Bom dia!

Bom dia!

6 oktober 2022 2 Door Bonnie

Gisteren was het me opgevallen dat ik zoveel vrolijke mensen tegen was gekomen. Onderweg, binnen, buiten op straat en in winkels -nu was ik dan ook wel in een héle vrolijke winkel moet ik toegeven. Ik had van iemand gehoord, dat er in de binnenstad een nieuwe chocolade-winkel is geopend. Niet bepaald in het winkelgebied, maar juist in een straatje om de hoek. Ik zou er zo gauw niet komen, ware het niet dat ik toevallig naar een andere winkel in het centrum ging, die alleen op donderdag, vrijdag en zaterdag geopend is.

Daar stond ik aan de gesloten deur te rammelen en zag achterin de winkel een dame druk in de weer met de stofzuiger. Ze keek op en schudde ‘nee’. Wat nou nee? Ik las op het bordje aan de deur toch echt dat ze donderdag ook open waren, of was ik te vroeg? Nee, het was al elf uur. Wat stom dat ze die deur nou niet even open deed. Nou, dan niet! Ik stapte in mijn auto om terug naar huis te rijden en toen pas drong het tot me door: Oooowww….wat suf… het is vandaag pas woensdag! Als mager excuus bedacht ik: Het zijn toch rare dagen als ik met teveel dingen tegelijk bezig ben 😉

Toen ik door de bocht reed, schoot me te binnen dat hier rechtsaf ergens dat nieuwe chocolade winkeltje zat. Aha, nu ik toch in de buurt ben…. Ik gaf een draai aan mijn stuur. Er was mij bovendien verteld, dat ze mijn favoriete schuimgebakjes van dat “ene maison” verkochten, dus reden te meer om even te gaan neuzen.

Oooooo….bij binnenkomst voelde ik me heel even als dat kindje in die zoetsappige TV-reclame. Zo’n Shirley Temple-achtig meisje in haar favoriete toffee-winkel omringd door allerlei lekkers. En kijk mij nu hier staan: met al die chocolaatjes pal voor mijn neus!! De vriendelijke eigenaar vertelde dat hij van oorsprong banketbakker was, maar zich nu verdiepte in zijn passie voor chocolade. Prompt vroeg ik hem naar de schuimgebakjes en hij begon te lachen. Ik weet welke je bedoelt, maar die verkoop ik niet. Ik heb er een eigen versie van gemaakt, die zijn nóg lekkerder! Jaja! Eerst proeven, dan geloven, mompelde ik. 

Je krijgt een bonbonnetje van mij, zeg het maar, waar hou je van? Wat een vraag! Wat een keus! Ik wees een glanzende rode aan, die de vorm had van een hartje en stond even later met mijn mond vol te genieten van een vulling van passievrucht. Mmmmmm…heerlijk! Oh, ik voel me net als in die film “Chocolat”, kent u die? vroeg ik. (Een oude, maar nog steeds prachtige, film uit 2000 met Juliette Binoche en Johnny Depp en in de super-hoofdrol: héél veel chocolade). Erg verleidelijk allemaal.

Met een big smile wandelde ik even later terug naar mijn geparkeerde auto met een tas vol schuimgebak en chocolaatjes ‘om te testen’. Toevallig was het daarna, dat ik allemaal vrolijke mensen tegenkwam. Of zou dat iets met al die chocola te maken hebben gehad? Zit daar niet zo’n vrolijkmaak-stofje in? En kwam het dan omdat ikzelf vrolijk was en dat dat aanstekelijk werkt? Och nu ik dat zo schrijf, doet me dat meteen denken aan een van mijn vakanties in Portugal.

Ik was er ooit samen met mijn toenmalige bevriende Portugese buurman, die een (familie)huis in de Algarve bezit. Ik ben diverse keren mee geweest. De allereerste keer, gingen we samen op de eerste ochtend broodjes kopen voor het ontbijt. Ik probeerde mijn Portugees-met-zwaar-Rotterdams-accent meteen maar uit. Bom diaaa! zong ik langgerekt, overtuigend en met een glimlach richting de bakkersvrouw.

Zij verblikte of verbloosde niet, keek mij alleen maar ‘neutraal’ aan en deed de broodjes die ik aanwees in een papieren zak. Je hoeft dat niet te zeggen. Dat zijn ze hier niet gewend. Niemand zegt goedemorgen, verklaarde mijn buurman toen we weer op straat stonden. Ik begon keihard te lachen. Wat is dat nou weer voor onzin! En besloot: morgen zeg ik het gewoon weer. Zo zijn Portugezen niet! Doe maar niet. 

Bom dia! zei ik de volgende ochtend weer. Weinig respons. Ook op dag drie niet. En ondanks mijn buurmans: Hou er nou maar mee op, het heeft toch geen zin. Stapte ik op dag vier de bakkerij volhardend binnen met een stralende glimlach. Nog voordat ik iets kon zeggen, riep de bakkersvrouw haastig: Bom dia! Haha! Zie je nou wel!

Op dag vijf plooide zij haar gezicht er zelfs tot een glimlach bij en helemaal toen ik bij het weggaan ook nog riep “Até amanha!” -tot morgen! Ik werd er vrolijk van, maar mijn buurman waarschuwde: Als je een volgende keer nog eens komt, weet ze toch niet meer wie je bent. Nou en? Dan begin ik gewoon weer overnieuw! Mijn buurman zuchtte.

Terug naar gisteren. Pas ‘s avonds laat stond ik even stil bij al die kleine vrolijke momentjes van de afgelopen dag. Vele kleintjes maken een groot verschil, daar komt bij dat het een wisselwerking is. Zeg je niets, dan zegt een ander hoogstwaarschijnlijk ook niets.

Als ik een hele dag op pad ben, maak ik er wel eens ‘een sport’ van. Mensen onderweg even glimlachend aankijken en kijken hoe ze reageren, ook al zijn het wildvreemden. Als ik er helemaal een uitdaging van wil maken, dan bedenk ik van te voren een getal. Zoiets als: vandaag gaan er minstens drie mensen terug glimlachen die ik tegenkom. Moet uiteraard wel een haalbaar aantal zijn om de dramaqueen-gedachte “niemand vindt mij leuk” te voorkomen (zo ben ik dan ook wel weer 😉 )

En natuurlijk, ook ik loop soms wel eens in gedachten verzonken, maar als iemand mij dan vriendelijk gedag zegt, ben ik meteen wakker geschud en groet ik vriendelijk terug. Zo is het maar net: Soms hebben anderen het misschien ook even nodig om vriendelijk wakker geschud te worden. Daar wordt de wereld weer een klein beetje vrolijker van! En kleine beetjes……
Dus blijf ik het eigenwijs volhouden: Bom diaaaa! 

Oh ja, PS:

Douze points 🙂
(Ik ben om! Lekker joh, aanrader!)