Stok achter de deur

Stok achter de deur

22 april 2021 1 Door Bonnie

Eerlijk is eerlijk: met het oog op een mogelijke operatie in oktober en het streven naar een optimale lichaamsconditie heb ik een stok achter de deur om daar aan ‘te werken’.

Het is niet zo zeer dat ik het bij anderen neerleg, zoals in dit geval bij mijn diëtiste/life-coach en de fysiotherapeut, die het voor mij mogen oplossen. Nee, de actie zal toch echt bij mezelf vandaan moeten komen. Een andere mind-set, de knop om, lange-termijn-denken, de tijd nemen en het allerbelangrijkste: begrijpen wat er in en met mijn lijf gebeurt en hoe ik dat (fysiek en mentaal) kan beïnvloeden. Jaaa.. ik geef toe, het zijn allemaal dingen die mij heus niet onbekend zijn. Maar: Weten is één, Doen is twee. En nu heb ik dan die stok achter de deur.

Waarschijnlijk denk je nu, dat dit schrijfsel verder gaat over het reilen en zeilen met mijn “knop-om” sinds mijn gesprek met mijn oncoloog in januari.
Haha…mis! Dit gaat over die stok achter de deur!

Letterlijk. Want, nadat ik mezelf het hardop hoorde zeggen tegen iemand: “Ik heb nu een stok achter de deur”, schoot ik in de lach. Wat een suffe uitdrukking, nu ik er zo over nadenk. Iedereen begrijpt wat ik bedoel, maar waar komt die uitdrukking nou eigenlijk vandaan??

Natuurlijk heb ik dat opgezocht (het zal eens niet zo zijn 😉 ), het Genootschap van Onze Taal zegt hierover:

De uitdrukking een stok achter de deur komt waarschijnlijk voort uit de situatie waarin iemand letterlijk een stok achter de deur heeft klaargezet. Als de ander niet wil voldoen aan zijn verzoek of eis, dan kan hij snel de stok tevoorschijn halen en zo laten zien dat hij desnoods geweld gebruikt om zijn zin te krijgen.”

Nou zeg…lekker “positief” zo’n dreigement! Behoorlijk achterhaald ook. Goed beschouwd, zijn de meeste spreekwoorden en uitdrukkingen dat. Soms vraag ik me wel eens af, of ze überhaupt nog aangeleerd worden op school en wie ze dan ooit nog toepast.
Betrapt: ik!

Nu ik er bij stil sta, gebruik ik bijvoorbeeld aardig wat uitdrukkingen. Automatisch dwalen mijn gedachten ook af naar de periode toen ik nog werkte met en voor cliënten met ASS (Autisme Spectrum Stoornis). Voor de meesten die ik heb mogen ontmoeten, waren uitdrukkingen lastig te begrijpen en vaak nog veel lastiger uit te leggen.

Soms werden spreekwoorden letterlijk genomen. Als ik bijvoorbeeld zei: “Hij loopt naast zijn schoenen van verwaandheid”, dan keek de cliënt prompt naar diens voeten om vervolgens te constateren: Hij heeft zijn schoenen gewoon aan hoor.

Meestal was ik wel alert op zinnen met een dubbele betekenis, maar soms ontschoot me er wel eens eentje. Zo zat ik een keer met de ene cliënt koffie te drinken, toen de andere binnenkwam met een net gekocht T-shirt in de hand. Vol trots liet hij die ons zien en zei: Kijk eens, mooi hè! En helemaal niet duur, kostte maar twee euro! Waarop ik spontaan reageerde met: Nou joh, inderdaad goedkoop. Daar kun je geen buil aan vallen!

Aaarghhhh… meteen had ik spijt, want: Huh?! Wat zeg jij nou? Krijg ik daar een buil van?
De andere cliënt beredeneerde: Nee, juist niet! Ik denk dat als je dat shirt aan hebt en je valt dan, dat je dan geen buil krijgt. Ja toch Bo?
Ehmmmm…..ik ben op een bepaald moment maar gestopt met uitleggen, omdat het verhaal van kwaad tot erger werd -en wij met z’n drietjes steeds meliger.

Voor cliënten best lastig, dat toepassen van spreekwoorden, vooral als ze de klok ergens hadden horen luiden. Stiekem moest ik er dan altijd om lachen, let wel: niet om ze uit te lachen. Zomaar een paar:

Ja ik ga het proberen, want niet geschoten is altijd raak
Zullen we dat gewoon niet vertellen? Want wat niet weet, wat niet eet
Oh, nu begrijp ik het. Ja ja, daar steekt de aap in de mouw
Dat was nog eens een verrassing! Die zat van te voren niet in het geschied

Ook moppen worden vaak anders begrepen en vertaald. Ik vertelde er ooit eentje aan een collega:
“Het is niet nieuw en het kan goochelen. Rara? Antwoord: Tweede Hans Klok.”
Een cliënt had dat toevallig opgevangen. Later tijdens de gezamenlijke maaltijd, zei hij ineens: Ik weet nog een mop! Het kan toveren en het is goedkoop. Rara? Antwoord: Een tweedehands klok.
Stilte….niemand begreep er iets van en niemand kon er om lachen, behalve ik. Ik lag schaamteloos in een deuk en had een uur later nog de slappe lach.

Ach, die kleine interpretatie-tjes tussendoor, dat waren de kleine pareltjes tijdens mijn werkuren. In ruil voor een glimlach, deel ik er nog een paar:

Ik meen het serieus, ik heb het met mijn levende ogen gezien!

Cliënt: Moet die nieuwe baby van de buren niet naar buiten?
Ik: hoezo?
Cliënt: Omdat de zon schijnt natuurlijk. Daar groeien baby’s toch van?

Cliënt opgelucht: Mijn kat is van het balkon gevallen. Gelukkig had ze niets. Iets ongeruster: Maar Bo, heeft ze nu nog maar 6 levens over?

Als wij vandaag samen gaan koken, weet ik nog wel een recept voor de reumatup. (Nog grappiger als je bedenkt dat deze cliënt helemaal niet in het bezit is van een Römertopf…)

Cliënt: Wanneer gaan we op kindbezoek?
Ik: Je bedoelt kraambezoek.
Cliënt:
Nee, KINDbezoek. Er is toch een kind geboren!
Ik: Ja, maar toch heet dat KRAAMbezoek
Cliënt: Wat
nou kraam? We gaan toch zeker niet naar de markt?

Cliënt laat mij een foto zien, waar hij voor een kunstwerk staat. Ik denk de kleuren en stijl van Herman Brood te herkennen en vraag: “Oh, is dat een Brood?”
Antwoord: Neen, dat is een schilderij!

Drie cliënten spreken hun voorkeur uit voor koffie:
Ik vind Senseo erg lekker.
– Ik hou meer van Nespresso.
– De lekkerste vind ik van Dolce Gabana! (
Ik denk dat je Dolce Gusto bedoelt, fluister ik)

Een cliënt kucht herhaaldelijk tijdens mijn aanwezigheid. Een irritant kriebeltje, dat hem kennelijk steeds opspeelt. Op een bepaald moment vraagt hij, terwijl hij zijn mond wagenwijd opent: Kijk jij eens achter in mijn keel. Ik geloof dat ik de baard in mijn keel krijg. D’r zitten allemaal haartjes denk ik…

In een TV programma wordt gesproken over de kerkgeschiedenis. De presentator benoemt dat er verschillende stromingen zijn.
Cliënt: Ja klopt, ik ken ook een paar verschillende kerken: de katholieke, de gereformeerde en de prehistorische… of zo iets…” (Protestantse, verbeter ik met een onderdrukte grinnik).

Cliënt: Mijn lievelingseten zijn camarilles en burroti’s.
Ik: waarschijnlijk bedoel je calemares en burrito’s
Cliënt, overtuigd: Nee! Het is precies zoals ik zeg!
Ok.

We kijken naar een TV programma over een ‘probleemjongere’. De vraag die gesteld wordt is: “Hoe krijgt deze jongen zijn leven weer op de rails?”
Reactie cliënt: Nou, gewoon. Dan gaat -ie met de tram mee. Simpel zat.

Op het prikbord hangt een briefje met een spreuk erop. Een cliënt kan zich daar blijkbaar goed in vinden en schrijft zijn commentaar eronder: “Wat een goeie slow gun is dit!”

Twee cliënten in gesprek:
Zij heeft het syndroom van down.
Welnee, hoe kom je daar nou bij? Ze is toch geen mongool!
– Nee natuurlijk niet! Ik zei: Het syndroom van down en daar heeft ze medicijnen voor.
Hè, maar wat bedoel je dan precies?
– Ze is altijd down en de medicijnen zorgen er voor dat dat minder is.

We hebben het over gekke woorden in een vreemde taal. Zo komt mollejas aan de orde, het Spaanse woord voor het gerecht: gebakken zwezerik. Het geeft naast de uitspraak alleen al, genoeg stof tot nadenken. Een paar minuten later, cliënt: Wat zei jij nou ook al weer? Wat was dat woord met die jas voor die gebakken chinezerikken ook al weer?

Zo, genoeg praatjes zonder plaatjes voor deze keer.
Het is tijd om gehoor te geven aan mijn stok achter de deur. 😉

Gerelateerde blogs:
– zie categorie “Van de werkvloer”