Alfred en Tristan

Alfred en Tristan

6 januari 2022 2 Door Bonnie

Ik stel mezelf voor, dat ik in de wachtkamer bij de tandarts zit. Op het tafeltje naast mij ligt een tijdschrift half open. Boven een stukje tekst prijkt de titel “Alfred en Tristan”.  Ik constateer, maar besteed er eerst geen aandacht aan. Vervolgens blijven die namen in mijn hoofd spoken. Alfred en Tristan, Alfred-wie? Tristan-wat? Wie zijn die gasten? Ken ik hen en waarvan dan? Binnen no time is mijn nieuwsgierigheid verder aangewakkerd, grijp ik naar het tijdschrift en begin over deze twee heren te lezen, zelfs al zeggen hun namen mij niets.

Eigenaardig hoe dat soms zo werkt bij een duo. Als boven het stuk tekst slechts één naam had gestaan, bijvoorbeeld Tom, dan had ik waarschijnlijk gedacht: “Tom. Ja, dus?” meer niet.  Maar neem nu Tom EN Jerry, die combinatie wordt ineens leuk en dan verschijnt er ineens een glimlach op mijn gezicht.  Hoewel, nu ik dit zo schrijf… met Ben vind ik Jerry eigenlijk een nog véél interessantere combi, waar ik nog veel vrolijker van word -moeten er wel van die krokante nootjes in zitten.
Hoe dan ook: een duo is of lijkt krachtiger. Soms zelfs onlosmakelijk met elkaar verbonden, vaak elkaars eigenschappen en talenten versterkend. Soms ontstaat er een ware smaakverrijker, zoals Peper en Zout het verschil kunnen maken in een flauwe soep. 

Meestal zijn het juist de tegengestelde kenmerken, die samen de juiste combinatie vormen.  
Peppi en Kokki, Laurel en Hardy, Bert en Ernie, Batman en Robin, Koot en Bie, Starsky en Hutch, Nick en Simon, Siegfried en Roy,  Domenico en Stefano (oké flauw…Dolce en Gabbana natuurlijk…) zomaar wat uit de lucht geplukte, uiteenlopende, bekende duo’s. De gemeenschappelijke deler is, dat de ene helft van het tweetal de andere helft aanvult. Mocht ik al één van de twee op zich niet leuk vinden, dan blijkt -ie ineens best mee te vallen naast de ander. En zo kom ik dan eindelijk bij Alfred en Tristan.

Allereerst moet ik bekennen: Het is geen duo. Het gaat slechts om één persoon. In dit geval Alfred. Typisch zo’n man die ik daarnet bedoelde met “op zich niet leuk”.  Eigenlijk is dat nogal zwak uitgedrukt, deze man is namelijk totaal niet leuk. Sterker nog, ik vind hem hoogst irritant. Dat is de schuld van de reclame. Of moet ik zeggen: Dat is de kracht van de reclame: Iets of iemand zó irritant vinden, dat je het er toch over hebt. 

Alfred dus: de man die naast vrouwlief het bed in stapt. Nee, het gaat niet over matrassen of pyjama’s. Zijn vrouw vraagt:  Heb jij het alarm wel aangezet? En dan klinkt de lijzige, saaie, vermoeide stem van Alfred: Nee, vergeten, sorry, terwijl hij het dekbed over zich heen trekt.  Zij zegt dan nog een soort van opgewekt, dat zij het wel zal doen. In het begin dacht ik dat zij het bed uit moest om, eerst helemaal naar beneden, in het donker de pincode van het apparaat in de gang bij de voordeur in te schakelen. Maar nee gelukkig, ze pakt haar telefoon van het nachtkastje en toetst daar iets aan op het beeldscherm. Klaar! In die tussentijd scoort Alfred behoorlijk minpunten bij mij met zijn futloze blik en met -tot overmaat- zijn opmerking dat hij nu veel lekkerder slaapt met het alarm erop. Hij hangt nog even achterover in de kussens en zucht dan alsof het zijn laatste woorden zijn: Welterusten lieverd.

Brrrr… ik krijg rillingen van die man. Wat zeg ik? Ik krijg enge neigingen van die man. Ik ben allergisch voor hem. En iedere keer als ik de beginbeelden van het reclamespotje zie, groeit mijn aversie voor die man en zijn alarmsysteem. Alfred, de naam die ik hem gegeven heb, omdat het zo lekker allitereert met Alarmsysteem. Tegenwoordig zap ik Alfred Alarmsysteem weg, nog voordat hij na het tandenpoetsen schijnbewegingen maakt om naast zijn vrouw tussen de lakens te schuiven. Totdat….

Verrek! Alfred is invalide! dat was mijn eerste reactie bij het zien van het reclamespotje. Of nou ja, mindervalide dan.
Ik zie hem zitten op een liftstoeltje, terwijl hij langs de trapleuning naar beneden zoeft. Nee, niet in pyjama, maar casual gekleed. Onderwijl, brengt hij met zijn vingers wat plukjes van zijn kapsel in model. Hij oogt vrolijk en kwiek, er kan zelfs een glimlach vanaf.

Met vlotte stem vertelt hij, dat het lopen niet zo goed meer gaat en dat hij daar met ‘deze lift’ een oplossing voor heeft gevonden. Zijn vrouw is daar ook heel blij mee, zo zegt hij. Beneden stapt hij monter af van het stoeltje en loopt haar opgewekt tegemoet. Maar hee…wacht eens, heb ik iets gemist? Zie ik goed dat hij nu ineens een andere vrouw heeft? Natuurlijk niet, want dit is Alfred helemaal niet.

Nee, deze man is meer een Tristan. Klinkt lekker bij Traplift, dacht ik zo. Afgezien daarvan, verdraag ik Tristan vele malen beter. Ik zou hem bijna een charmante man noemen. Bijna, want hij is niet echt ‘mijn type’.  Tsja…de kracht van reclame, ik zei het je al.   

En ja inderdaad: Alfred en Tristan zijn één en dezelfde persoon, verdeeld over twee rollen. Ik heb geen idee hoe de man in werkelijkheid heet. Dat doet er eigenlijk niet toe, wat ik ermee wil zeggen is, dat in ieder mens een duo schuilt. Als je steeds alleen maar de ene helft ziet, is het beeld vertekend. Je hebt beslist de combinatie van twee helften nodig om het totale plaatje te kunnen zien. Ja hè hè, dat wist iedereen natuurlijk al.
Desondanks vond ik het juist grappig, dat precies deze twee reclamespotjes -waarin toevallig dezelfde acteur een rol speelt- mij er weer even aan deed denken. Kan nooit kwaad…