Deining
Wat een rare week was het. Niet dat ik van alles had gepland, maar toch liep het “anders” en dat begon al op maandag toen ik in de loop van de dag steeds meer last kreeg van kleine duizelingen in mijn hoofd. Soms lijkt mijn lijf bedacht te hebben: “Nieuw jaar, nieuwe kansen, nieuwe kwalen”.
Juist als Bo’tje in een (voor mijn begrippen)tamelijk rustig vaarwater ligt te dobberen, belandt zij in een letterlijke draaikolk. Nou, ik kan je zeggen: die van de afgelopen paar keer leken er sterk op dat ik de evenaar passeerde. Die zal ik even toelichten.
Mijn moeder vertelde ooit dat het passeren van de evenaar aan boord van het schip, waarmee ze met haar familie naar Nederland vaarde, groots gevierd werd met een Neptunus-feest. Zo waren er ook wetenswaardigheidjes en lieten ze bijvoorbeeld zien wat er gebeurde met de draairichting van het water. Bij het laten leeglopen van een badkuip zag je het water vóór het passeren van de evenaar linksom kolken en dat veranderde na het passeren in een rechtsom draaiende kolk.
Nou, zoiets voelde het dus in mijn maag als gevolg van hevige duizeligheid. Ik kon geen beweging meer maken zonder dat nare gevoel. Aan het begin van het jaar overkwam me het in een weekend, ik heb toen de huisartsenpost geraadpleegd die mij pillen gaf, eentje tegen duizeligheid en eentje misselijkheid. Bij het verslag uitbrengen bij de poli KNO, dachten ze daar dat het wellicht te maken had met mijn hoor-implantaat. ’t Zou kunnen dat door de harde knallen van het oudejaars-vuurwerk, de kristalletjes die in het evenwichtsorgaan horen te zitten los getrild zijn en dat geeft duizeligheid. Het zou vanzelf over moeten gaan en dat deed het gelukkig ook na een paar dagen, mede dankzij de pilletjes.
Tot afgelopen maandag dus. Dinsdag werd het nog erger en heb ik mijn dansles moeten afzeggen, ik stond vanzelf al te walsen zonder ook maar één echte beweging te maken 🙁 Gelukkig was Don vrij en konden we samen naar de huisarts. Die deed wat oefeningetjes en constateerde vrij snel dat het ging om BPPD, kortweg: positieduizeligheid. De pillen die ik de vorige keer had gekregen moest ik in geen geval meer innemen, die bleken te sterk en met name voor ménière bedoeld. U moet er juist doorheen, dus beweegt u vooral maar goed met uw hoofd -ook al wordt u er misselijk van. Gewoon doorgaan tot het vanzelf ophoudt. Nou…. Dat klonk me niet echt aanlokkelijk in de oren. Kijkt u op internet maar naar de Epley oefeningen, die kunt u thuis zelf doen.
Dat was het, daar kon ik het mee doen. Eenmaal thuis was ik bekaf en had weinig trek in Epley. Suf geworden van het anti misselijkpilletje dat ik nog in huis had, ben ik in slaap gevallen.
Vandaag ben ik toch maar even naar mijn KNO arts gegaan en heb hem verteld over mijn symptomen en de bevindingen van mijn huisarts. Wat schetst mijn verbazing? Mijn KNO begint te glimlachen en zegt vrijwel direct: Nee hoor, dat is het niet. Ik begrijp de verwarring, het lijkt ook allemaal zo op elkaar, maar dit is beslist geen BPPD. Komt u maar. Drie tellen later zit ik in de behandelstoel en worden mijn oren leeg gestofzuigd.
Mijn hoofd wordt beetgepakt met een: Blijft u maar gewoon naar het puntje van mijn neus kijken. Niet schrikken hoor! Met een stevige draai naar rechts –krak- gevolgd door eentje naar links –krak-, stelt de arts vast: Het is “neuritis vestibularis“. Mag u op internet googlen, beetje flauw hè, maar daar staat het wel uitgebreid omschreven. Verder stelt hij me gerust dat het totaal niets met mijn hoor-implantaat heeft te maken, maar eerder een nasleep is van een ontstekinkje in mijn oor -getriggerd door de vermoedelijke griep die ik de vorige week onder de leden had. Houdt u er rekening mee dat u door deze duizeligheid doodmoe wordt, dus doe maar rustig aan en: Vroeg naar bed!
Wat hij wel wonderbaarlijk vond, is dat mijn linker oor vrijwel helemaal schoon en vrij van ontstekingen is. Ik verklaarde dat ik zelf denk dat dat dankzij de dupilumab behandelingen voor mijn astma is. Dat leidde bij hem tot een: Aha! Tsja… die -mabjes. Hmm. Bij langdurig gebruik kan dat juist aanleiding geven tot duizeligheid.
Nou…die opmerking vond ik dan wat minder geslaagd.
Op naar mijn volgend ziekenhuisbezoekje in Rotterdam (hoe hou ik mezelf een midagje zoet….) Op de dagopname waar ik met dupilumab behandeld word, vertelde ik over mijn duizeligheid en het bezoek aan huis- en KNO-arts. Hmmmmm, -mabjes en duizeligheid zei u? We noteren het in uw dossier en zullen het er met de longarts over hebben. Maar zei u nou ook dat u griep heeft gehad? Hoe lang geleden? Want als dat onlangs is geweest krijgt u geen behandeling vandaag.
@#$%! Eh, ik hoest alleen nog maar een beetje, zei ik naar waarheid. Ja maar koorts, misselijk, braken en diaree dan? Nee hoor, ik heb geen koorts -voel maar. Misselijk ben ik ook al lang niet meer en van diaree is helemaal geen sprake. Jaja! Aarzelde de verpleegkundige die meteen een thermometer in mijn oor propte. 36,8. Zie je wel, geen koorts, zei ik opgelucht. Toch werd er overlegd met collega’s, maar uiteindelijk werd mijn injectie uit de koelkast gehaald. Wat denkt u, gaat u vandaag zelf prikken? Pfff…o ja…het volgende om over na te denken, of beter maar niet te veel en gewoon DOEN.
Oké, we doen het gewoon weer samen. Waar zit dat knopje nou toch dat je om kan schakelen zodat het je allemaal niets meer kan schelen? Ik probeer zo nonchalant mogelijk te zijn: Ja best hoor. Wilt u de injectie nu zelf vasthouden? Ja best hoor. Terwijl de naald een centimeter boven mijn been hangt, mompel ik: Ik geloof dat ik nu spontaan een uitbarsting van koorts krijg…wat is het warm hier hè? Wil je alsjeblieft mijn hand even vasthouden -zonder te duwen dan hè! De eeuwig geduldige verpleegkundige moet lachen en geeft gehoor aan mijn verzoek. Ik haal diep adem en zeg vastberaden: Ik moet nu gewoon ophouden met dat aarzelen en denken. Ik ga in één keer doorzetten NU. Samen tellen we hardop: Eén…twee…drie…! PRIK -naald in mijn been en ik voel er totaal niets van. De ampul leegspuiten vind ik niet erg, fluitje van een cent. Hè hè..eindelijk mijn angst overwonnen! Goed zooooo! Lacht de verpleegkundige, Ik ben trots op u!
Opgelucht verlaat ik na de eindcontroles de afdeling en terwijl ik op de taxi wacht die me naar huis brengt, trakteer ik mezelf op een cappuccino bij mijn ballonvriendjes. Als ik daar een hoestbui krijg, zegt de mevrouw van het winkeltje Zo, nou dan! Nog één nachvorsie mevrouw! Willu soms wat dropjes? Ik heb toevallig net nieuwe binnen: Rotterdamse doorpakkers. Ach ja, vooruit maar, die wil ik wel. Grappig, de dropjes hebben de vorm van de SS Rotterdam, Centraal Station, Markthal en uiteraard de Euromast. Ik vis het stoomschip er tussenuit en zet mijn tanden erin.
Zo! Korte metten! Afgelopen met dat gedein op de golven in mijn hoofd en in mijn maag, ik maak er ter plekke nu een einde aan. Weg ermee! Symbolisch kauw ik het schip fijn en slik het door.