Gênant!

Gênant!

18 juli 2019 1 Door Bonnie

We hadden elkaar een tijdje niet gezien en zaten aan de koffie gezellig bij te keuvelen. “Vertel, hoe gaat het tegenwoordig met jou?” vroeg ik. Ach meid, je kent het wel he…PHPD, maar verder mag ik niet klagen. “Ehm..PHPD??” vroeg ik ongerust. In mijn gedachten flitsten allerlei afkortingen voorbij, ADHD, MDD, ODD, PDD-NOS…maar van PHPD had ik geen weet. O nee? Heb jij er nog geen last van dan: Pijntje Hier, Pijntje Daar? We schoten prompt allebei in een lachbui en het gesprek nam een wending via pijntjes naar gênante momenten. Wat is jouw gênantste moment?Kom op, vertel, je hebt er vast wel eentje! Nou ééntje?-dacht ik grinnikend in mezelf, denkend aan mijn reeks soms lompe, niet handige, flapuit opmerkingen of blunderende acties.

Wat dat betreft heb ik beslist een aardje naar mijn vaartje. Oh, wat kon mijn vader soms lachwekkend suf uit de hoek komen. Of er in vallen, zoals ooit tijdens een kerstdiner bij ons thuis. We zaten met (schoon)familie (dus spannend) aan tafel en mijn vader zou wel even een foto van ons maken. In die tijd had je nog van die “rits-rats-klik” compact camera’s, een smal langwerpig fototoestelletje met ingebouwde flits. Mijn vader klom op een kruk, zette het ding voor zijn gezicht en nog voordat ik verschrikt kon roepen “NEEEE Pa! Andersom!!” hoorde ik mijn vader zeggen: Ja daar komt -ie….allemaal lachen! En: Klik! Flits! En daar donderde mijn vader achterover van zijn krukje de gordijnen in. Hij had de camera achterstevoren gehouden en bij het indrukken kwam de flits precies in zijn oog, waardoor hij verblind zijn evenwicht verloor. Allemaal lachen, ik hoor het hem nog zeggen.

Een ander penibel moment met hem, was tijdens een crematie. Omdat er nog een dienst vóór ons was, moest ons gezelschap buiten wachten bij het crematorium. Mijn vader wilde per se nog even gauw een sigaretje opsteken en deed dat discreet achteraf, om het hoekje van een gebouw waar toevallig de dienstdoende voorganger het zelfde van plan was. Ik was met mijn vader meegewandeld. Mijn vader pafte rookwolkjes en zag die vervolgens in veel grotere vormen in de lucht opgaan. Huh? Hoe kon dat nou? Hij snoof eens diep… Wat gek… Kijk, die rook! Ziet u dat ook? vroeg hij aan de eerwaarde. Ook ik keek omhoog, zag rook uit een schoorsteen op het dak van het crematorium komen en wilde mijn vader daarop wijzen. Maar nog voordat ik mijn vader kon behoeden voor een ondoordachte opmerking, snoof hij nog eens en zei: Nou ja zeg, nu ruik ik toch echt barbecue! U ook? De eerwaarde kreeg een spontane hoestbui en mij kon je ter plekke opvegen. Hoezo gênant?

Terug naar mijn gênantste moment. Denkend aan mijn PHPD, kom ik al gauw uit bij mijn knieën. Ik ben lange tijd bij menig behandelend arts en therapeut geweest, die vaststelden dat de pijn veroorzaakt werd door slijtage van het kraakbeen in beide knieën. Via via belandde ik ergens halverwege jaren negentig bij een manueel therapeut. Manuele therapie was in opkomst, maar voor mij was het op dat moment totaal iets nieuws. Tegenwoordig kijk ik negens meer van op en is niets mij meer vreemd, maar mijn eerste kennismaking met het manuele gebeuren vergeet ik mijn leven lang niet meer.

Komt u verder, verwelkomde de therapeut mij uit de wachtkamer richting spreekkamer. Een forse vriendelijke man keek mij over zijn bril aan en vervolgde: kleedt u zich maar vast uit, dan kom ik zo bij u. Pardon, uitkleden? Maar… ik kom voor mijn knieën, aarzelde ik. Ja, dat weet ik, maar ik wil uw rug zien. U mag uw ondergoed gewoon aanhouden. Tot zo. Hij liet mij verbijsterd achter.

Niet dat ik zo preuts ben, maar ik bedacht me wel een ogenblik of ik vanmorgen een ‘ongevalwaardig setje’ had aangetrokken. Verklaring: matchend onder- en bovenstuk, zonder gaten of uitgelubberd elastiek – want stel, je krijgt een ongeval…dan wil je er toch niet al te shabby bij liggen. Ja toch, niet dan?

Nu was ik in die tijd niet echt rijkelijk bedeeld qua cupmaat, maar zoals een tante van mij altijd pleegde te zeggen Wat God niet schiep, schiep Hunkemoller, droeg ik dus een fraai voorgevormd maatje-meer-BH’tje en pfoeh..gelukkig een bijpassende slip. Tegenwoordig zijn er van die (onder een)T-shirt BH’s, lichtelijk voorgevormd en superzacht, maar die van destijds waren zo ongeveer van Tiger plastics onverwoestbaar hard kunststof. Je denkt misschien wat doet dat er toe, maar heus straks wordt het duidelijk.

Daar zat ik, in mijn ondergoed, aan de tafel bij de therapeut die mij het hemd van mijn lijf vroeg 😉 Daarna moest ik voor hem gaan staan: bukken, strekken, rekken naar links en naar rechts. Ik voelde me een beetje opgelaten. Komt u maar even op de behandeltafel liggen. Ik klauterde braaf op een soort behangerstafel met een keiharde ondergrond. Op uw rug graag.

De therapeut bracht één van mijn knieën -gebogen- naar mijn bovenlichaam, zoals bij een hoog opgetrokken been. Díe handeling begreep ik nog wel. De volgende echter niet. Beeld je in: Hij kwam met zijn grote bovenlichaam over mij heen hangen, greep de onderkant van de tafel met beide handen en trok zijn volle gewicht naar mij toe, zodat ik tussen hem en de tafel geplet werd als een soort tosti. Intussen kraakte mijn knie vervaarlijk. Ik schrok me wezenloos. Wat was dit voor iets achterlijks??

Het ritueel herhaalde zich met mijn andere knie tussen ons in. Ook die kraakte, maar toch klonk het enigszins anders. De therapeut stond recht en liep terug naar zijn bureau. Komt u nog maar even hier zitten. Nog ietwat verdwaasd kwam ik rechtovereind en liet mijn blik automatisch even langs mijn bovenlijf naar beneden glijden. De adem stokte in mijn keel….want dat andere gekraak was niet afkomstig geweest van mijn knieën.

Doordat ik zo geplet was, waren de beide hardtop cups van mijn BH volledig ingedeukt tot plat. Nee!! Wat gênant!! En ik moest zo nog bij die man aan z’n tafel komen zitten ook! Ik kon wel door de grond. Ik besloot maar te doen alsof mijn neus bloedde en nam plaats met een pokerface. De therapeut stak stoïcijns zijn verhaal af: Mevrouw, wat ik zojuist heb geconstateerd… PLOP! luid onderbrak mijn linker cup zijn relaas, door ineens terug te schieten naar de oorspronkelijke vorm.

Ik kreeg het spaans benauwd en bovendien begon het ook nog eens gevaarlijk te kriebelen aan mijn lachspieren. De therapeut ging onverstoorbaar verder en halverwege zijn volgende zin, jawel… PLOP! …schoot rechts ook terug in vorm. Nu hield ik het haast niet meer van de lach, maar beet verwoed op mijn onderlip. Oh man, schiet toch op met je verhaal. Ik ontplof! Ik wil me aankleden. Nu! Het leek een eeuwigheid te duren en hè hè, eindelijk! Na een handdruk verliet hij de kamer, barstte ik in schaterlachen uit en was pas na een paar minuten in staat mezelf weer aan te kleden.

Een mengelmoes van schaamte, zenuwen en toch ook de humor van het hele gebeuren overviel me. Oh zo lachwekkend, maar tegelijkertijd zo vre-se-lijk gênant!

soms: geen beter vermaak dan leedvermaak….