. WAUUWW….het lekkerste gevoel van mijn hele sprong, doch een seconde later werd het aanzienlijk minder. Een blik op mijn hoogtemeter en vervolgens naar beneden…o, jee…. Een gevoel van misselijkheid overviel me. Hoogtevrees? Spanningen? Te weinig gegeten? Getverderrie moest mij weer overkomen. Blauwe parachute trappel eens met je benen, klonk het in mijn rechter oor. “Sodemieter op ik ben misselijk” schold ik al schoppend in de lucht. Mijn stembanden hadden hun functie weer volledig hervat. “Ik wil naar beneden !” blèrde ik jammerlijk op een hoogte van 2000ft. “Zometeen ga ik kotsen hoor. Waarom duurt dit allemaal zo lang?” Via mijn rechter oor bleven de aanwijzingen binnenstromen Ga eens een stukje naar links… naar rechts..rechts! andere kant rechts!! en uiteindelijk: Goed zo en nu “alles op” en geniet van je uitzicht! Braaf strekte ik mijn beide armen in de lucht en constateerde ergens aan de horizon iets wat verdacht veel op de Euromast leek.
Oké, bijna beneden…hoe zat dat nou ook al weer: Je moest de grassprietjes kunnen tellen…ik moet iets (wat ook alweer?!) doen op keukentrap-hoogte… ehm…hoe hoog is een keukentrap eigenlijk? D’r was ook nog iets met je benen…o ja, de parahouding! Intrekken dat landingsgestel…. Vlak voor ik ter aarde stortte hoorde ik mezelf nog roepen: O jee…ik moet geloof ik ook nog flaren…. Helaas, met het aannemen van de juiste houding overkwam mij het wederom: I became paralized. Met een volhardend Alles op, waarbij ik vergat mijn armen naar beneden te flaren, wat nodig is om vaart te minderen en je parachute zich te laten invouwen voor een rustige, beheerste landing, maakte ik een gigantische buiklanding en voelde mij het allernieuwste Mona-bavaroise-puddinkje (die worden immers óók gestort). Direct bedacht ik mij waarom deze opleiding voor het A-brevet diende….Mijn indertijd toch al zo matig toebedeelde cup B was door mijn gewelddadige landing boven op mijn radio en bovenop de dropzone dermate geplet, dat ik mezelf beslist A-(noemens)waardig waande.
Pas na een paar uur was mijn misselijkheid over en kon ik weer wat mensen om mij heen verdragen. Mijn kleine neefjes, die met hun ouders (mijn zus en zwager) waren komen kijken, vroegen uitbundig: “Ga jij nog een keer tante Bee?” Pfff…. daar heb ik een broodje-kroket lang over na moeten denken, maar heb vervolgens mijn moed weer bijelkaar geraapt om me naar het manifest te begeven om daar mijn harnas met parachute weer om te laten hangen. Dat weekend heb ik nog vijf keer gesprongen en heb de resterende jumps de weken er na afgemaakt.
Afijn, ik voel me momenteel dus wat gemangeld, geplet en gestort, helaas zonder de euforie en adrenalinekick. Geeft niets, het gaat vanzelf wel weer een keer over. Ik hou me maar even gedeisd, sterker nog:
Ik ga voor een buiklanding op mijn boxspring. Yep, ready..1001 -1002 – 1003…Bo goes para (cetamol)
Komt goed!
oh ja… één van mijn neefjes heeft inmiddels zelf gedurende zijn tijd bij Defensie zijn eigen skydive gemaakt! 🙂