Losse flarden

Losse flarden

12 maart 2020 1 Door Bonnie

In tegenstelling tot de sporadische momenten waarop ik als een wezenloze naar mijn lege scherm staar, met vingers die levenloos boven mijn toetsenbord hangen -niet wetend wat ik wil schrijven, heb ik ook van die dagen dat ik word overladen door ingevingen. Jaaa, dat moet ik onthouden, dáár ga ik over schrijven. En je zal zien, dat ontaardt dan in losse flarden -die hopelijk aan het eind weer één geheel vormen….

Afgelopen week was er zo eentje met van die trigger momentjes. Op zich kwam dat goed uit, ik had mezelf namelijk min of meer voorgenomen om vooral niet te schrijven over het “Jeweetwelvirus”, dat al door heel Nederland (wat zeg ik…wereldwijd!) breed uitgemeten wordt in de media. Je kunt er niet omheen. Wat overigens niet impliceert dat ik er oogkleppen voor heb opgezet. Ik deel her en der braaf elleboogstootjes uit als begroeting. Soms krijg ik in plaats daarvan, een met de vingers gevormd hartje als gebaar terug, wat op zich best grappig is.

Mijn fantasie dwaalt af naar tijden van weleer, toen etiquette-regels nog hoogtij vierden. Tegelijkertijd komt mijn Schoevers Handboek voor de Secretaresse uit 1974 naar boven drijven. Hierin wordt onder het hoofdstuk Etiquette bij Begroeten benoemd, dat het handreiken veelal achterwege gelaten kan worden. De heer groet de dame het eerst. Hij neemt zijn hoed af en als hij die niet draagt, dan maakt hij een lichte buiging mét een glimlach. De dame beantwoordt de groet met een hoofdknik én glimlach.
Met dit in mijn achterhoofd, viel het mij gisteren tijdens mijn wandelingetje naar het winkelcentrum op, dat er veel meer wordt geglimlacht. Of verbeeld ik me dat maar? Hoe dan ook: de mensen onderweg en in de winkels oogden naar mijn idee veel vriendelijker dan anders.

Uit eerder genoemd handboek werd ook een groot deel over publiciteit als vorm van communicatie behandeld, zo ook: Reclame; Druktechnieken; Public Relations etc. Gezien de tijdsgeest inmiddels tamelijk achterhaald en gedateerd, dat moge duidelijk zijn. Eén van de opdrachten die we destijds over dit onderwerp kregen, was om voor een (zelf te bepalen) bedrijf een persbericht en reclame advertentie uit te werken. Ik heb toen een fictieve schoenenwinkel bedacht en de terugkeer van de naaldhak geïntroduceerd.

Naaldhakken, in de jaren vijftig ontstaan en uit het modebeeld verdwenen. Ik kon ze me nog al te goed voor de geest halen, omdat mijn moeder ze veelvuldig droeg tijdens mijn kinderjaren. Minder prettig was, dat ik er regelmatig een “correctie-tik” mee kreeg… En misschien was dat wel de reden dat ik ‘m terug in het leven wilde roepen onder het mom: kijk je eigen draak in de ogen, zoiets dergelijks -grinnik.

Hoe dan ook, mijn werkstuk werd met veel enthousiasme ontvangen. Ik hoor nog het opgewonden hoge gekir van mijn docente: Kiiind! Wat énig! De terugkeer van de nááldhak, hoe kóm je erop! Samengevat: goed bedacht, goed geschreven, leuk vormgegeven, compliment en een dikke voldoende. Wat niemand toen nog kon voorspellen, was dat twintig jaar later de naaldhak daadwerkelijk zijn rentree maakte.

Ook tijdens mijn Schoevers-periode is mij een paar keer gevraagd, of gesuggereerd: En wat denk je? Ga je ook iets met ‘schrijven’ doen? Nou nee, die ambitie had ik toen niet. Ik kon me er geen voorstelling van maken dat je er je brood mee kon verdienen. Het bleef dus bij het krabbelen in een dagboekje waar een slotje op zat en dat niemand anders dan ik mocht lezen. En kijk mij nu zitten…. Het dagboekje heet nu Blog. Zonder slot. Ik ben een open boek, nou ja bij wijze dan.

mijn eerste exemplaar, dd 1969

Ik probeer dat wat ik schrijf ‘gevarieerd’ en ‘bij mezelf’ te houden en wil vooral voorkomen dat mijn blogs alleen maar een soort reviews worden van producten. Daar zijn er al zovele van en ik laat dat dan ook liever aan de influencers van deze tijd.

Een enkele keer heb ik wel titels van boeken genoemd, maar niet als recensie. Het paste nu eenmaal in het verhaal en staan toevallig in mijn boekenkast. Het kwam zogezegd ’ter sprake’, zoals vandaag mijn bezoekje aan Xenos ter sprake komt.

Weer even terug dus naar mijn wandelingetje van gisteren. Dat had een doel: op jacht naar soepkommen. Je weet wel, van die groot uitgevallen koppen met een oor om makkelijk vast te houden als je niet echt aan tafel wilt eten. Nergens meer in ‘echte’ winkels te vinden. Uitgestorven diersoort. Ik heb het hele winkelcentrum afgestruind. Nada. Niente. Alleen maar kommetjes zonder oor, waar je je vingers aan verbrandt, dus een bordje eronder moet gebruiken en dat gaat glijden… afijn, da’s een ander verhaal. Vul zelf maar verder in.

&^%@!
waarom alleen online?

Uiteindelijk belandde ik winkel X 😉 Ook hier vond ik niet wat ik zocht, maar waar ik wel langer bleef hangen om zomaar even rond te neuzen. Als je alleen bent kan dat prima, als manlief er bij is…. (ook dat is een ander verhaal, vul zelf maar in….)
Bij de uitgang zag ik ineens kleine flesjes frisdrank en mijn oog viel op die ene met het etiket Sweet Basil Seeds. Wat was dat nou weer? Bij mij betekent dat: Proberen! Ik koos voor mango/ananas, een gelige vloeistof vol met kleine pitjes-omhuld-met-een-soort-gelei.

Het deed me onmiddellijk denken aan het drankje dat ik altijd van mijn moeder kreeg als ik ziek was: een groot glas rozensiroop met van die soortgelijke glibberige pitjes erin. Hier drink dit, dan zakt de koorts. Maar mam, ik wil die kikkerdril niet, protesteerde ik dan lichtjes. Doe niet zo gek. Dat is geen kikkerdril. Dat is gewoon selasih. Doe nou maar! De limonade was vooral zoet en de pitjes -zonder smaak- gleden als vanzelf naar binnen. Wonderbaarlijk genoeg, nam de koorts daadwerkelijk af. De naam van de pitjes is me altijd bijgebleven als se-la-sie, niet wetend wat het betekende. Tot nu. Basilicum-zaadjes dus.

En uiteraard kon ik het niet laten om toch even op Google te surfen, waar ik ergens op een site vond dat selasih de eigenschap heeft om de lichaamstemperatuur te laten dalen. Om die reden wordt het in de Ayurvedische geneeskunde dan ook toegepast bij koorts.
Jeetje….was mijn moeder dan haar tijd ver vooruit? Hmmm, ik heb haar met haar kruidengebruik altijd al gekscherend ‘ergens’ van verdacht. Al had dat dan meer te maken met hokuspokus en een bezemsteel 😉 Sorry ma, grapje, maar dat weet je wel hè 🙂

Voor mij was het nu meer een nostalgisch drankje en de mango/ananas variant was best lekker. Misschien ga ik de andere varianten ook eens ga proberen. Gewoon voor lekker, niet per se als koortsverlagend middel. Alhoewel…..
Zeg, ik denk dat ik nu maar ga wandelen!
Zeker voordat iedereen aan het hamsteren slaat, immers: als het werkt tegen koorts en gezien het virus….

Oh nee, daar zou ik het nou juist niet over hebben….

Cheers!