Van nasi tot rijsttafel – deel 2

Van nasi tot rijsttafel – deel 2

4 april 2019 6 Door Bonnie

Mijn tweede baan in de zorgsector was niet meer bij verstandelijk beperkten en bij een instelling in de regio Den Haag. Ik verkaste naar regio Rotterdam, waar ik ging werken voor bewoners van een ouderinitiatief als begeleider van jongvolwassenen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS)
Ik moest even wennen aan mijn nieuwe doelgroep en ook aan de combinatie zes personen een eigen woning in één flatgebouw met het ambulant begeleiden van een bewoner die zo’n 25 km verderop in een andere stad woonde.

Het zou een lange werkdag worden, eentje die onderbroken werd doordat ik ook een begeleidingsmoment had bij mijn ambulante bewoner. Na hem zou ik terugkomen om een van de bewoners op mijn basis locatie te helpen met koken. Het zou iets met rijst worden. Ja, ik geef onmiddellijk toe dat ik visioenen kreeg van mijn nasi-avontuur uit mijn voorgaande blog. Echter, zoiets zou mij nooit meer overkomen want tig porties nasi verder, draaide ik daar mijn hand niet meer voor om, ook niet voor variaties –de puddingvariant daargelaten…

Het begeleiden van mijn ambulante bewoner had een totaal ander karakter dan dat ik tot nu toe gewend was: hij, een prachtige balletdanser, super-hoogbegaafd, syndroom van Asperger, gaf er de voorkeur aan om met mij te praten. Vaak vroeg ik me af voor wie deze uurtjes waardevoller waren, voor hem of voor mij. Een ding is zeker: we kregen er allebei iets van mee! Vanaf het moment dat ik bij hem binnen was, tot de laatste seconde bij de deur die achter mij in het slot viel was er een bijzondere vorm van communicatie en aandacht. De terugreis naar mijn basis locatie gebruikte ik om mijn hoofd weer leeg te maken en om mezelf te “herladen” voor de begeleiding die daarna nog volgde.

Die middag had hij, de danser, mij o.a. geprobeerd uit te leggen hoe ingewikkeld het voor hem is om een vraag te beantwoorden. Hij had zichzelf aangeleerd om met een razende snelheid door de bibliotheek van zijn hersenen te zoeken naar de context en de bijbehorende antwoorden.
Als iemand aan mij vraagt hoeveel is 1 + 1, dan ga ik eerst kijken wie het vraagt en met welke mogelijke reden. Is het een wiskundige, dan zal hij waarschijnlijk gewoon een antwoord willen hebben op de formule en dan is 1 +1 = 2. Maar… je zult begrijpen dat 1 + 1 ook 3 kan zijn, bijvoorbeeld als je rood + geel bij elkaar doet dan krijg je oranje – dat zijn 3 kleuren. Maar… het kan ook zó zijn: 1 + 1 = 10, want als je 1 taart hebt + 1 mes, dan kun je daar 10 taartpunten mee maken. Maar ook…

Nog voordat hij massa’s andere voorbeelden kon aandragen onderbrak ik hem. De strekking was duidelijk. Allemachtig…. Wat 1 vraag al niet teweeg kon brengen.
En zo filosofeerden we een paar uur achter elkaar. Ik had deze terugreis beslist nodig om me even te kunnen focussen op het avondeten. Rijst. Wat zou ik? Nasi misschien?

Ik arriveerde bij de gezamenlijke woning, waar steeds één van de bewoners een maaltijd bereidde voor de (eigen)medebewoners die mee wilden eten. De beurt was aan degene die ik die dag begeleidde. Ik opende de deur alwaar een geur van allerlei kruiden op me af kwam. Huh??Verbaasd ging ik naar binnen, waar mijn oog direct viel op de keurig gedekte tafel en een meer dan ontzettend uitgebreide dis van allerlei verschillende gerechtjes. Mijn mond viel open, ik was totaal verrast, overdonderd, ontroerd en sprakeloos tegelijk. Vanuit de keuken klonk een stem: Oh, ben je daar al? Een verhit uitziende bewoner zette een laatste schaal gevuld met witte rijst op tafel. Ik voelde me een vis op het droge: happend zonder geluid.

Met een brede smile van oor tot oor verklaarde mijn bewoner: Ach ja, ik dacht dat je wel moe zou zijn na zo’n dag werken. Ik was toch vrij, dus ik ben toen maar alvast aan het eten begonnen. Ik schat jou zo in dat je vast wel van een rijsttafeltje houdt.
Ik stond perplex en bijna apathisch naar al die heerlijkheden te gapen, nog altijd zonder woorden en een brok in mijn keel. Een: Eehhh… hallo? bracht mij terug naar de werkelijkheid. Niet lekker? vroeg hij vervolgens aarzelend. Ik kon alleen maar stamelend uitbrengen: “Mijn hemel…. Wat heb jij daar een werk aan gehad! Dit is hartstikke te gek man!”

Vervolgens ging de deur open en kwamen alle mee-eters binnen. Niet lang daarna zaten we met z’n vijven aan tafel te genieten van een overheerlijke maaltijd.
Terwijl ik een hap nam, merkte ik dat de kok mij met een geheimzinnig glimlachje gadesloeg, naderhand wist ik de tekst die daarbij hoorde: Lekker hè? Wacht maar tot je de keuken ziet!

Oh, wat hield ik van mijn werk! 🙂