Cadeautjes met een glimlach
Soms ligt het onderwerp voor mijn bonderdag blog voor het oprapen. In dit geval lag -ie in het schap van de hobbyspulletjes van een winkel waar ik langs liep: een pak Das klei.
Hoezo? Dat ga ik je vertellen:
Ik begeleidde ooit Thijmen, een dertiger met een stoornis in het autisme spectrum. Ontzettend creatief, technisch, programmeerde zijn eigen computerspelletjes, maakte de prachtigste sinterklaas surprises en vele andere kunstwerken.
Onvoorstelbaar wat hij allemaal kan maken, mits hij maar een voorbeeld heeft. Zonder dat, kan hij het zelf niet bedenken en komt er weinig uit zijn handen.
Zijn meest gestelde vraag was: Zou ik dat ook kunnen? Wat denk jij? Ik antwoordde standaard: Ik denk dat we het gewoon gaan proberen, vind je niet? Vervolgens zochten we samen het materiaal bij elkaar en zaten we niet lang daarna klaar met bijvoorbeeld vellen tekenpapier, kwasten en acrylverf voor ons neus. Thijmen’s papier bleef blanco zolang er geen voorbeeld was. Lag het er wel, dan maakte hij daar een bijzonder gedetailleerde replica van.
Op een dag wilde hij het boetseren uitproberen, dat had hij nog nooit gedaan. Denk jij dat ik dat kan? Is dat heel vies?
Ik denk dat we het gewoon gaan proberen en als onze handen er vies van worden, dan wassen we die daarna. Tegelijkertijd flitst het dan wel door mijn hoofd: bestaat er eigenlijk zoiets als ‘schone klei’ en waar haal ik dat?
Binnen no-time gevonden, dat werd dus Das. En hoe gemakkelijk: er stond zowaar een voorbeeld van een zonnetje op de verpakking.
(Weet je hoeveel zonnetjes er uit een kilo klei gaan? 😉 )
Afijn, ik kreeg toch maar mooi het eerste exemplaar:
Nadat ik was gestopt met werken, bleef Thijmen mij foto’s sturen van de kunstwerkjes die hij maakte. Als ik die zag, dacht ik terug aan onze creatieve uurtjes samen. Soms mis ik die nog wel eens.
Een ex-collega met wie ik nog contact heb, vertelde op een bepaald moment dat Thijmen gestart was aan een voor hem nieuw project: Denk je dat ik kan mozaïeken? -grinnik.
Bij betreffende collega informeerde hij ook, of ze wist welke kleuren ik in mijn huis had.
Maanden heeft hij aan zijn project gewerkt, ‘pietje precies’ kennende… ieder scherfje stuk voor stuk op maat geknipt, steeds de kleuren-combi aangepast…etc. etc. Eindelijk was het klaar en heeft hij, zo trots als een pauw, het eerst een tijdje als pronkstuk op een prominente plek neergezet. Zo kon iedereen het zien en bewonderen.
Thijmen wilde niet vertellen voor wie hij het dienblad had gemaakt. Tot hij op een dag aan mijn ex collega vroeg: Wil jij het naar Bonnie brengen? Het is voor haar. Een kameleon past wel goed bij haar, vind ik.
Het dienblad staat nu dus bij mij thuis. Het weegt dieplood en niet echt als dienblad te gebruiken. Desondanks ben ik er heel erg blij mee, zoiets raakt me dan gewoon.
Het kop en schoteltje is een cadeautje dat ik van een cliënte kreeg, toen ik op mijn verjaardag moest werken. Ik kwam uit een slaapdienst en zij had het op mijn ontbijtbord gezet. Owww….hoe ging ik dit tactisch brengen? Dat is erg lief van je, zei ik, maar je weet toch dat begeleiders géén cadeautjes mogen aannemen van cliënten? Dat was op die locatie een algemene regel.
Ja maar je bent toch jarig? met een trillend lipje. Ook dan mag het niet. Krokodillentranen kwamen er aan te pas. Pfff… en tussen het gesnik door: Ja maar mijn vader….mijn vader heeft het gekocht. Boehoehoe…..dus eigenlijk krijg je het van hem. Maar ik moest het geven, zei hij. Ik durf het nu niet meer aan hem terug te geven….boehoehoeoe….
Sssstt, rustig maar…ik neem het wel mee naar huis. We zullen je vader maar niet teleurstellen hè. Ons geheimpje…suste ik met een knipoog.
Zo wonderbaarlijk dat dan van het een op het andere moment alle tranen weg zijn en met hetzelfde gemak gewoon wordt doorgegaan met de dingen van de dag. Niets aan de hand!
Een van de andere dames uit de woning waar ik begeleidde, kon je na het avondeten uittekenen op de bank met een enorme lap borduurstramien en gekleurde draadjes. Het was haar manier van ontspannen na een lange werkdag. Eerst lekker eten, daarna pyjama alvast aan en héérlijk borduren -zoals ze dat gepassioneerd zelf zei.
Als ik haar vroeg: Wat ben je aan het maken? Kreeg ik steevast als antwoord: Dat zie je toch Bootje, ik ben aan het borduren! Jaaaa…maar wat wordt het? (domme vraag Bo) Nou gewoon: borduur natuurlijk! Aha, hm hm….. Uit je hoofd? vroeg ik dan voorzichtig. Neee het zit juist IN mijn hoofd. Hahaha en als ik borduur komt het er zomaar vanzelf uit, ik kan daar niets aan doen hoor. Lachend haalt ze haar schouders op.
Maandenlang werkt ze aan één zo’n lap en begint dan weer aan een nieuwe. Kijk eens Bootje en deze is voor jou! Zelf gemaakt. Dan mag het wel hè?
Zo zijn er nog een paar van die zelfgemaakte cadeautjes die voor mij een speciale waarde hebben.
Ieder jaar hangen we in december aan een van de deuren een kerstboomslinger op. Zonder slinger van de meiden is het geen Kerst, heeft Don wel eens gekscherend gezegd. De slinger is ooit gemaakt door drie meiden uit de woning die ik eerder noemde.
Ze waren gezellig met z’n drietjes naar de zogenaamde activiteiten-soos gegaan en kwamen thuis met hun gezamenlijke kunstwerk. Kijk Bootje, een cadeautje! –gevolgd door een luid geschater. Hahaha…BootjeKadootje! (Dat werd dus prompt mijn bijnaam, alle jaren dat ik in Wassenaar werkte)
We hebben er met z’n drieën aan geholpen hoor! Kijk, eerst helemaal uitgeprikt… ze vertelden het door elkaar heen in geuren en kleuren.
Prachtig meiden!
Tot slot wil ik nog één zelf-gebrouwen product van één van de dames laten zien. Het maken van 3D kaarten was op dat moment erg in opkomst. Ik heb me er zelf nooit mee beziggehouden, maar wist wel hoe het principe met de voorbedrukte vellen papier werkte. Kwestie van knippen en onderdeeltjes met kleine schuimblokjes op elkaar plakken… voilá!
Ik was ziek geweest en toen ik weer kwam werken, trof ik een beteuterde cliënte aan. Niet blij dat ik er weer ben? vroeg ik. Ja dat wel….maar ik ben boos. Ik mocht jou geen kaart sturen. O? vroeg ik verbaasd, en waarom dan niet? Omdat die niet in een envelop paste! ze zei het nijdig.
O? Nu was ik toch wel nieuwsgierig. Nog een beetje bozig haalde ze de kaart uit haar kamer. Hier! bromde ze, Zelf gemaakt!
Het volgende moment barstte ik in lachen uit. Ik kon er niets aan doen…. Ooooohhhh…. zei ik alleen maar en zag toen haar gezicht ineens vol trots stralen. Mooi hè, dat heet drie D, maar wel stom want er zijn geen enveloppen voor.
Pas later heb ik haar tactisch geprobeerd uit te leggen dat je uit één zo’n velletje meerdere kaarten kan maken en dat niet alles op één kaart hoeft… Om deze kaart heb ik op ons kantoor nogmaals heel hard moeten lachen, maar tegelijkertijd ontroerde het me ook…
Het zijn van die dingetjes die ik koester. Zo af en toe kom ik weer eens zo’n cadeautje tegen. Dan moet ik glimlachen en dan weet ik: Dáár gaat het om, dit soort kleine dingetjes!
Zo.
Tijd voor ’n bakkie.
Met een koekje
(nee, gelukkig niet zelf gemaakt 😉 )
Wat mooi al die cadeautjes, persoonlijk en dierbaar!