The penny dropped

The penny dropped

3 november 2022 2 Door Bonnie

Een uitdrukking die is ontstaan in Engeland rond 1890, toen gokautomaten een rage waren. The penny dropped.
Om te kunnen gokken moest er eerst een penny in de daarvoor bestemde gleuf, die afgedekt was met een klepje. Degenen die totaal geen benul van gokautomaten hadden, wisten niet dat het klepje omhoog gehouden moest worden om de gleuf te vinden waar de penny in moest. Zo werd het spreekwoord “The penny dropped” geboren, of in het Nederlands “Het kwartje is gevallen”. Ofwel: Als je eenmaal begrijpt hoe het werkt, dan pas valt het kwartje/muntje”.

Rationeel iets schrijven of anders gezegd: iets schrijven als feit, is totaal anders dan het werkelijk voelen van iets. Ik heb al zo dikwijls geschreven over de aanloop naar mijn laatste operatie, het hersteltraject daarna en het afsluitende gesprek met mijn oncoloog. Toen dat telefoongesprek was beëindigd, was ik ‘zomaar ineens klaar met alles’.
Dat voelde wel een beetje gek. Natuurlijk was ik voornamelijk opgelucht en blij, maar het kwartje moest nog vallen.

Vanmorgen werd ik wakker en realiseerde me, dat het alweer een maand geleden is sinds dat laatste gesprek. Wat raar dat ik daar zo ineens aan moest denken. Na mijn ontbijt scrolde ik, vlak voordat ik zou gaan douchen, nog even vluchtig door mijn inkomende e-mailberichten. Daar zat een nieuwsbrief bij met een programma van een Centrum voor leven met en na kanker, ofwel: inloophuis.

Ooit nam ik contact met ze op, omdat ik endeldarmkanker lotgenoten zocht. Die waren er toen niet. Helaas kon zomaar letterlijk ‘inlopen’ voor een praatje, lange tijd niet door corona-omstandigheden. Ik heb het toen maar naast me neergelegd. Tot vanmorgen. Ik las in het programma dat er op donderdag een koffie-inloop is.

In een impuls vulde ik mijn gegevens online in en schreef dat ik wel langs wilde komen. Nog geen kwartier later werd ik gebeld door een vriendelijke dame, die zei dat ik van harte welkom was. Er was vandaag een koor in de huiskamer, zei ze en vroeg prompt of ik soms mee wilde zingen. Ehm… nou nee, beter van niet! Liever gewoon maar even koffie en een praatje. Ook goed, ze wilde wel alvast iets over mijn affiniteit met kanker weten.

Bij de koffie inloop, weten we van te voren nooit hoeveel mensen er zullen zijn, maar er is altijd een mogelijkheid om één-op-één met iemand in één van de andere kamers te praten, zo was mij verteld. Op de locatie, een mooie grote -hoe zal ik het noemen-  ambtswoning komt denk ik aardig in de richting, werd ik hartelijk ontvangen door een van de gastvrouwen. Zij stelde mij voor aan een andere dame, die mij voorging door het pand, langs het koor in de huiskamer, door een keuken, een stukje door de tuin, langs een mooie (deels)glazen tuinhuis en zo een ander soort aanbouw cq. tuinhuis in. Overal was het even sfeervol ingericht. 

Er waren geen anderen, of misschien zaten zij elders. Wat is je verhaal? werd mij vriendelijk gevraagd. Waar moest ik beginnen? Ik begon te vertellen. Bla bla bla bla…er leek geen eind aan te komen. Feiten, belevingen, ervaringen, teleurstellingen, wachten, onderzoeken, uitslagen, wachten en vooral: doorgaan. Het was best bijzonder om mijn verhaal te vertellen aan iemand die mij totaal niet kent, die mij met andere ogen ziet en met andere oren hoort.

Tussendoor een slokje thee en de opmerking Allemachtig…u heeft heel wat meegemaakt. U zou er haast een boek over kunnen schrijven!  Dat kan ik ook, dacht ik heel even onbescheiden bij mezelf. Hoe arrogant!

Waarom zat ik hier en waarom nu? Tijdens mijn behandeltraject had ik hier graag lotgenoten gevonden -niet gelukt- maar wil ik dat nu dan nog steeds? Steeds borrelde één vraag in me op: Zou ik iets kunnen betekenen voor lotgenoten? Ik denk dat ik in ieder geval begrip zou hebben voor iemands verhaal, door herkenning, door ervaring, misschien zelfs wel uit compassie…

Aarzelend zei ik: Een beetje raar hè, dat ik hier nu pas ben, juist nu ik ‘klaar’ ben. 
Tot mijn verbazing reageerde de vrouw, dat er juist heel veel ex-kankerpatiënten hun weg hebben gevonden naar het inloophuis. Met hun ziel onder de arm. Klaar met alle behandelingen, onderzoeken en geen consulten meer. Leegte. “Ineens” is er niets meer en ben je helemaal op jezelf aangewezen.

Tsja.. dán komt bij sommigen de klap pas. Hun kwartje was gevallen. Het proces van verwerken begon. Naasten die het niet altijd begrijpen, want: Je bent nu toch weer beter? En dan de goedbedoelde: Je moet er niet zo in blijven hangen hoor. Vooruit denken. Achter je laten, want wat geweest is, is geweest. Niet meer aan terugdenken.
Zo werkt dat dus niet. Althans, niet altijd.

Ik mijmerde hardop: Ik begrijp nu nog veel beter waarom er in mijn revalidatiegroep na mijn eerste grote operatie, behalve kankerpatiënten ook ex-kankerpatiënten waren, die nota bene na vijf jaar te kampen kregen met PTSS. De vrouw tegenover mij knikte, keek mij een tijdje zwijgend aan en zei toen: Ik ken u natuurlijk niet goed, maar wat u mij heeft verteld…zoals ik u hier zo zie en hoor praten… Ik denk niet dat dát bij u aan de orde is. Ik vind dat u een hele sterke vrouw bent en volgens mij zit het psychisch wel oké bij u. Toch kan ik me ook voorstellen, dat voor u hetzelfde geldt: U bent ineens in een ‘gat’ gevallen in een soort ‘leegte’. Het is goed dat u juist nu bij ons bent gekomen. 

Ik kon niets anders dan het beamen. Het voelde inderdaad goed dat ik er was. Het leek mijn verhaal in een ander perspectief te hebben geplaatst. Bij alle trajecten die de revue weer hadden gepasseerd, leek het kwartje steeds opnieuw te vallen. Zo ook tijdens het afronden van ons gesprek (van een paar uur!)

Ik wist het ineens. Ten eerste zou ik inderdaad nog steeds in contact willen komen met (endel)darmkanker lotgenoten. En ten tweede zou ik graag iets willen betekenen voor het inloophuis cq. de mensen die er komen. Omdat hen regelmatig een activiteit wordt geboden, zoals het koor van vandaag, stelde ik met een knipoog voor: Ik zou met ze kunnen dansen?

Wordt vervolgd. Het contact is gelegd. Visjes worden uitgegooid. The penny dropped 😉