Schrijfopdracht 1

Schrijfopdracht 1

5 november 2020 0 Door Bonnie

Vandaag maar weer eens een geschreven stuk naar aanleiding van een schrijfopdracht die ik kreeg via onze Schrijfdames-club. Onze bijeenkomsten zijn helaas niet meer in live vanwege de coronamaatregelen, maar gelukkig hebben we mogelijkheden om virtueel samen te komen. Bijna net zo gezellig! Ik vind het best wel een groot voordeel hebben, dat we in een tijdperk leven waarin we gebruik kunnen maken van hulpmiddelen als Zoom, Teams, Skype of Whatsapp om visueel met elkaar in contact te kunnen blijven.

Terug naar de Schrijfdames. Daags na onze laatste bijeenkomst, ontvingen we een email van ons “schrijfopperhoofd” met daarbij een keuze opdracht voor de volgende keer. Een bijlage met onder andere een aantal titels; openingszinnen; vraagstukken (“Wat als…?” en “Waarom…?”); suggesties voor personages, situaties, omgevingen waar het verhaal zich zou kunnen afspelen, etc.

Onderstaand is één van mijn bijdrages. Ik wilde ‘m net als tijdens onze online bijeenkomst nog voorlezen als “luisterbijlage”, maar mijn stem laat het vandaag toevallig afweten. Met zulk een hees gefluister, zou het me zelfs geen klanten opleveren bij een nul-zes lijn. Hoewel? (bestaan die eigenlijk nog? 😉 )

Bij het openen van de bijlage naar wat ideetjes om over te schrijven, begonnen mijn vingers direct te kriebelen. Zoveel leuke dingetjes die ik zo uit mijn vingers zou kunnen rammelen op mijn toetsenbord.
Maar er was geen haast. Tijd zat, het hoefde niet per se direct. Onze volgende bijeenkomst is pas over een paar weken.

Ineens zit ik nu, die paar weken later, aan de eettafel uitgebreid na te tafelen, zoals iedere avond. Een gewoonte die ik van huis uit van mijn ouders heb meegekregen. Van kinds af aan herinner ik me dat we om klokslag 17:00 uur aten. Niet eerder, niet later. Stipt om vijf uur, dan was de tafel gedekt met passend servies. Nooit pannen op tafel, maar alle gerechten in serveerschalen.

Tijdens het eten vlogen de correcties me om de oren. Niet smakken. Niet praten met volle mond. Ellebogen van tafel. Je vork naar je mond brengen, niet andersom. Aardappelen niet prakken. Sla niet snijden. Niet wijzen met je bestek. Altijd vork én mes gebruiken, onhoorbaar: niet over het bord schrapen. Alleen rijst of macaroni met vork en lepel. Rechtop zitten. Niet knoeien. Bord netjes leeg eten en nóóit zeggen “Ik zit vol” of “Lust ik niet“.

Iedereen zweeg tijdens de maaltijd, mijn vader, mijn moeder, mijn zusje en ik. Maar zodra we onze laatste hap hadden genomen, barstte het gekakel los. Dan werd er uitgebreid verteld hoe het op het werk of op school was die dag. Soms bleven we uren lang kletsen, terwijl mijn vader de tafel in de tussentijd afruimde. Ook dat waren we zo gewend.

Mijn vader deed veel in het huishouden, afwassen, strijken, stofzuigen… Mijn moeder was juist van de (toen nog zogeheten)Black & Decker drilboor, decoupeerzaag en had een Workmate. Zij verfde, timmerde, behangde, verbouwde, zat achter haar Singer naaimachine en had ook nog eens super groene vingers qua tuinieren. En oh ja, altijd en eeuwig met die eeuwige peuk ergens op een klein glazen asbakje naast haar op een tafeltje of in de vensterbank. Hihi…dat was de ene kant van mijn moeder: de Handyman, of nou ja Handyvrouw dan. Haar andere kant was die van Mevrouw De Koningin of La Grande Dame, zo kon ze zich beslist ook gedragen. Pfoeh…. 😉

Als we maar lang genoeg bleven zitten, zette mijn vader thee. Bijna altijd jasmijn thee met heuse geurende bloemetjes na het eten. Goed voor de vetverbranding, zei mijn moeder, geen idee of ze dat serieus meende. In ieder geval werd die verbranding dan weer ruimschoots gecompenseerd door de gevulde kristallen bonbonnière, die dan ook op tafel kwam, meestal met kersenbonbons. Een enkele keer met een assortiment van verschillende bonbonnetjes.

Mijn zusje en ik hadden -en hebben nu nog steeds- een gevleugelde uitspraak als zoiets voor ons staat: “Masmas?” Wat het omgekeerde is van “Samsam” en zo goed als “ieder de helft?” betekent. Dan kwam het keukenmesje tevoorschijn en kozen we om de beurt een bonbon om die vervolgens in twee helften te snijden en samen te delen. Ook duwden we vaak eerst stiekem op zo’n bonbon om te voelen of -ie hard of zacht was. En ja…wat je aangeraakt had, moest je opeten. Hè, wat vervelend nou.

Trouwens…over dat keukenmesje, dat moet ik ook nog even vertellen. Dat was namelijk zo’n klein exemplaar met houten heft, wat je nu fruit- of aardappelschilmesje zou noemen. Mijn moeder sneed daar werkelijk a-l-l-e-s mee in de keuken. Als het bot werd, scherpte ze het lemmet met lange gelijkmatige halen langs de onderkant van een bordje weer aan. Pas als er zoveel was weggesleten dat het mesje meer weg had van een sikkel, werd er een nieuw mesje aangeschaft. Hoezo messenblok? Nooit gehad.
Het grappige is dat ik dat soort dingetjes heb overgenomen. Het kleine keukenmesje, het tafeldekken met serveerschalen, het uitgebreid natafelen met een kersenbonbonnetje….

Neem jij die laatste maar, zegt Don. Ik schrik op uit mijn gemijmer. Goh, wat was ik lekker afgedwaald zeg.
Moest jij niet nog iets schrijven voor morgen? Ben je weer lekker op tijd mee hè?
Owww ja…. Maar we zouden toch dat laatste deel van die ene serie afkijken vanavond? probeer ik nog en voeg daar haastig aan toe: Of weet je wat? Ik ga nu gauw even een uurtje schrijven. Dan kan jij intussen dat klusje voor je werk afmaken. Kijken we daarna dat laatste deel. Moet lukken.

Waar stond die link naar de onderwerpen nou ook al weer? Aha, hier is -ie. Och ja! Ineens zie ik de meer dan twintig ideetjes weer op een rij. Het eerste wat me daarbij te binnenschiet is de tekst op zo’n “Loesje-kaart” die ik ooit ergens zag: “Heeft u last van keuzestress?” met daaronder drie keuzehokjes om aan te vinken met “Ja”, “Nee” en “Nu wel
Whoehaha…. Ik weet acuut niet meer wat ik moet kiezen.

Wat als er al iemand woont in het huis dat jij net hebt gekocht?
Jaaa deze is leuk, dan moet ik ff verzinnen dat ik er nu pas achter kom dat er een luikje zit onder mijn wasmachine en dat ik dat ontdek omdat mijn wasmachine kapot is en vervangen moet worden. En dan woont er dus iemand onder….. tsja, onder wat? Want beneden wonen buurman Jansen en zijn vrouw. Hmm. Te ingewikkeld. Ander onderwerp kiezen dan maar.

Iets met een vastzittende lift? O ja, dat ik daar dan in zit met een groepje anderen die dan stuk voor stuk iets opbiechten. Nou… daarvoor hoef ik niet per se vast te zitten in een lift. Ik maak het regelmatig mee, dat mensen die ik totaal niet ken ineens hun levensverhaal over mij uitstorten. Serieus waar.
Goh, nu ik er over nadenk, heb ik best wel vaak van die bijzondere, soms zelfs bizarre, ontmoetingen. Ja, daar zou ik over kunnen schrijven!

Klaaaar! klinkt de stem van Don triomfantelijk, terwijl hij weer terug de huiskamer in komt, Jij ook?
Ehhhhh….. 1.031 woorden en 5.887 tekens, geeft mijn scherm links onder tot nu toe aan. Best wel knap, als je bedenkt dat ik nog niet eens echt ben begonnen aan mijn opdracht.

Dan neem ik een resoluut besluit.
“Weet je wat…” zeg ik “…laten we nu toch dat laatste deel maar even afkijken…”
Mijn bizarre ontmoetingen komen vast nog wel eens een keer op papier, zegt een stemmetje in mijn hoofd.