ARKO

ARKO

2 juli 2020 1 Door Bonnie

Arko, ja.
Een veelgehoord begrip, toen ik nog in het Westland woonde. Als in: Heeft jouw auto airco? Neen, wel Arko: alle-ramen-kunnen-open.

Wat heb ik vorige week vaak aan die uitdrukking moeten denken. Ik kon er alleen niet meer om lachen. Tjonge jonge wat kan ik slecht tegen de hitte! Een aantal van jullie weten dat wel. Zo niet, dan kan het haast niet missen als je in mijn buurt bent, want ik laat het je overduidelijk merken met veelvuldig gezucht, gepuf, ik-ga-dood en meer van dat soort ach-en-wee-kreten.

Vroeger toen ik nog thuis woonde vreesden mijn ouders het al als de temperaturen hoog opliepen. O nee, daar heb je haar weer, zei mijn vader dan als ik verhit de tuin in kwam, Wedden? Ze gaat vast weer dood. Daar werd ik nóg chagrijniger van. Mijn moeder compenseerde dat door stilzwijgend verfissende glazen citroenkwast aan te dragen.

Begrijp me niet verkeerd, ik ben reuze blij met het appartement waar we nu wonen. Het is een heerlijk thuis, maar op warme dagen als deze mis ik soms een eigen tuin of balkon. Dan denk ik met enige weemoed aan ons vorige huis, waar wel sprake was van Arko en de enorme tuin.
Met mijn eigen plekje onder de pergola in de schaduw van de druiven, het lekker lui hangen op mijn schommelbankje, ‘s morgens in de ochtendstilte ontbijten aan de picknicktafel en daar ‘s avonds lekker lang (na)tafelen. Heerlijk buiten.
Ok, toegegeven daar was het ook snikheet in de zomer….

Waarschijnlijk speelt de extra beperking door het hele corona gedoe me ook parten. Zodra het een paar weken geleden steeds mooier weer werd, kwamen er al voorzichtig wat buren uit ons complex buiten in de gezamenlijke tuin zitten.

Begrijpelijk dat iedereen na zo’n lange tijd van binnen blijven naar buiten wil. Echter met de 1,5 m afstand-regel in acht genomen, is het terras al snel “vol”. Soms zelfs té vol, constateer ik als ik door mijn luxaflex naar beneden gluur. Behalve dat, staat er geen zuchtje wind en is het er bijzonder warm -zelfs onder de parasols.

Oké, tuurlijk kies ik er zelf voor om binnen te blijven, met de zonweringen omlaag en de franse balkondeuren dicht. Zolang ik me maar rustig houd… dan nog voel ik me ‘s avonds als een langzaam gegaard sudderlapje dat ieder moment in draadjes uiteen kan vallen.

dus dát….

Zonder dat ik er zelf erg in heb gehad, denk ik dat ik langzaam kleine frustraties heb weten op te stapelen. Dingen die nergens over gaan als je ze afzonderlijk beschouwt, maar gooi je ze bij elkaar in een sudderpan….

Afijn, aan het eind van de heetste dag van de vorige week kwam de stoom uit mijn oren. Een simpele optelsom van kwetterende buurtjes in de tuin -waar ik niet tussen wilde zitten en tegelijkertijd toch verlangde om buiten te zijn; alles potdicht: niks ARKO; donker; plat dak, dus sauna-taferelen: veel transpireren veel gewapper en als klap op de vuurpijl ging er iets mis in de oven. Per ongeluk de knop op ‘hetelucht’ ingesteld waardoor mijn ovenschotel onherkenbaar, hevig rokend tevoorschijn kwam. Het meeste zwart kreeg ik er wel af geschrapt, maar de geur bleef wat vreemd… Pffff….

En juist op dat moment kwam Don thuis uit zijn werk. Zooo, daar ben ik dan. Goh, weet je wel hoe warm het vandaag in de winkel was?! Slopend! Ik ben kapot.
Owwww…..foute openingszin…
Ik weet niet meer wat ik er toen allemaal heb uitgegooid. Of nou ja… toch wel, maar niet alles is voor herhaling vatbaar.

Kortom: nee, ik ben beslist geen leuk mens als de temperaturen tropisch zijn. Speaking of which, ik ben helemaal niet tropisch ingesteld, zoals meermaals wel over mij gedacht wordt. Oh, jij kan zeker heel goed tegen dit weer hè? NEEN DAT KAN IK NIET! IK BEN EEN NEP-PINDA! En nee, natuurlijk schreeuw ik dat niet in het echt, maar wel lekker om zo in hoofdletters te doen alsof 😉

Hoe dan ook, nadat ik eenmaal stoom heb afgeblazen word ik langzaam maar zeker wel voor rede vatbaar en is een normaal, rustig gesprek best weer mogelijk hoor.
Dus we hoeven niet te verhuizen? vraagt Don nog quasi voorzichtig. Nee joh, dat hoeft zeker niet! Ik vind het echt een fijn huis.

Nogmaals: dat “niet in de tuin zitten” is mijn eigen keus, de mogelijkheid is er wél. Het feit dat er geen ramen open kunnen in verband met het WTW (warmteterugwin)-systeem is een beetje jammer. Dat de franse balkondeuren wel open kunnen, maar beter dicht tegen de hitte, is ook jammer.

Ik vind het thuis zijn op zich niet erg, maar met hoge temperaturen kost alles wat ik doe me extreem veel energie. Het constant in het “donker” zijn geeft me het gevoel een blinde mol in een donker hol te zijn. De ventilator die ik zo ongeveer door het hele huis achter me aan sleep, verplaatst slechts de lucht en geeft een soort surrogaat-verkoeling en is al lang niet meer effectief. Dus ja, wat dan…?

Dan valt het woord airco. Het verlossende woord!
Pff…wel erg kostbaar voor die paar dagen per jaar, denk ik hardop. Ja, maar ik heb het er voor over, want jij bent écht niet te genieten naast het tien keer per dag verkondigen dood te gaan, zodra het maar even te warm is. Weet je wel hoe vermoeiend dát is? Ik grijns onwillekeurig: Maar je bent nog steeds blij met mij, toch? Hmpf soms… Wat zei je? Soms? Ik trek een pruillip, Oké, maar meestal ben ik wel erg grappig.
Dan barsten we allebei in schaterlachen uit.

We hebben besloten onze vakantie dit jaar om te boeken naar een Airco. Zo eentje die in de winter ook warme lucht blaast en waar we dan het hele jaar plezier van hebben.
Het wachten is nu op goedkeuring en toestemming van de commissie van de Vereniging Van Eigenaren tot plaatsing op het (gezamenlijke)dak.
En in de tussentijd lijken de weergoden mij goedgezind, het weer is ineens omgeslagen en is zo veel beter te behappen. Kan ik mooi nog even verder afkoelen en opladen!

en zolang geen airco en arko…
behelp ik me maar met ijsco(s)
😉