Al naargelang

Al naargelang

22 september 2022 4 Door Bonnie

Ik zocht een recept in één van de kookschriftjes van mijn moeder. ‘Eén van de’, omdat ik weet dat zij er meerdere had. Echter, bij het leegmaken van haar huis vond ik er slechts eentje terug. Voorin dit schriftje heeft mijn moeder ooit een krantenknipsel geplakt, inmiddels door ouderdom vergeeld. Wie de originele schrijver is, heeft ze er niet bij gezet. Waarom ze het erin heeft geplakt, weet ik ook niet. Waarschijnlijk gewoon zomaar als gekkigheidje. Of zou ze toen al bedacht hebben: Als één van mijn meisjes dit schrift ooit vindt als ik er niet meer ben, dan zijn zij gewaarschuwd! Met een vette knipoog natuurlijk. Alhoewel…
Wacht, ik zal het stukje tekst citeren:

“Zo las ik nu weer een schitterend verhaal van hem over ingrediënten. Iets wat ik vreemd genoeg gevoelsmatig volkomen kan onderschrijven, maar waar natuurlijk wetenschappelijk geen theelepel bewijs voor te vinden is:
In de Indonesische keuken zal men zelden vier tenen knoflook gebruiken, of vier rawits, nee, het zijn er vijf of drie, want het moet altijd een oneven getal zijn. Dan beweert hij doodleuk dat hij het kan proeven wanneer er een even aantal ingrediënten in het eten zit, en ik geloof nog dat het waar is ook. Een rijsttafel moet zelf ook altijd uit een oneven aantal gerechten bestaan.

En dan al die gekke weetjes! Snoep nooit van de cobek (de wrijfsteen, of vijzel die beslist nodig is om rendang te maken), doe je dat wél dan loop je het risico om binnen een jaar al je bezittingen kwijt te raken. Eet nooit een rijsttafel met dertien mensen aan tafel want dan vallen er binnenkort doden.΅

Ik moest hartelijk lachen om het stukje tekst, vooral die laatste zin. Het eerste wat ik daarbij dacht: het maakt bij mij niet uit hoeveel mensen er bij mij aan tafel zitten! Als ik een rijsttafel zelf zou bereiden: meer of minder dan dertien…allemaal dood. Whoehahaha… -Grapje natuurlijk!

Aan de andere kant herken ik wel wat er staat. Mijn moeder hield zich altijd aan de oneven aantallen van ingrediënten. Als ze al een poging deed om mij iets te leren, dan moest ik me daar beslist aan houden. Zoals bij het koken: Denk erom altijd drie blaadjes salam! En als je verse laos of djahé doet, snij dan drie dunne schijfjes. Of ze sprak in ‘kootjes’. Doe maar een vingerkootje koenjit (djahé of laos of weet ik veel hoe al die wortels nog meer heten)

Dat vingerkootje duidde ze dan aan met haar pink. Bij haar ging het dus altijd om dat bovenste pink-kootje. Zoals ook bij haar uitleg over het koken van rijst: Je doet gewoon de rijst in de pan en dan water erbij, gewoon een vingerkootje er boven. Bij haar was alles altijd ‘gewoon’ – bij háár wel ja. Bij mij zakt mijn pink geheid eerst tot de helft weg in de rijst.

Dan had je nog de vele selamatans, wij vierden ‘gewoon alles’.  Een selamatan is namelijk een viering, maar dan van speciale gelegenheden waarbij geluk centraal staat. Dus bijvoorbeeld: bij een nieuw huis, geboorte, huwelijk, maar ook bij een overlijden en dan specifiek op de 40e dag erna.

De maaltijd die dan samen gegeten wordt, bestaat uit een ondergrond van bananenbladeren met daarop in het midden een kegelvormige berg gele rijst. De gele kleur is het symbool voor geluk, de kegelvorm symboliseert een berg op Java waar goden huizen. Door het serveren in deze vorm, vraag je als het ware de goden om hun zegen. Om deze berg worden -uiteraard- zeven gerechten gerangschikt met een balans tussen groente, vlees, vis en ei. 

Ieder gerecht heeft ook een symbolische betekenis, mijn moeder heeft die me ooit wel verteld, maar ik heb het niet onthouden. Ja, half/half….er was iets met lange slierten, die symbool staan voor een lang leven. Waren dat nou bami-slierten of waren het dun gesneden reepjes omelet? Of werd met dat ei vruchtbaarheid aangeduid, of waren juist die kleine gebakken visjes daarvoor bedoeld? Ik weet het echt niet meer. Leest er misschien een Indische tante van mij (of van iemand anders, mag ook) mee, die het nog wel weet?

Toen we thuiskwamen van ons weekje weg, regende het en vond ik het zelfs koud. Op zulke momenten krijg ik ineens trek in ‘Stoof’ zoals mijn moeder het noemde en maakte. Een bijna-eenpansgerecht met een aantal verschillende groentes. Ik zeg bijna-eenpans, omdat er gekookte aardappelen apart bij geserveerd dienen te worden. Alhoewel dat voor mij niet altijd op gaat, want ik pletter soms alles tóch lekker bij elkaar. Het is een soort heel erg goed gevulde soep, zeg maar. Een beetje als Irish Stew.

Mijn moeder deed er onder andere een groene koolsoort in en ik herinner mij, dat dat van die gekreukte, stugge maar toch flexibele bladeren waren. Weet iemand wat ik bedoel? Ik kan zo’n gekreukte kool dus nergens meer vinden, al jaren niet. Uitgestorven soort? Als ik vraag om een groene kool, dan krijg ik zo’n keiharde bowlingbal (die ze ook in het paars hebben), maar die bedoel ik niet en die wil ik niet. Hm, of zou ik soms in een verkeerd seizoen in een verkeerde winkel staan?

Maar ach, als alternatief gaan er bij mij dan maar stukjes Chinese koolbladeren in. Zo pas ik hier en daar wel eens meer iets aan. En zeg nou niet “Jaaaa, daar gaat het dus mis!” Want dat is niet altijd waar, soms ontstaan er verrassende nieuwe dingen 😉 Dus ja… mijn versie van stoof is variabel. En volgens mij mag dat ook. Stoof is wat mij betreft niet meer dan een methode. Dat wat jij wilt, stoof je gewoon. Punt. Klaar. Lekker (of niet, dan doe je er de volgende keer iets anders in).

Hoe dan ook, mijn moeder schreef het ooit met haar -voor mij zó herkenbare regelmatige- handschrift in haar schriftje:

…en het mooiste vind ik dan dat zinnetje, waarin zij schrijft “al naargelang”. Ik hoor het haar nog zeggen. Steeds als ik haar belde als ik vastliep bij het koken: Mam hoe was het nou ook alweer?
Al jaren kan ik haar niet meer bellen, maar ik weet het zo onderhand zelf ook wel: Ach is toch simpel, doe maar gewoon al naargelang…