Dé Kaarten
Van alle kaarten in je leven, dat zijn er bij mij honderden en nog eens honderd extra als ik die van Gebroeders Van D. uit M. erbij op tel 😉 zijn er twee het allerbelangrijkst. De eerste is van jouw geboorte en de laatste van jouw afscheid. Die eerste, daar heb je zelf absoluut geen zeggenschap over. Pas als je kunt lezen wat er staat en beseft dat het over jou gaat, dan kun je je ouders er oeverloos over bevragen. Ehm…nou ja, zo ging dat bij mij.
Met kinderogen zie je je eigen geboortekaartje anders dan pakweg zo’n vijftig jaar later. Dan kan het zomaar zijn dat je datzelfde kaartje oubollig en gedateerd vindt. Gooi daar nog zo’n slordige tien jaar bovenop en ineens is het daarentegen ’n hip en a(uthe)ntiek exemplaar. Hoe je t ook wendt of keert, het blijft -net als jijzelf- het product van je ouders.
Toen ik tot vervelends toe mijn Aap-Noot-Mies plankje kon op dreunen, wist ik ineens ook mijn naam op de voorkant van mijn kaartje te ontcijferen. Mam, zo heet ik! Ben ik dat plaatje? Nee, antwoordde mijn moeder, toevallig heet de mevrouw die de tekening heeft gemaakt ook zo. Daar begreep ik als kind geen moer van. Maar het is toch míjn kaartje? Ja, maar zij heeft ‘m getekend. Is het dan háár naam die daar staat? Maar waarom dan? Gewoon toeval. Waar woont die mevrouw dan? Ken ik haar ook? Heb jij haar dan verteld hoe ik heet? En heeft ze mij toen getekend? Waarom staat dan háár naam op mijn kaartje? Ben ik misschien dan toch dat getekende kindje mama? Met een zucht sloot mijn moeder onze eenzijdig geworden conversatie resoluut af met een vriendelijk doch zeer dwingend: Zeg, ga alsjeblieft buiten spelen jij!
En ja hoor, daar is later een liedje over gemaakt, ook weer door zo’n mevrouw met dezelfde naam 😉
De rouwkaart, de aankondiging van jouw overlijden, dat is een totaal ander verhaal. Natuurlijk hoop je dat je je hoofd daarover voorlopig niet over hoeft te breken. Misschien is het zelfs wel zo, dat je er bewust voor kiest om het aan nabestaanden over te laten. Of misschien schuif je het aarzelend voor je uit, omdat het pas iets voor “Later” is en je er nu nog niet in wil duiken. Die keuze heb je dus. Ik zelf ben er serieus over aan het nadenken geslagen.
De aanleiding is wat minder. Deze week is namelijk Don zijn moeder, mijn schoonmoeder, overleden. Zo kwam het dat wij maandagavond ineens met zijn broer en zussen, al dan niet met partners plotsklaps rond de tafel zaten. Het leek me gepast om me een beetje op de achtergrond te houden, omdat ik het bespreken van een uitvaart een ‘eigen kinderen’-aangelegenheid vind. Toch werd ieders mening gevraagd en kreeg ik dus ook het stapeltje A4-tjes in handen met talloze voorbeelden van openingszinnen voor de rouwkaart.
Al die zinnetjes en gedichtjes hebben mij de dagen erna goed bezig gehouden. Zo weet ik nu bijvoorbeeld wat ik per se NIET wil op mijn kaart. Voor spreuken en gedichten geldt het zelfde. Stuk voor stuk zijn de voorbeelden prachtig hoor, maar niet echt persoonlijk, behalve als de woorden toevallig op iemands lijf geschreven lijken te zijn.
Op een bepaald moment werd een gedicht gevonden, dat iedereen wel geschikt leek. Toen Don het ook aan mij liet lezen, stokte de adem even in mijn keel. Ik herkende het gedicht meteen al na de eerste regel. Het was van Toon Hermans en precies díe had ik voorgelezen op mijn eigen moeders uitvaart. Het is háár gedicht, dacht ik onmiddellijk. Nee natuurlijk niet echt, maar zo voelde het op dat moment wel even voor mij. Mocht ik hier nu hardop iets over zeggen, of moest ik het zo maar laten? Ineens werd een ander gedicht naar voren geschoven, woorden die veel meer pasten bij het leven van mijn schoonmoeder.
Stiekem was ik opgelucht.
Dit gedicht is het geworden:
Als je me zoekt…
ga naar daar waar de golven breken
naar daar waar de zee de aarde kust,
want slechts daar kan ik gelukkig leven
slechts daar verkeert m’n hart in rust
Vast niet alleen bij mij, maar over het algemeen gebeurt het maar al te vaak dat de herkenning in een paar woorden, een ieder doet denken aan hun eigen ervaringen, herinneringen of situaties. Daarom vind ik zelf een tekst op de persoon geschreven het mooist. Veel vaker brengt dat juist een glimlach teweeg, met name omdat je dan de persoon in kwestie er in herkent en het specifieke herinneringen aan die persoon oproept.
Ik zeg: Weg met die hele taboe-sfeer! Ik vind het heus zo gek nog niet om mijn gedachten af en toe over mijn afscheidskaartje te laten dwalen. Waarom zou ik niet? In tegenstelling tot mijn geboortekaartje heb ik hier immers wél de mogelijkheid voor een eigen inbreng. Al zijn het maar wat richtlijnen en ideetjes voor de vormgeving en wat ik per se niet qua tekst wil en mogelijk wel. Als ik deze gegevens bij mijn polis bewaar, kan ik het veranderen hoe en wanneer ik maar wil. Het kan maar duidelijk zijn. Of in ieder geval handig.
Voor later. Heel veel later. Uiteraard.
Gerelateerde blogs:
Ave Maria
(van)De Kaart
ja bo, heel heel heel heel veel later.
ja, maar dan moet jij wel blijven als getuige. ik zeg: Deal!