B & B

B & B

26 november 2020 1 Door Bonnie

Regelmatig verschijnen op mijn beeldscherm van die reclames met onlangs de vraag: “Herinnert u zich dit nog?” Er werd verwezen naar een website, waar je oude TV-meuk kunt terugzien. Meuk niet als oneerbiedig bedoeld, maar meer als verzameling. In dit geval films, delen van series uit het jaar prik en ook oude reclames. Pure nostalgie!

Erg leuk om in een verloren moment eens rond te neuzen. Zó gedateerd, maar ook zó herkenbaar -vond ik. Er staat bijvoorbeeld een foto van dat jochie uit de pindakaasreclame “Petje pitamientje” -weet je nog wel?- plus een foto van hoe de man er tegenwoordig uitziet met zijn zoontje (die overigens een kopie van zijn vader is ten tijde van die ‘historische’ commercial’. Grappig.
Ook zag ik een zwart/wit aflevering van “Coco en de vliegende knorrepot“, té knullig eigenlijk. Ik was destijds nog heel klein…drie of zo.

Afgelopen zondag toen we net lekker lui wilden ontbijten, schoot me die site ineens te binnen. Ik vertelde Don er over en liet wat fragmentjes zien. Dan wordt toch wel duidelijk dat we beiden van een ander bouwjaar zijn, hihi 😉 Het varieert van Oebele tot Q en Q zeg maar. Afijn, het leek ons leuk om een aflevering terug te kijken van Villa Felderhof. En: leve de hedendaagse techniek, even later stond een klein schermpje tussen de versgebakken broodjes en de gekookte eitjes op onze gedekte ontbijttafel.

In Villa Felderhof ontvangt en interviewt gastheer Rik Felderhof per aflevering twee bekende Nederlanders. Zij logeren dan een aantal dagen in zijn luxe villa aan de Côte d’Azur. Over het algemeen waren dat nogal verschillende gasten qua levens en dat maakte het programma zo bijzonder en interessant. We kozen voor de aflevering van september 1996, met logees Majoor Alida Bosshardt van het Leger des Heils en Herman Brood, muzikant, kunstenaar en junk -naar zijn eigen woorden. B & B, beiden inmiddels overleden.

De aflevering begint als beide gasten uit een grote zwarte auto stappen waarmee ze van het vliegveld zijn opgehaald. Voice-over Rik klinkt: Beide een beetje wankel ter been, maar samen in evenwicht. Het zou een bijzondere ontmoeting worden.
Die openingszin vond ik meteen al een prachtige zin. De tweede kon ik alleen maar beamen, het was inderdaad een bijzondere ontmoeting waarvan flarden mij de hele week bleven achtervolgen.

Op een bepaald moment zitten Rik, de Majoor en Herman gedrieën op een van de zonnige terrassen te keuvelen. Er liggen wat tekeningetjes die Herman heeft gemaakt tijdens zijn verblijf in “een christelijk gekkenhuis”, zoals hij dat zelf zo benoemt. Als de Majoor hem verbaasd vraagt wat hij daar precies mee bedoelt en wat hij daar deed, mompelt Herman eerst iets onverstaanbaars en verklaart dan:
Ik moest in een christelijk gekkenhuis als eh… namaak… eh goed welwillende afkicker… Hij kucht en schuift wat ongemakkelijk heen en weer op zijn stoel. Ik kon kiezen tussen de gevangenis en dat.
Vóór en na het eten moest iemand een stukje uit de bijbel lezen, vervolgt hij, en zodoende weet ik er wel wat van.

Hij laat wat van zijn tekeningen zien. Op één daarvan heeft hij een tekst geschreven: “Als het op is worden we zuinig”, met andere woorden: Leef! Laat het maar rollen! Het was een uitdrukking die zijn moeder altijd zei. Hij mompelt: je kent de waarde pas van dingen als ze er niet meer zijn

Dan vist de Majoor een tekening met twee gezichten uit de stapel. Wat is dit? Wat bedoel je met ‘wat ziet gij de splinter’? Eh…ja…die zin heb ik niet afgemaakt…eh…ik eh wist de tekst niet meer zo goed
De Majoor legt uit: dat gaat over de splinter in het oog van de ander. Door de balk in je eigen oog, zie je die dan niet meer. Gij zult geoordeeld worden met het oordeel waarmee gij zelf oordeelt. Weet je nog wel?

Ah hm hm….en kunt u zich hierin vinden? vraagt Herman.
Ja, ik denk dat ik me hierin wel kan vinden. Ik denk zelfs dat het wel heel waardevol is. Als je over een ander oordeelt, dan moet je goed zien dat je daarmee ook meteen een oordeel over jezelf uitspreekt. Als je dat niet hebt, dan denk ik dat dat gunstiger zou zijn.

Nou, dat vind ik eigenlijk wel een mooie boodschap. Die boodschap -Herman mompelt wat in zichzelf- …eh het is een levensfilosofie die boodschap. Het volgende moment zwaait hij driftig met zijn vinger in de lucht en declameert: Je zult geoordeeld worden met het oordeel waarmee je oordeelt! en vervolgens hartgrondig: Mensen zitten altijd op elkaar te kankeren….

Ja, da’s heel jammer natuurlijk, reageert de Majoor. De mensen moeten elkaar een beetje accepteren zoals ze zijn, vind ik. Iedereen is anders en dat geeft ook niks want dat maakt ‘t ook boeiender…
Herman roept enthousiast, dwars door haar zin heen: Laat iedereen in zijn eigen waarde! en de Majoor herhaalt nog eens kalm: Ja, laat iedereen in zijn eigen waarde.

Een ander fragment laat zien dat ze een vaartocht maken op een groot zeiljacht. De Majoor tuurt de horizon af met een verrekijker. Herman vraagt grinnikend: Ziet u ook die vent die zich op probeert te hangen?
Nee die zie ik niet, krijgt hij als nuchter antwoord, je moet kijken waar je oog voor hebt natuurlijk.
Herman grinnikt weer en verkondigt dan: Ik ben dol op verrekijkers. -O ja?- Ja, het idee van bespieden. Mensen waarnemen terwijl ze het niet weten, spreekt me zeer aan. Ik zou mij het liefst onzichtbaar of op z’n minst dan anoniem tussen de mensen willen begeven om ze te bekijken.

Dan vraagt Rik naar de tatoeages op Hermans armen. Het zijn fragmenten uit mijn leven, legt die uit. Ze zijn intuïtief aangebracht. Er is niet over nagedacht.
Op zijn rechter onderarm prijkt op de bovenkant van zijn pols een “knop” , ofwel: een afbeelding van een volume draaiknop met dimmer. Soms heb ik de neiging om té populair te doen en dan is het ‘hup ff dimmen’. Herman maakt een draaibeweging op de getatoeëerde knop. En soms als ik chagrijnig ben, draai ik het volume wat hoger.even een beetje meer Herman.

Uiteraard komt ook het geloof aan bod. Daar zit een duidelijk verschil van mening tussen beide gasten.
Herman vertelt over de geboorte van zijn dochter. Zij werd geboren en op het moment dat ik haar in mijn armen mocht houden, veranderde mijn leven. Kinderen zijn de zin van het bestaan. Mijn enige houvast is, dat ik vast kan houden. Dát is mijn leven. De laatste twee zinnen zegt hij stellig.

Mijn houvast is God, zegt de Majoor.
Ja maar dat is zo ongrijpbaar
Ja Herman, er zijn veel dingen in het leven ongrijpbaar, maar waarvan je toch voelt: het ís er…

Aan het eind van de aflevering, zit Herman nog even met Rik op het terras waar op het tafeltje een aantal kaarten liggen. Zowel getekend als geschreven door Herman. Hij stuurt ze naar huis, ook naar zichzelf. Op één van de kaarten schreef hij “Ik mis je ouwe zak
Rik vraagt: Stuur jij jezelf altijd kaarten? Ja, antwoordt Herman, want ik vind het leuk als ik dan achteraf zelf ook nog post krijg.
Op zijn volgende kaart schrijft hij: “Hermannetje lekkere vent, waar blijf je nou? Waar ben je nou als ik je nodig heb? Desondanks, we houden van ons”

Vlak voor het afscheid, schreef Herman in het gastenboek van Rik het volgende:

Op de volgende bladzijde schreef hij:
P.S. Wij accepteren u zoals ik ben

De dagen na het terugkijken, bleef de bijzondere aflevering in mijn hoofd hangen en wilde ik erover schrijven -al wist ik niet hoe en waarom. Misschien omdat er zulke mooie momenten waren -soms ontroerend en veelal respectvol- en dito kleine gesprekjes met pareltjes van uitspraken erin, bijna tijdloos….
Het bracht mij in ieder geval op het idee om ook eens een mooie kaart aan mezelf te schrijven en op te sturen 😉