Hamster Pietje Oma

Hamster Pietje Oma

1 juli 2021 1 Door Bonnie

Een aantal jongvolwassenen met een stoornis in het autisme spectrum woonden in een galerijflat, verdeeld over dezelfde etage, als buren naast elkaar in hun eigen appartement. Van een extra woning was de slaapkamer omgedoopt tot kantoor voor het begeleidingsteam en de rest van de woning was voor gezamenlijk gebruik. De ruimte bood mogelijkheid om er samen te koken en eten, koffie te drinken, spelletjes te doen, tv of een film te kijken.

Deze blog gaat over Pietje, zomaar een werkverhaaltje waar ik met een glimlach aan terug moest denken.
Pietje, de erfenis van de oma van Dennis -één van onze cliënten. Nadat zijn oma was overleden werd het kooitje met het piepkleine vogeltje bij Dennis gebracht. Vol trots had hij het met een brede lach aan iedereen laten zien. Kijk eens, van mijn oma ge-orven!

Huisdieren waren toegestaan, op voorwaarde dat de cliënt er geheel zelf voor kon zorgen. Het behoorde zeker niet tot de taak van de begeleiders. In geval van Dennis ging dat prima, totdat hij een weekje op vakantie ging. Wie ging er nu voor Pietje zorgen?
Ach… het was een kleine moeite. Af en toe even wat eten in het bakje en vers water… wij, begeleiders, zouden het voor deze keer wel doen.

Het was mijn werkdag en ik was al vroeg begonnen. Ik had de deur niet horen opengaan, dus prompt stond ik oog in oog met Dennis. Hee, vakantieganger! begroette ik hem opgewekt En? ben je er klaar voor, kom je gedag zeggen? Hoe laat vertrek je? Dennis keek beduusd. O jee, wat is er mis… Vertel eens?
Nou… Pietje doet zo raar. Gisteren floot hij niet en dat doet hij normaal altijd wel als ik uit mijn werk kom. Vanmorgen deed -ie nog steeds niets….

Ik loop wel even met je mee, opperde ik. Pietje zat inderdaad wel heel erg stilletjes bij zijn voerbakje. A joh, hij is nog niet goed wakker denk ik. Maar Dennis klonk bezorgd: nee hoor, hij is juist altijd heel druk als hij me ziet. Denk jij dat hij misschien de vogelgriep heeft? Ik onderdrukte een grinnik. Hoe moet het nou met mijn vakantie? zuchtte Dennis.

Resoluut tilde ik de vogelkooi op en zei: Weet je wat, ik neem Pietje mee naar kantoor, dan kunnen we hem goed in de gaten houden en hem een beetje extra vertroetelen. Komt goed! En jij gaat gewoon op vakantie! Chop chop!
Dennis grijnsde breed en vertrok opgelucht.

Tegen tienen druppelden Max en René binnen. Beiden met dezelfde opmerking: Heee… Pietje! Waarom sta jij hier? Even in de gaten houden, riep ik vanuit kantoor, hij is geloof ik niet zo lekker. Ja hè hè, als -ie net zo oud is als Dennis zijn oma…grijnsde de één, terwijl de ander de keuken in liep. Ik zet alvast wel even koffie. Komt Jelle ook?

Jelle komt wat later, antwoordde ik en wierp een vluchtige blik naar het kooitje. Goh, hij zit er nu wel heel er stilletjes bij. Ik liep door naar de keuken en schonk koffie voor ons in.

Jaaaaa zie je nou wel! klonk het ineens paniekerig, Ik zei het je toch! Net als Dennis zijn oma… Pietje is dus gewoon dood hè!  Ik verslikte me prompt in een slok koffie. Huh?! Wat zeg jij nou, doe niet zo raar! Geschrokken, maar tegelijk ook met een opkomende lachkriebel (Oh! Waarom moet ik altijd lachen op de meest ongepaste momenten….) liep ik naar het kooitje onder aanvoering van: Je moet iets doen! Je moet iets doen! Doe iets!

Ik constateerde dat het kleine vogelbeestje inderdaad niet meer leefde. Oh mijn hemel… En verwachtten ze nou echt dat ik nog een reanimatiepoging zou doen? Nee toch zeker? Pfff….
Het is maar goed dat Dennis al weg is. Wat nu? Moeten we hem niet even bellen? Wat nu?
Oké, vooral rustig blijven. Vooral Dennis niet bellen.

In de keuken vond ik een leeg bakje waar kwark in had gezeten. Ik scheurde een behoorlijk stuk keukenpapier van de rol, nam Pietje voorzichtig uit het kooitje en rolde hem behoedzaam in het keukenpapier. Aaahhhhh, hij lijkt nu wel een mummie. En nu? Ik legde het ingewikkelde Pietje in het lege kwarkbakje en vroeg op mijn beurt hardop af: En nu?

We geven hem een waardige afdaling, zo besloten we unaniem. Op naar de stortkoker!
Op de galerij had je nog van die luiken die je open kon trekken om je afval letterlijk in te storten. Als je het luik sloot, gleed het afval door een lange koker naar beneden, loodrecht een afvalcontainer in.
We stonden met ons drietjes voor het geopende luik en net op het moment dat ik mummie-Pietje in zijn kwarkbakje erop wilde zetten, galmde een luide stem door de gang: Hee! Wat doen jullie daar?! Geschrokken trok ik heb bakje terug en lieten we het luik dichtvallen.

Jeetje Jelle!! je liet ons schrikken! we haalden opgelucht adem en vertelden hem over Pietje.
Aaahhhh nee hoor! riep Jelle verontwaardigd uit, jullie gaan hem niet als afval dumpen hoor! En al helemáál niet in een kwarkbakje! Nee hoor, dat kan echt niet jongens! Pietje moet waardig begraven worden!
Ehmmmm…. er is één probleempje Jelle… flatgebouw…geen tuin…waar precies wou je Pietje begraven dan? Op de begraafplaats natuurlijk, maar eerst moet -ie uit dat kwarkbakje. Hij moet in een mooie doos.

Nog geen tien tellen later zat ik met de mannen aan de eettafel om een doosje van karton te knippen, plakken en te versieren. Op het deksel schreef een van de jongens R.I.P. met een dikke stift en  gaf daarvoor als vrije vertaling: hier Rust In Pietje.

De volgende vraag diende zich aan: Wie gaat Pietje begraven? Alle ogen werden op mij gericht, De helden zagen een begrafenis niet zo zitten, zo’n band hadden ze nou ook weer niet met Pietje. En ja, ook omdat het precies begon te regenen. Uiteindelijk wilde Max wel mee, ook al vond hij het best spannend. Hij nam dan wel een schep mee, zei hij, en wat koekjes.
(Koekjes…?)

We wandelden samen in de regen door het park. Aan de andere kant was een begraafplaats. Ik was min of meer opgelucht toen bij aankomst bleek, dat het hek op slot zat. Terug het park in, er zat niets anders op. Onder een grote dikke boom, tussen twee stevige wortels in, leek ons een geschikt plekje. Ik graaf wel een gat, zei Max, die een lepel uit zijn broekzak trok en de daad bij het woord voegde. Wat doe jij nou? Je zou toch een schep…begon ik, maar hij onderbrak me met een triomfantelijk gezicht: Er was geen schep in de keuken, maar dit is bijna hetzelfde, het is een op-SCHEP-lepel. Ik zei maar niets meer.

Het gat was diep genoeg, ik legde het doosje met Pietje er in. Nu moet jij nog iets zeggen, vond Max. Ehhhh… iets zeggen? Ja, dat hoort op begrafenissen. Ik voelde een enorme aandrang om in lachen uit te barsten en deed moeite om het te onderdrukken. Ik eh… wat moet ik eh… Nou Pietje, daar ga je dan! Zoiets? Max knikte. We gooiden allebei een hoopje aarde op het doosje en Max begon te zingen: In een groen groen groen groen knollen knollenland…

Nu schoot ik toch echt in de lach. Sssstt! Niet doen, suste ik, hihihi…dat gaat over een haas! Max hield abrupt zijn mond, scheen even na te denken en zei toen: Nou dan moet jij maar iets zingen, want dat hoort op begrafenissen. Doe maar “Vanmorgen vloog ze nog”, ik ken daar de tekst niet van. Ik ook niet, proestte ik, en trouwens vanmorgen vloog Pietje ook al niet meer hoor!

We staarden een moment quasi plechtig naar het hoopje omgewoelde aarde aan de voet van de grote boom. Max deelde de koekjes, die we zwijgend aten…. want dat hoort op begrafenissen. 

Kom, zei ik, dan wandelen we weer terug naar de anderen. Brrr ik krijg het koud in die regen.
Zullen we dan samen lunchen? vroeg Max.
Ja best, antwoordde ik.
Maak jij dan tosti’s?
Ja best. 

Ergens had ik gelezen dat een schrijver flarden van een gesprek had opgevangen, tijdens het wachten bij een bushalte. Het deed hem denken aan een soortgelijk voorval, dat hij zelf ooit meemaakte en schreef daar zijn column over. “Verhalen liggen voor het oprapen”, had hij erbij vermeld.

Herkenbaar, vond ik, want een paar dagen geleden hoorde ik iemand zeggen “Gut nou is die hamster toch dood gegaan, Waar laat ik nou zo’n beestje? Toch niet in de kliko zeker?”
Ik moest erom glimlachen en schreef haastig wat steekwoorden op om er eventueel een blog van te brouwen.  Vanmorgen las ik in mijn agenda bij vandaag:  “Hamster Pietje Oma”