Op de schop

Op de schop

14 mei 2020 1 Door Bonnie

Ik word vroeg wakker door het geluid van een hoop gestommel en kabaal. Huh, wat is dat?! Nu zijn de woningen in ons appartementencomplex best goed geïsoleerd. Als de deuren dicht zijn, hoor je beslist heel weinig -tot helemaal geen geluiden elders in het gebouw. Maar dit is serieus werk, hier kan geen isolatie tegenop. Gegooi en gesmijt, gesleep, gesjouw…gedonder. Door het hoge dak van het Atrium worden deze geluiden weerkaatst en versterkt. Zeg wat is dit toch allemaal? Ik sta op uit mijn bed en loop op mijn tenen naar de keuken. Dan maar een kopje thee, ik ben nu toch wakker. Don heeft deze week vakantie, laat maar lekker uitslapen. Dus niet. Daar staat hij ineens met een woest rechtopstaand corona-kapsel slaperig achter mij. Zoooo….ze zijn begonnen!

Op het moment dat hij het zegt, bedenk ik me gelijktijdig: Och ja, de binnentuin gaat op de schop! Letterlijk. Alle beplanting gaat eruit en dus worden ook de reusachtige palmbomen geveld. Ja echt! Unaniem door alle bewoners tijdens een ledenvergadering ingestemd. Het werd tijd.

Na twintig jaar hebben de enorm uitgegroeide palmtakken de tweede verdieping bereikt, waarbij ze een aantal woningen op de eerste verdieping totaal verduisteren. Al een tijd zijn ze lastig in toom te houden en is het bovendien ook nog de vraag of hun wortels schade hebben aangericht, of dat alsnog zullen doen. Er was een periode afgesproken dat de binnentuin zou worden heringericht en zo te horen begint dat vandaag.

Ook al ben ik best nieuwsgierig, ik ga niet kijken. Ik zie het straks wel, als alles en iedereen weg is. Eerlijk gezegd kan ik er niet zo goed tegen als er grote bomen omgehakt worden, uitgegraven, versnipperd en afgevoerd. Ik word er weemoedig van: ‘iets’ raakt me dan en ik kan niet goed uitleggen wat dat ‘iets’ is. Misschien is het de combinatie van het ‘in een paar uurtjes tijd’ neerhalen van iets dat in jaren is uitgegroeid tot iets groots, plus het gapend gat dat achterblijft. Ja, zoiets dergelijks zal het zijn.

Het spreekwoord Boompje groot, plantertje dood, valt me in. Omdat ik denk dat het voor een aantal bewoners uit ons appartementencomplex een letterlijke betekenis heeft. Ik vermoed dat bij een ieder van hen ongetwijfeld een eigen herinnering naar boven komt drijven.

Dit jaar is het twintig jaar geleden dat het (nu ook ons) complex officieel werd geopend en bewoond. Het merendeel van de ‘eerste bewoners’ woont hier nog. Sommigen nog altijd samen, echter ook een aantal alleen -omdat hun partner inmiddels is weggevallen. Destijds zijn gezamenlijk de tuinen in en rondom het complex aangelegd en onderhouden, tot de fysieke gezondheid het niet helemaal meer toeliet. Toen is op een bepaald moment besloten tot uitbesteden van het tuinonderhoud door een hovenier.

Dat wat twintig jaar geleden samen is geplant, wordt nu met grof geweld door derden uiteen gehakt en met kruiwagens afgevoerd in de grote oplegger van een vrachtauto. Je maakt mij niet wijs dat niemand dat wat doet. Of ben ík nou zo’n softie? Oké…een beetje wel, soms 😉

Ik moet ineens aan de blauwe regen in de achtertuin van mijn ouderlijk huis in De Lier denken. Mijn moeder heeft die daar jaren geleden als iel struikje geplant. Zij verstond de kunst om met haar groene vingers ieder boompje in de door haar gewenste vorm te leiden en te laten gedijen. Zo werd de blauwe regen een ware boom, waaronder het aangenaam vertoeven was in de schaduw als de zon te fel scheen.

Soms, als ik in De Lier moet zijn, rij ik nog wel eens door “onze straat” en probeer dan in het vluchtig voorbij rijden door de voor- en achterramen dwars door het huis heen, te bespeuren of de boom er nog staat. Vooral deze tijd van het jaar is het een blauwe zee van trossen naar heimwee geurende bloemen. De boom van mijn moeder. Zou hij er nog staan? Boompje groot, plantertje dood…..

Een enorm gebrul van een kettingzaag haalt me terug uit mijn gepeins. Tjongejonge, nu wordt het menens daar beneden! Ik hou mijn hart vast, wat zal het straks kaal zijn…. Letterlijk een kaal onthaal, in tegenstelling tot de tropische ontvangst die wij ondervonden toen we voor het eerst binnenkwamen om onze huidige woning te bezichtigen. Sindsdien is een soort vakantiegevoel me altijd bijgebleven, steeds opnieuw wanneer ik het gebouw betreed. Ik denk dat het de stille kracht van de palmbomen is. Zo meteen: was.

Het grappige is dat een eventuele nieuwe bewoner die na vandaag hier zijn intrek neemt, misschien ooit zal zeggen: Ik herinner me nog goed wat ik dacht toen ik het gebouw voor het eerst betrad: Oh, wat een ruimte! Wat een licht! Zo opgeruimd en strak! ’n Gek idee eigenlijk.

toch even slikken…

Oud maakt plaats voor nieuw, as we speak.
Daar waar op dit moment een eind aan wordt gemaakt en verdwijnt, ontstaat ruimte om iets nieuws te laten groeien.
Jawel, het is hoog tijd om nieuwe herinneringen te creëren. Als in: a never ending story. Als in: the circle of life.

Genoeg gefilosofeer.
Zeg, ik ga me tóch maar aankleden om even vanaf de loopbrug over de reling te gluren wat er beneden zoal gaande is. Hoe je het ook bekijkt…het is toch een beetje besloten afscheid nemen en dat wil ik stiekem toch niet helemaal missen 😉

Uitgerekend op de invalideparkeerplaats:
(na)wuivende palmen…..

Gerelateerde blog:
Wherever I lay my hat