Dood haar

Dood haar

12 december 2019 0 Door Bonnie

Niet schrikken, want het is maar net hoe je de titel leest. Het staat er wat luguber misschien, zeker met dat gezellige Psycho-douchegordijn erbij 😉 maar vrees niet. Het is geen gebiedende wijs om wie dan ook er toe aan te zetten een vrouwspersoon om het leven te brengen. Verre van dat!
Dus ja, dan blijft er nog maar één andere optie over: het zijn de haren op mijn hoofd. De zogenaamde ‘dode puntjes’, wel te verstaan.

Al een tijdje neem ik me voor om nu eens echt een kapperszaak binnen te lopen, in plaats van er langs. Zo moeilijk is dat niet, bij ons in het winkelcentrum zitten er drie, maar op de een of andere manier komt het er maar niet van om mijn Rollz over de drempel te duwen.
Van de week ben ik zowaar semi-spontaan het door mij omgedoopte “aquarium” binnen gestapt. Want: een kleine inloop-kapsalon met glazen wanden, op één muur na.

Bij binnenkomst heet iemand je welkom naast een groot touchscreen. Daarna kun je op dat screen de keuze maken van je behandeling. In mijn geval: wassen-knippen-drogen. Simpel. Stylen heeft bij mij totaal geen zin, mijn haar is Steil op z’n aller-aller letterlijkst en met hoofdletter S. Geen krultang, wafelijzer, hotbrush, Magic Wand, papillotten of warmtekrullers kunnen daar langer dan een uur verandering in aanbrengen.

Terwijl mijn haren gewassen werden, dwaalden mijn gedachten af naar een kappersbezoek van tijden terug.

Al jaren gaan wij samen met vrienden op vakantie en van alle keren zijn we denk ik het vaakst in Arcen geweest. Voor ons is die omgeving in Limburg, plus die van vlak over de grens inmiddels bekend terrein. Boodschappen doen in Duitsland heeft ons de gevleugelde uitspraak Eerst hier maar ff ‘n bakkie doen? opgeleverd, om vervolgens neer te strijken op het terras van de Konditorei op een hoekje ergens in Straelen.

Bij ons zoveelste bezoekje, viel ons op, dat het eens lege pandje naast de Konditorei/Bäckerei weer in gebruik genomen werd. Zo op het eerste gezicht oogde het mij schreeuwerig druk, waarschijnlijk door het kleur- en lettergebruik op de gevel. Dan was er ook die naam: Hairkillers. Hoe verzin je zoiets! Steeds als we er voorbij liepen, vroeg ik me af: Wat doen ze daar nou eigenlijk met je haar? Maken ze het echt dood?

Ik besloot, puur uit nieuwsgierigheid, eens een gokje te wagen. Ik zag geen klanten in het pand, dus erg lang kon het niet duren. “Als jullie nou alvast een koffietje gaan doen, dan wip ik even bij de buren naar binnen”, zei ik tegen Don en onze vrienden. De opmerkingen Echt? Meid….zou je nou wel? Het ziet er zo…zo…eh niet-kapperig uit, sloeg ik uiteraard in de wind.

Een enorme ruimte, mede door het hoge plafond, met tegen één wand een rij kapstoelen voor spiegels. Donker, bijna duister, niet te definiëren graffiti-cartoonachtige tekeningen op de muur, het deed een beetje punk-rock-achtig aan. Waar begon ik aan? Bij de ingang was een soort katheder op een verhoging, een meisje kwam aangelopen en sprak mij vanaf haar spreekgestoelte toe. Womit kann ich Ihnen helfen? Ich möchte gerne meine Haare schneiden lassen, antwoordde ik dapper. Het meisje bladerde in een soort agenda en gebaarde dat het nu wel kon. Kommen Sie bitte mit.

Ik volgde haar tot halverwege de lege ehhh…salon, alwaar zij mij op een nummertjes-automaat wees. Verbaasd keek ik van haar naar de lege stoelen en van daar naar de automaat. Was dit een grap? Maar nee, zonder een spier te vertrekken gebaarde het meisje mij om een nummertje te pakken. Mijn welbekende lachkriebels borrelden al vaag omhoog. Vervolgens leidde ze mij naar een rij stoelen naast de ingang. So, jetzt warten Sie hier einen Moment bitte. Warten? Waarom en op wie dan? Er was verder niemand, ik zat daar in mijn dooie uppie.

Het meisje verdween van het toneel en nog geen drie tellen later schalde haar stemgeluid door een intercom: Nummer Siebenundachtzig! Ik kreeg de neiging om keihard Bingo!! te roepen, maar hield mij netjes in. Hetzelfde meisje kwam weer tevoorschijn, liep op me af en wenkte mij mee naar een van de stoelen bij de spiegels. Ik onderdrukte een grinnik. Wat was dit voor poppenkast? Hingen er soms ergens verborgen camera’s of zo en werd ik in de maling genomen? Klaarblijkelijk niet, het gezicht van het meisje bleef in plooi -in tegenstelling tot dat van mij.

Hoe ik mijn haar geknipt wilde hebben vroeg ze. Ik was melig lacherig geworden en dat ging ten koste van mijn Duits. Ich eh…können Sie meine Pony oder wie heisst das Ding hier ein bisschen ehm…. Abschneiden oder so etwas. Killen, stel je voor: bijna had ich killen gesagt. Zij was immers een Hairkiller! En dan dat “meine Pony”…whoehaha, in mijn verbeelding wachtte buiten een klein paardje vastgebonden aan een lantaarnpaal op mij tot mijn haar bruut vermoord was. Whoehaha.

Zij bleef ijzig serieus en kamde met de ene hand mijn pony over mijn voorhoofd en knipte aansluitend met haar andere hand in één snelle beweging haar schaar langs de onderrand. Met een föhn blies ze de geknipte haartjes weg en zei stoïcijns: Acht Euro bitte.
Wat een giller zeg, deze hele vertoning! (Of: wat een killer?)

Vijf minuten later voegde ik me bij de anderen op het terras van de Konditorei. Huh? Ben je nu al terug? Je zou toch naar de kapper, wat heeft die gedaan dan?
Ga je niet geloven! Doe mij eerst maar Kaffee mit Apfelkuchen 😉

Nee, een pony heb ik niet meer. Mijn haren zijn, gemakshalve, al langere tijd één lengte. Inmiddels ben ik helemaal gewend aan mijn zebra-gestreept grijs en aan verven doe ik niet meer. Dat schijnt trouwens killing te zijn voor je haar hè 😉