Hè hè

Hè hè

10 maart 2022 3 Door Bonnie

Tuuttuut  tuuttuut  tuuttuut… Een half uur lang hoor ik niets anders dan dat, steeds weer als ik een nieuwe poging waag om het rechtstreekse nummer van het Opname planbureau van het Erasmus MC bel. Vorige week is mij beloofd dat er deze week overlegd zou worden met mijn chirurg hoe of wat. En nu wil ik het weten ook! Maakt niet uit wat ze me zeggen, als ze maar iets zeggen.

Eindelijk klinkt een normale beltoon en beantwoordt een vriendelijke dame mijn oproep. Als ik mijn naam noem, roept ze enthousiast “Oh mevrouw Groenewout! Nou ja zeg, dat is nou ook toevallig! Ik wilde u bellen, maar u bent me voor. Ik heb al wel de e-mail gestuurd naar u. Vrijdag hè! Ik ben overrompeld en even uit het lood geslagen, maar reageer dan geschrokken: Ehhh.. huh… vrijdag?! Vrijdag wat??
Dan wordt u geopereerd.

Nu slaat de schrik me echt om het hart. PARDON?! Allerlei gedachten vliegen door elkaar in een razend tempo door mijn hoofd. Van ‘nieuwe pyjama’s kopen’ tot ‘danslessen afmelden’ en van ‘ik moet nog van alles regelen’ tot ‘jeetje da’s ineens wel erg snel!’.
Intussen scroll ik door mijn e-mails, maar vind geen bericht over mijn opname. Waar heeft u het naar toe gestuurd? vraag ik dan ook verbaasd.

Ik kijk even met u mee, ogenblikje…. Ik hoor het tikken op een toetsenbord, gemompel. Aha hmmm… oh kijk… En dan ineens een verbouwereerd: Nee zeg, nou ja! ik zie dat dit een andere mevrouw Groenewout is. Mag ik uw geboortedatum nog even? Als ik die geef, blijk ik niet de mevrouw te zijn die vrijdag wordt geopereerd. ’t Is wel heel toevallig allemaal!

Eén seconde vraag ik me af of het laatst daarom is misgegaan met de uitslag van mijn CEA waardes. Twee Groenewout-mevrouwen…een vergissing is zó gemaakt. Hm, ik neem mij voor om vlak voor mijn operatie nog even te checken of mijn chirurg mij wel herkent en weet wat hij gaat doen. Grapje… maar zonder dollen: dit gebeurt inderdaad als je op de operatietafel ligt, alleen vraagt de arts het dan aan de patiënt. Dan som je op welke ingreep er gedaan wordt en tegen de tijd dat je het goed hebt en wil vragen of je een prijs hebt gewonnen, is je tong veranderd in een levenloze lap leer en lig je ineens onder zeil. Letterlijk en figuurlijk. Dat is mijn ervaring.

Intussen is de mevrouw van de planning verder aan het zoeken in Het Systeem (waar zouden we zijn zónder?)
Aha, ik zie het al en o ja, nu weet ik het weer. Uw chirurg was met vakantie. Ja hoor, ik heb het gevonden. Uw operatie staat gepland op vrijdag 8 april. Meer kan ik er nog niet over zeggen, want alle overige informatie ontvangt u pas op 30 maart per brief.

Hè hè eindelijk een datum! Ik zucht opgelucht.
Fijn hè mevrouw! Maar, niet om u te ontmoedigen, u weet het hè…garantie tot de deur… Als er een spoedgeval tussen komt, dan kan het alsnog gecancelled worden.
Ja, dat is mij bekend, maar voor nu heb ik in ieder geval een soort van houvast: a c h t  a p r i l…. we gaan het beleven Woohoo! 😉

Uitgerekend vandaag sta ik een moment stil bij de vele dagen, weken, maanden dat ik in ziekenhuizen heb gelegen. Was het niet voor mijn eczeem, dan was het wel voor mijn astma of andere ingreepjes tussendoor. Mijn ouders kwamen steevast, zo goed als iedere dag tijdens  een van de bezoekuren. De ene keer ’s middags, de andere keer ’s avonds.

Toen mijn moeder overleed, vlak voor mijn grote operatie in de “Daniel den Hoed”, was dat vreemd. Geen van mijn ouders meer op bezoek. Mijn vader was al veel eerder overleden, in 2005. Sterker nog: precies vandaag 10 maart, is zijn sterfdag. Ook al herinner ik me zijn laatste dag(en) in het ziekenhuis nog goed, dat is juist niet waar ik vandaag aan denk.

Waar ik wél aan denk, zijn alle keren dat mijn vader tijdens het bezoekuur naast mijn bed zat. Natuurlijk met zijn zonnebril op, fluitend en met zijn jas nog aan. Hij ging toch zo weer weg, zei hij, maar een uur later zat hij er dan nog steeds…

Ach papaatje, die zich altijd onhandig uitte als er iets was met de gezondheid van zijn dochters. Of nou, dat is te zeggen: vooral met de mijne, want zijn andere dochter mankeerde gelukkig zelden iets. En als dat wel zo was, dan was de oorzaak bij haar als kind meestal door klimmen, vallen en ander kattenkwaad. Maar als we ziek waren, dan bestond zijn troost uit een arsenaal aan comfort food. Fruit, loempia’s, kleine puddinkjes, chocola, gekleurde kroepoekjes…

Soms liet hij wel eens zonder iets te zeggen, stiekem als ik even niet keek, een kleinigheidje achter op mijn nachtkastje naast mijn ziekenhuisbed. Als ik dan wakker werd, zag ik het en moest ik er om lachen. Dan wist ik: Ach die ouwe… die maakt zich zorgen.

Ooit heeft hij een steentje uit het grindpad bij de tuin gepakt en er een gezichtje op getekend met balpen. Het stond op mijn bord, toen ik kwam lunchen. Voor jou. Brengt geluk. Nu word je beter, had hij gemompeld. Ik was keihard in de lach geschoten om het lieve gebaar, doch lelijk gedrocht.
Maar, ik beken: bij mijn ziekenhuisopnames na mijn vaders overlijden, nam ik het steentje altijd ergens in een vakje van mijn toilettasje mee.

Natuurlijk prop ik ‘m acht april weer ergens in een zijvakje, want tot nu toe klopt ‘zijn bezwering’ wel. Brengt geluk. Nu word ik beter.

Verder denk ik nog niet al te veel na over wat me precies te wachten staat, het duurt toch nog een maandje. Ik ben in ieder geval al blij dat er nu duidelijkheid is en kan het voorlopig even loslaten.
Tijd voor een koffietje nu met een in-memoriam-Joop, één van zijn favorieten, erbij:

What else? 😉
Cheers dad!

~Overigens, zijn andere favoriet staat bovenaan deze blog~