Buiten

Buiten

24 maart 2022 2 Door Bonnie

Dat de lente officieel is begonnen, zegt in Nederland helemaal niets als het om het weer gaat. Hoewel het wonderbaarlijk genoeg deze hele week tot nu toe al zonnig is geweest. Gisteren was het zelfs aangenaam warm en kondigde de weerman na het ochtendnieuws 18 graden aan. Heerlijk, een mooie maartse dag om een wandelingetje te maken terwijl mijn was draait.

Nu ben ik altijd wat argwanend over weersvoorspellingen. Zo wordt met “een plaatselijke bui” altijd die plek bedoeld, waar ik dan toevallig loop. En van “aangename temperaturen” is de vertaling: ‘neem een vest mee!’ Buiten dat ben ik zelf ook niet zo goed met het peilen van de temperatuur. In ons huis achter glas is het al gauw warm met het zonnetje erop, maar als ik daar op af ga, dan blijkt dat ik me heb laten misleiden. Dan sta ik buiten met verkeerd ingeschatte en dus te dunne kleding, omdat het toch aanzienlijk frisser is.

Vandaar dat ik mij gisteren niet liet foppen door de weermeneer en trok voor de zekerheid toch mijn dikke panty maar aan. Nu moet ik zeggen, dat die een multifunctionele werking heeft. Ten eerste houdt die nog enigszins mijn verzakte boel in toom, zolang ik niet al te lang beweeg -want dan zakt mijn 60 denier-kruis alsnog gezellig mee. Ten tweede is een vrolijk kleurtje, passend bij de rest van mijn outfit, altijd nog beter aan te zien dan mijn nog onooglijk bleke benen.

Mijn onderdanen zijn namelijk zo bleek als in:  gepelde pinda beige. Saai en bijzonder flets. Ik zou niet gek opkijken als iemand bij het zien van mijn benen-zonder-verpakking zou opmerken: Meid wat zie je bleek, voel je je wel helemaal lekker? Hi hi hi, ‘n lekker aanwezig (onder)stel is het ook! Desalniettemin ben ik er heus wel blij mee hoor. Zij dragen mij immers mijn hele leven lang al door dik en dun 😉

In het korte stukje van thuis naar de overkant van de straat, richting binnendoor-park, kwam ik alle seizoenen tegen wat betreft kleding. Waar de één in een hoog-gesloten gewatteerde bomberjack liep,  flipflopte een ander mij voorbij op teenslippers, in een mouwloos hemd met shorts. In het park was het niet veel anders, van plantsoendienst medewerkers met ontbloot bovenlijf tot sporters in trainingspakken met hoodies, dicht geritst tot onder hun kin. Leve de lente! Met als leuke bijkomstigheid: de mensen zijn een stuk vriendelijker, ze glimlachen en zeggen zelfs weer gedag. Dat moet gezegd.

Mijn wandelingetjes zijn vaak met een reden en deze had als missie: wat specifieke dingetjes te kopen bij de drogist die niet in andere winkels te krijgen zijn. Toen ik er aankwam, kreeg ik echter de kous op de kop, alle rolluiken waren omlaag en op een briefje stond Tijdelijk gesloten.

Ahhh jammer voor mij, maar meteen erachteraan dacht ik: Gelukkig maar voor tijdelijk! Hopelijk gaan ze het redden. Na de lockdown heeft een aantal winkels het namelijk niet meer gered. Sommige winkels zijn gesloten gebleven andere hebben op dit moment een opheffingsuitverkoop in de hoop nog iets te kunnen verdienen. Heel triest.

Terug naar het park dan maar. Als ik ‘mijn’ bankje nader zie ik, dat al het gras is verdwenen en dat de plantsoenmannen bezig zijn om de grond vlak te trillen met een zware machine. Het is een een oorverdovend lawaai. Oké, dan maar een keer rechtsaf, tussen de huizen door, weer eens wat anders. Het is een gezellige straat met tegenover elkaar een rij huizen en daar tussen in een speelstrook met diverse speeltoestellen.  

Als ik op mijn gemak aan kom wandelen, zie ik een vrouw op het muurtje voor een van de huizen zitten. De voordeur staat open. Drie kindertjes zijn aan het spelen. De een slingert in een ijzeren klimrek, de andere twee doen elkaar kunstjes voor op een ander, niet te definiëren, speelding. Dat doet me meteen afvragen: Bestaan er eigenlijk nog wel gewone wippen of schommels?  

De vrouw staart op het scherm van haar telefoon en geeuwt verveeld. Dan staat ze resoluut op en roept de kinderen bij elkaar. Kom jongens! We gaan naar binnen. Lekker televisie kijken! Versta ik dat nou goed? 
De kinderen zijn óf echt doof, óf Oost-Maassluis. In ieder geval, ze willen niet. Ze zijn nog niet uitgespeeld. Aaaahhh… nog éven! Maar daar wil vrouw niets van weten en zegt ongeduldig op dwingende toon. Nee, niets daarvan. Kohom! Opschieten nu! Naar binnen. Ik zet de televisie vast aan.

Tegen de tijd dat ik het huis ben gepasseerd, zitten ze allemaal al binnen voor de buis met de deur dicht.
Schiet mij maar lek.
Het is midden op de middag, stralend zonnig weer, speeltuintje voor de deur… Hoezo mogen die kinderen niet lekker buiten blijven spelen? Kan iemand mij dat uitleggen?

Ik herinner mij, dat ik als kind zodra het maar even kon, hele dagen buiten speelde. Wij aten altijd vroeg en als het dan nog licht was, mocht ik na het eten ook nog even naar buiten. Speeltoestellen waren er niet. Ik verzon zelf wel iets, mijn fantasie was groot genoeg, maar hoe het ook zij: Ik was echt een buitenkind.

De rest van mijn wandeling naar huis was ik eerst verbluft, daarna verzon ik allerlei mogelijke scenario’s. Een reeks fantasieverhalen trekt dan door mijn gedachten.
Moeder met kinderen zitten in een getuigenbescherming-programma en wonen anoniem. Ze mogen niet te lang zonder beveiliging naar buiten, anders worden ze gesignaleerd -misschien wel door drones. Ze mogen niet gevonden worden, voor hun eigen bestwil.
Of: Het lijkt hier om een doorsnee gezin te gaan, maar niets is wat het lijkt. Voor vader geldt het niet, maar voor moeder en kinderen wel. Zij kunnen namelijk niet te lang blootgesteld worden aan de buitenlucht, anders veranderen ze in… eh, wat had ik hier ook alweer bedacht… nou ja, in ieder geval: teveel buiten zijn schaadt hun gezondheid en alleen televisie kijken laadt hen weer op.  Ja, zoiets was het.

(Ha ha ha… ik mag dan al laaaang niet meer buiten spelen, maar mijn fantasie werkt nog steeds.)

Als ik bijna thuis ben, zie ik toch nog een ander bankje. Niet in het park, maar wel met een beetje zicht op de Waterweg. Het bankje lonkt. Ach waarom ook niet… Nu maar van genieten, je weet maar nooit…volgende week kan het zomaar sneeuwen… (Let op mijn woorden!)