Brieven

Brieven

11 november 2021 2 Door Bonnie

Brieven schrijven, doet iemand dat nog wel eens? En dan bedoel ik ‘voor de lol’ en bedoeld als ‘sociaal contact’.

Ik vroeg het me af omdat er tegenwoordig zoveel alternatieven zijn. Email is niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. Om maar te zwijgen over de vele social media kanalen waarop van alles gedeeld kan worden.
Mocht je al iets per post willen versturen in plaats van on-line, dan is er een enorme keuze aan kaarten -al dan niet voorzien van tekst. Heb ik het mis als ik denk dat de handgeschreven brief een uitgestorven diersoort aan het worden is? Of was dat al lang zo?

Ben ik een romanticus als ik denk aan de tijd dat je een brief schreef, postte en de dagen erna vol spanning uitkeek naar een reactie, wachtend op de postbode? Of gewoon hopeloos ouderwets?

Het had waarschijnlijk anders geweest als ik altijd in dezelfde woonplaats had gewoond. Want, dan had ik niet hoeven schrijven met mijn vrienden in de buurt. Ik ben er mee begonnen na onze verhuizing van Gorinchem naar Eibergen. Ik was negen jaar en wij, klasgenootjes en buurtvriendinnetjes, beloofden elkaar te schrijven. Dat deden we in het begin trouw, maar werd algauw wat lastig. Ik was meer bezig met wennen aan een andere school, een ander dialect en met nieuwe vrienden maken. Het over en weer schrijven verwaterde.

1969

Van Sinterklaas kreeg ik mijn eerste dagboekje. Wat was ik er blij mee! Ik kon niet wachten tot het 1 januari was en ik eindelijk het nieuwe jaar kon beginnen met schrijven.  Ik koesterde en bewaakte het ding met mijn leven. Al mijn emoties vertrouwde ik toe aan het papier. En toch was het anders dan het schrijven van brieven, er kwam nooit een weerwoord.

Er kwam verandering! Wederom omdat mijn vader werd overgeplaatst. We verhuisden terug naar de andere kant van het land. Dit keer Het Westland. De geschiedenis herhaalde zich: andere school, ander dialect, nieuwe vrienden… En: brieven schrijven! Met een drietal vriendinnetjes uit Eibergen heb ik dat een tijdje gedaan, tot het verwaterde doordat we onze pubertijd ieder op ons eigen pad gingen verkennen.

Een nieuw dagboek kwam in beeld en vele daarna, als een soort rode draad in mijn leven. Maar ik miste het brieven schrijven. En op een keer besloot ik iets te ondernemen. Het was op de laatste dag van mijn allereerste vakantie op een camping langs de Ahr in Duitsland. Ik mocht dat jaar met mijn oom en tante mee op vakantie. 

Ik had ergens een dun metalen kokertje gevonden, daar propte ik een opgerold briefje in, waarop ik had geschreven: “Wie wil met mij corresponderen?” voorzien van mijn naam en adres. Vervolgens sloot ik het kokertje af, gooide het hoog in de lucht en keek niet waar het ding neerviel.

Ik was al een paar dagen thuis, toen ik een brief ontving.
“Hallo, ik ben Marcel. Ik heb jouw briefje gevonden en ik denk dat ik wel weet wie jij bent. Ik stond ook op de camping, helemaal achteraan. Ik ben die jongen met die krullen. Je hebt me misschien ook wel gezien. Ik wil wel met je schrijven.” 

Marcel was twee jaar ouder dan ik, woonde aan de andere kant van het land en werd mijn eerste correspondentievriend. Een paar jaar schreven we van alles over en weer, deelden we lief en leed. Tot het moment dat het schrijven in het slop raakte, hij kreeg verkering en ging zijn tijd aan andere dingen besteden (ik ook trouwens….)

Niet lang daarna leek de geschiedenis zich wéér te herhalen… Dit keer was ik met mijn ouders op vakantie, we stonden op diezelfde camping aan de Ahr als ‘toen’. Ik meen dat ik eerder iets over ‘mon ami-de-plume’ heb verteld in een blog. Waar was dat ook al weer… even zoeken… oh ja, hier:

Ik wilde de Franse taal studeren om er les in te geven. Mijn vader dacht daar indertijd een steentje aan bij te dragen. Het was tijdens een van onze vele zomervakanties in Altenahr in Duitsland. Op de camping was een Franstalig gezin, waarvan de vader een NATO-man. Zet daar mijn vader, de toen nog Defensie-man, naast en voilà: dat gaf meteen Anschluss. De vaders bedachten dat het wel zinvol en leerzaam was dat hun kinderen met elkaar gingen corresponderen. En wel: de oudste zoon uit het Franstalige gezin en moi. Ik schreef hem brieven in het Frans en kreeg ze van hem in het Nederlands terug, zo hebben we dat een aantal jaren volgehouden. Ik herinner me dat het me niet altijd meeviel om alles “zomaar even” om te zetten in begrijpbaar Frans, waarschijnlijk heb ik af en toe tenenkrommende steenkoolteksten geschreven en verstuurd. Het was leerzaam en leuk, maar ik kwam uiteindelijk tot de conclusie dat ik toch maar iets anders ging studeren.

Het grappige is, dat we elkaar on line weer hebben teruggevonden nadat ons schrijven reeds jaren geleden is gestopt.

Verder is er nog een frequente periode van brieven schrijven geweest, tijdens mijn danstherapie opleiding in Enschede. Ik zat wekelijks behoorlijk lang in de trein. De heenreis benutte ik om brieven te schrijven. Op de terugweg was ik daar te moe voor en sliep ik zo ongeveer de hele rit naar huis.

Ik schreef voornamelijk korte briefjes, die ik met een kaart in een enveloppe postte. Bestemd voor een collega die ziek was en niet meer beter werd. Ik schreef over van alles, bijvoorbeeld over hoe mijn reis eruit zag. Dan omschreef ik de prachtige seizoensbeelden bij de Veluwe, waar ik dwars doorheen reed. Alsof ik haar door mijn ogen nog van alles wilde laten zien…

Ik kende haar man niet, maar hij nam op een bepaald moment contact met mij op om te vertellen dat ik niet meer hoefde te schrijven… Ze was er niet meer. De eerstvolgende treinreis was een verdrietige. Ik schreef toch nog een laatste brief aan haar en liet die op haar uitvaart achter bij haar kist.
Dat heeft er toe geleid dat ik daarna een tijd lang met haar man heb gecorrespondeerd. Ik heb dat altijd beschouwd als een bijzondere en waardevolle periode, cq brief-uitwisseling.

Brieven kunnen het verschil maken….

Ach..en dan is er nog die ene collega met wie ik ongeveer vijfenveertig jaar geleden heb samengewerkt. Wij schrijven elkaar nog altijd brieven. Niet vaak, maar zéker op onze verjaardagen en met Kerst. Ook dat vind ik nog altijd heel bijzonder! Welliswaar zijn het tegenwoordig uitgeprinte versies, die we in een kaart vouwen. Gemak dient de mens, dus waarom niet? Hoe dan ook: het is tóch een brief.

Brieven… een stukje nostalgie.. of nou ja, mooi briefpapier in elk geval.

En ja, ik ga heus wel met mijn tijd mee. Ook ik ervaar het gemak van alle andere manieren van communicatie en contact. Niet alleen is het sneller, maar ook eenvoudiger. En als er zich een situatie voordoet, dat je even niet weet wat je moet zeggen – laat staan schrijven- dan zijn kaarten met kant-en-klare teksten een uitkomst. Prima! It’s the thought that counts!
En zo heel af en toe, schrijf en verstuur ik ook nog wel eens een briefje…