Er zijn
Er was eens een kerkje, dat nu niet meer bestaat. De deur was open en ik ben er naar binnen gegaan. Het was nog vroeg, donker, koud en het geurde naar wierook. Bij het beeld in de hoek brandde al een enkel kaarsje. Ik ontstak er ook eentje, plaatste die pal onder Maria’s neus en ging er recht tegenover zitten, starend in het vlammetje.
Een half uurtje later sloot ik net zo stilletjes als ik gekomen was de deur weer achter me en keerde huiswaarts. Daar schreef ik op een los blaadje de volgende woorden zonder erover na te denken, recht uit mijn hart:
Er zijn
Even niet hoeven praten
Even niet hoeven luisteren
Even alleen maar voelen
Er zijn
Even geen vragen
Even geen antwoorden
Even helemaal niets
Er zijn
Even niet voor anderen
Even alleen met jezelf
Even opladen
Er zijn
Even anoniem
Even niet thuis
Even op een plek
Waar ik kan zijn
Wie ik even wil zijn
© Bonnie Groenewout – 2005
Nu ik de woorden herlees, bedenk ik me dat ze tijdloos zijn. Ik zou het nu -bijna vijftien jaar later- ook geschreven kunnen hebben. Alleen zou het dan waarschijnlijk een andere aanleiding en lading hebben gehad. De herinnering die voor mij aan de oorspronkelijke tekst kleeft, is aan die ochtend waarop ik haastig de woorden op papier krabbelde om mij daarna in rap tempo naar mijn ouderlijk huis te begeven.
Natuurlijk kwam ik als laatste binnendenderen. Oeps, sorry! Ik verontschuldigde mij echter niet voor de reden van mijn vertraging, ofwel: datgene waar ik die ochtend als eerste behoefte aan had. Ik pakte een stoel en voegde me aan de grote tafel bij mijn moeder en zusje, die al druk bladerden door het boek met voorbeelden van de begrafenis-onderneemster. U ook gecondoleerd, zei deze plechtig.
Die lange nacht hadden wij, Mijn Harem -zoals mijn vader ons drietjes vaak noemde, in onze pyjama’s bij zijn ziekbed in het ziekenhuis doorgebracht. Wij mochten bij hem blijven overnachten, maar halverwege om 03:08 uur is hij rustig ingeslapen.
Ach papaatje…. Op 12 november a.s. zou je 92 zijn geworden. Misschien nog meer gekrompen, kriput en nog altijd met stok – met zonnebril – met een Vicks-inhalator in je linker neusgat 😉 en waarschijnlijk nog steeds niet kaal, doch met spierwit haar. In dat laatste herken ik jou in mijzelf, ik ben aardig gemêleerd op weg om bijna zo wit te worden 😉
Er zijn al zoveel jaren voorbij zonder jou, maar nu jouw verjaardag in aantocht is, bedenk ik me met een glimlach:
Er zijn beslist eigenschappen, die ik van jou heb
Er zijn karaktertrekjes van jou, die ik in mijn zusje zie
Er zijn kenmerken die ik bij jouw kleinzoons herken
Er zijn massa’s herinneringen aan jou
en regelmatig momenten
die me even aan jou doen denken
Wat mooi dat die…
…er zijn!