Daar is ze weer!

Daar is ze weer!

30 mei 2019 0 Door Bonnie

Hoe lang ik haar ken, dat weet ik niet precies maar een paar jaar is het al gauw. De eerste keer dat ik haar zag was ze verdrietig, het was tijdens onze eerste ontmoeting. Mijn vriend P. de witte was daar toen ook nog bij. Daarna heb ik in een korte periode meerdere keren contact met haar gehad. Naar mate we elkaar meer zagen, des te minder ‘beladen’ werden onze tête-à-tête’jes. Ik kan gerust stellen dat ze steeds blij werd als ze me weer terugzag, ook al waren onze afspraakjes slechts van korte duur.

Haar familie ken ik ook. Soms kwam ze met hen en soms zonder. Haar zusje of haar neefjes kwamen ook wel alleen. Maar allemaal zijn ze net zo lief als zij. Ze schenken altijd aandacht aan mij en nemen de tijd voor een praatje. Ik zie ze graag komen. Soms gaan er maanden voorbij dat ik haar of haar familie niet zie. En dan ineens is ze er weer. Soms heeft ze bloemen zij zich, soms chocola en ook wel eens een paar sigaretjes. Die rookt ze niet zelf op, maar neemt ze mee en legt die tussen ons in op het bankje, waar we samen naar toe wandelen.

Zoveel jaren en zoveel ontmoetingen zijn voorbij gegaan, inmiddels is mijn vriend De Witte er niet meer. Gelukkig heeft hij voor een stel nazaten gezorgd, waar ik het ook prima mee kan vinden. Zij vindt ze ook leuk, maar mij vele malen leuker uiteraard. Ik denk dat ik een band met haar heb, ondanks dat ik haar niet echt veel zie. Ik weet het gewoon als ze er is. Alsof haar aanwezigheid in de lucht hangt. Zodra zij de auto heeft geparkeerd en is uitgestapt, loop ik haar al tegemoet. Meestal komt ze via de voordeur, ik kan haar bijna niet missen.

Afgelopen zondag ging het ietsje anders. Ik was buiten, maar had haar niet zien aankomen. Dat komt omdat ze een andere route binnendoor had gepakt. Ha, dacht ze mij nou werkelijk voor de gek te kunnen houden? Ik dacht het niet! Ik wandelde naar het bankje en ja hoor! Daar was ze. Geen chocola en geen sigaretjes. Ah… dan is zij hier niet voor haar vader dit keer. Ze kijkt verrast op: Hee, kijk nou eens…daar ben je weer! Goh…leef jij nog? Ja hè hè…dat zie je toch! Degenen die niet meer leven dat zijn jouw ouders, duh!

Op het bankje liggen een rode en een witte roos met een strikje eromheen. Oh, ik begrijp het al: zeker voor haar moeder. Wat een scherpe doornen. Au! Haal weg die dingen… hoe kan ik zo nou naast je zitten. Nood breekt wet: dan maar op je schoot.

In de verte komen de nazaten van vriend P. loom aan gekuierd. Hè nee hoor, nu even niet. We gaan niet nu ineens in bloei staan en haar aandacht lopen trekken hoor, want ik ben aan de beurt. Mmmmm lekkerrrr, ik voel haar hand over mijn rug glijden. Ja, daar! Ietsje hoger… heerlijk. Ik ben inmiddels van haar schoot, languit op het bankje gegleden en voel me wegzakken in een haast ontspannen hazenslaapje. Haar stem maakt me wakker als ze roept: Nou dag hoor ma! Ze staat op en wandelt weg. Ik rek me lang uit en scherp mijn nageltjes aan de ruwe planken van het bankje. Ik loop een klein stukje met haar mee en terwijl zij rechtdoor gaat, sla ik rechtsaf richting de voordeur. Ik heb trek in wat brokjes. En daarna ga ik kijken of er nog andere bekenden van me zijn…

Zal ik even bij jou op schoot? Zijn die bloemen voor je moeder?
Ik kom lekker naast je liggen, wil me me nog eens aaien?

Met dank aan de Troostkat van het Yardenhuis van Rijswijk, die er altijd is en altijd met je mee huppelt. Zij luistert naar al je verhalen en waakt samen met vriend pauw over jouw dierbaren als jij er niet bent.