Geurenblind

Geurenblind

22 oktober 2020 1 Door Bonnie

Tijdens het koken staat de TV aan (oh…daar gaat het dus mis met mijn baksels… maar dat is een ander verhaal 😉 ) en hoor ik ergens op de achtergrond een voice-over in een luchtverfrisser-reclame beweren dat miljoenen mensen lijden aan geurenblindheid. Het treedt op wanneer je gewend bent geraakt aan de geuren om je heen en ze niet meer ruikt, terwijl gasten ze nog wel ruiken, zegt de stem.

Prompt vraag ik me dan af of geurenblind een bestaand woord is en zoek het op, kan niet fout gaan met de aardappelen -ze zijn nog keihard. En ja, het bestaat.
De van Dale schrijft erover: niet in staat (bep.)geuren te onderscheiden of waar te nemen = geurdoof.
In het Algemeen Nederlands Woordenboek staat hetzelfde zinnetje, echter zonder de verwijzing naar geurdoof, maar wel met de aanvulling: ongevoelig voor bepaalde geuren, met name vieze geuren.

Aha, geurenblind….dát ben ik dus geworden.
Het ontstond vlak na mijn chemoradiatie behandelingen, inmiddels vier jaar geleden. In een klap was ik mijn geur en daarmee ook mijn smaak kwijt. Boos als ik toen was, zag ik het nut niet meer om te eten. Waarom zou ik? Ik proefde toch niets, dus waarom zou ik die pizza eten als ik niet eens het verschil proefde ten opzichte van de kartonnen doos eromheen. Eten werd zelfs ‘een dingetje’. Ik wilde niet meer. Aardappelpuree zou net zo goed een scrubcrème kunnen zijn en yoghurt een reinigingslotion. Het eens zo smakelijke stukje draadjesvlees, leek letterlijk op een hap draadjes van een badstof washandje waarop ik zat te herkauwen.

Een tijd lang ging het op en af. Soms kreeg ik ineens letterlijk de smaak weer te pakken, maar een paar dagen of weken later verdween die dan jammer genoeg weer. Tot op vandaag de dag is dat nog zo. Ik heb me er uiteindelijk maar bij neergelegd en geaccepteerd dat het is zoals het is: soms is het er wel en vaker is het er niet.

Als je mij geblinddoekt iets zou laten eten, herken ik het waarschijnlijk absoluut niet. Ik heb echt geen idee wat ik dan eet, maar probeer de structuur te herkennen. Ik denk dat herkennen precies het juiste woord hier is. Yep, ik heb mezelf aangeleerd om te gaan “eten op herkenning”, dat is het.

Voorbeeld: als ik een bord met bami voor mijn neus zie staan, dan lijkt mijn geheugen de juiste smaak er bij te zoeken, vinden en te projecteren. Zo laat het mijn bami dus naar bami smaken. Een groot voordeel hierbij is, dat het dan precies de smaak is volgens het recept van mijn moeder 🙂 Heel soms lukt het ze zelfs om die ook te projecteren op de bleke laffe slierten mie van de chinees, want ohhhh…die smaken pas écht onzichtbaar -geurenblind of niet!

Wat ik wél goed kan onderscheiden, zijn de basissmaken: zoet, zuur, zout en bitter plus umami (het Japanse woord dat heerlijkheid of hartig betekent) Daardoor kan ik dus wel degelijk ervaren of ik iets erg lekker vind, of flauw, of juist te veel gekruid. Om welke kruiden het in het laatste geval precies gaat, proef ik dan weer niet.

Het is heel lastig uitleggen, maar een ding is zeker: mijn hele smaakbeleving is anders geworden. In het begin was ik er alleen maar gefrustreerd over. Ik heb een tijdje nodig gehad om te accepteren en te bedenken dat ik op een andere manier moest gaan waarnemen.

Hetzelfde gold voor het verlies van mijn reukvermogen. Ik zag het nut niet meer om een fles parfum te kopen. Waarom zou ik? Mij te duur, zo’n naar niets ruikend pufje nevel.
In de beginperiode van het verlies was ik onzeker, vooral toen stoma Zakkelien net was aangelegd. Want: rook je haar? Rook ik muf? Werkte mijn deo wel? Ik vroeg het meerdere keren per dag aan Don, die mij steeds opnieuw verzekerde dat er niets aan de hand was en dat hij het echt wel zou aangeven als dat anders was.

Net zoals bij het “eten op herkenning”, besloot ik vorig jaar tóch mijn favoriete parfum te kopen op herkenning. Ik werd getriggerd toen ik op een parfumerie afdeling ineens mijn vertrouwde luchtje in een vernieuwde verpakking, doch onder dezelfde naam op de plank zag staan.
Jaren geleden, ergens halverwege de Nineties, bracht het huis van Bvlgari een nieuwe geur op de markt. Ik was per direct verkocht en verslaafd. Later verdween juist die geur een lange tijd uit het assortiment. En ineens stond -ie daar weer, terug van weggeweest: Bvlgari’s Eau Parfummée au Thé Vert.
Ik heb de flacon puur op herinnering gekocht, de geur heb ik ergens in mijn geheugen opgeslagen.

Heel af en toe, de laatste tijd steeds vaker, komt mijn reukvermogen zomaar eventjes terug met name in de ochtend. Oh, dan is iedere morgen een beetje vakantie. Geuren roepen onmiddellijk beelden in me op, dat ervaarde ik altijd al. Door dat ene vleugje Thé Vert, waan ik me meteen op een terrasje op het Griekse eiland Paxos. Don en ik zijn er op vakantie. Ik zie ons voor me aan een tafeltje tussen de Grieks orthodoxe priesters in hun zwarte gewaden met lange baarden. Een joelende kinderschare speelt om hen heen in de felle zon. Op mijn waaier, die gemaakt is van opengewerkte dunne houten bladen waardoor het net kant lijkt, heb ik ‘s morgens een beetje van mijn favoriete parfum gespoten. Nu op het terras snuif ik een zweem op, als ik mezelf wat koelte toe wapper.

Dat beeld….die geur…onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met mijn ogen gesloten, ruik en zie ik dit Griekse tafereel in één seconde voor me. Ohhh….Paxos!
Als ik mijn ogen open, sta ik met mijn blote voeten op de koude badkamervloer, terwijl een gure Hollandse herfststorm buiten om ons appartement jaagt. Aarghh…Maassluis!
Een schril contrast.

Tsja… geurenblind…het heeft nadelen, maar soms ook z’n voordeel als het gaat om vieze luchtjes. En wat dacht je van een aangebrande lucht? Aangebrand? Aangebrand!! Owww nee, mijn aardappelen!! @#&^!
Dan snel nog maar even een pannetje rijst koken, kan nog net voordat Don thuis komt.

Oopsy…but I couldn’t smell it…..