IJsvrij

IJsvrij

15 december 2022 2 Door Bonnie

Ik geef toe: zoveel kilometers rij ik niet meer. De tijden van “even” een dansochtendje meepikken in Apeldoorn, regelmatig naar Zeist, Rotterdam en Schiedam, zijn aardig gereduceerd tot een bezoekje hier, een ontmoetinkje daar en nog wat geheen en weer voor controles naar het Franciscus Gasthuis. Dat ik überhaupt over een eigen auto voor de deur beschik, is goedbeschouwd een luxe. Misschien zelfs niet eens noodzakelijk, maar het geeft me wel de vrijheid om niet afhankelijk van een ander te kunnen gaan en staan waar en wanneer ik wil. Met één volle benzinetank doe ik tegenwoordig erg lang, maar desondanks vergroot het beslist mijn actieradius en verbreedt het letterlijk mijn horizon. Dus nee…toch niet helemaal ‘overbodig’.

Zelfs op relatief korte afstanden zoals bijvoorbeeld mijn wekelijks ritje naar Maasland, zo’n vijfenhalf kilometer bij mij thuis vandaan, komt mijn auto goed van pas. Ik zou anders niet eens weten hoe ik daar zónder zou moeten komen. Zeker niet gezien mijn rollator volgeladen met bagage voor mijn dansles. Om nog maar te zwijgen over hoeveel reistijd een vaak omslachtige via-via OV-rit in beslag neemt. (Hihi, dat klinkt een beetje HarryPotterig, bedenk ik me ineens, want was het maar zo, dat je echt met een ViaVia kan reizen)

Hoe dan ook, ik ben blij met mijn rode scheurijzer. Ik ben ook blij, dat ik destijds heb gekozen voor een wat hoger instapmodel. Alhoewel ik tegenwoordig steeds gemakkelijker zonder pijn en moeite op allerlei hoogtes en ondergronden kan gaan zitten. Pfff, als ik dan nog even terugdenk aan al dat getob in de afgelopen zes jaar…brrrr. Gelukkig is dat nu eindelijk voorbij en lijkt het allemaal héél lang geleden -best gek. Fijn dus, die hoge instap….tot het ging vriezen….

Ik had het geluk dat Don vorige week, toen het de eerste keer gevroren had, de ruiten van mijn auto al ijsvrij had gemaakt voordat hij naar zijn werk ging. Ik kon vlak daarna met schoon zicht naar Maasland, over luxe gesproken! Afgelopen dinsdag moest hij echter heel erg vroeg de deur uit en had bovendien behoorlijk haast.

Mijn ruiten leken wel melkwit matglas. Krabben was niet het juiste woord, bikken wel. Allemachtig wat zat die ijs-zooi vast! Toen ik aan mijn voorruit begon, kwam ik stomverbaasd tot de ontdekking dat óf mijn armpjes, óf mijn beentjes te kort zijn. Oftewel: ik kom niet eens tot de helft…ik kan er niet goed bij. Fijn, zo’n hoog model.
Ik moet eerdaags een ander schrappertje, eentje met een langere steel, zien te vinden.

Dan komt een van de buurmannen aanlopen en grinnikt half verscholen in zijn dikke wollen sjaal om zijn hals. Wat sta je daar nou te hannesen buuf?  Ik kijk hem schaapachtig aan, balancerend op de dorpel, klem tussen het dak en de openslaande deur van mijn auto. Koop gewoon een ontdooispray! Of maak het zelf, doe ik ook altijd. Hij mompelt iets van spiritus en afwasmiddel mengen met water. Oké, dat ga ik vanmiddag dan wel uitproberen. 

Na mijn les haal ik meestal op de terugweg wat verse broodjes voor de lunch en wat aanvullende boodschapjes voor het avondeten. Nu dus ook maar een fles spiritus erbij. De mevrouw bij de kassa schiet in de lach als zij mij ziet aan komen lopen. Haha mevrouw…die kousen! U heeft er al zin in zie ik! Oh gut ja! Ik was even vergeten dat ik ze nog aan had. Was min of meer als grapje bedoeld tijdens het dansen:

Niet mijn benen hoor, wel de kousen die ik draag

Thuis ga ik direct met het ontdooi-recept van de buurman aan de slag. Hoe was het ook al weer? Zo moeilijk kon het niet zijn. Maar wat zijn dan de verhoudingen? Ach, het is net als met koken, denk ik. Een scheutje van dit en een flufje van dat. Easy peasy. Enfin, afwasmiddel is meteen al probleem één, want die is op. Zucht. Een restje allesreiniger dan maar, moet kunnen. Dan de spiritus. Probleem twee, want: kinderslot. Hou toch op!

Af en toe word ik kriegelig van alle verpakkingen die niet gewoon makkelijk open te krijgen zijn. Aarghhh! Soms heb ik het geduld er niet voor, zoals nu. Fors geweld…en met een harde krak, breekt er iets, vliegt de dop door de keuken en krijg ik een lading spiritus over mijn mouw. Gatjak! Ik zei het toch, net zoiets als koken! Zodra er maar een recept aan te pas komt, verander ik in de vrouwelijke versie van klungelige Mister Bean. 

Ik leng het mengsel aan met water en giet de mix in een lege sprayflacon. Nee natuurlijk niet met een trechter, die heb ik niet eens, dus ja…het aanrecht is daarna ook meteen schoon en vorstvrij. Maar goed, mission accomplished. Ik moet straks alleen voorzichtig zijn met het aansteken van de kaarsen hier in huis. Ik zie het al helemaal voor me, dat mijn vest dan ineens in de hens vliegt door de spiritus die erop gemorst is. Of zou wol meteen het vuur doven? (Nee, ik ga het niet expirimenteren! 😉 ) 

Gisteravond had ik een afspraak in Delft. Het werd nogal laat en toen ik naar huis ging, waren alle straten wit en spekglad. Alles was behoorlijk opgevroren. Natuurlijk had ik de verkeerde schoenen aan -zucht- en wat dacht je van mijn rollz? Die heeft geen winterbandjes natuurlijk -grinnik. Wat moet dat een vertoning zijn geweest, ik glibberend de ene en mijn rollator onhandelbaar de andere kant op. Pittoresk Delft met alle onregelmatige straatklinkertjes, bruggetjes en grachtjes is beslist een uitdaging als het glad is!

Ik was blij dat ik zonder valpartij mijn auto had bereikt, maar die blijdschap was van korte duur. Er moesten ruiten geschrapt worden en ineens schoot me te binnen, dat mijn flesje ontdooi-zooi nog thuis in de gang klaar stond. Vergeten. Lekker handig.

Weet je hoe het is als je je ruit gaat krabben met gladde schoenzolen op ijzel? Noemde ik in mijn vorige blog al niet “Bambi op het ijs”? Nou, zoiets dus! Zodra ik mijn schrapper op de ruit had gezet en er kracht mee wilde zetten, duwde ik mezelf dus achteruit. Whoehaha…ik hoop echt niet dat iemand mij daar gezien heeft, wat zal het een slapstick geweest zijn.

Het was mij eerder die avond gelukt om mijn auto strak langs een gracht te parkeren, met voldoende ruimte om uit te stappen. Maar met deze gladheid waagde ik me er echt niet aan om juist aan die kant weer in te stappen.
De rit naar huis vergde nogal wat concentratie. Donker, ook omdat niet overal lantaarns brandden. De wegen glad en alles wit, zodat wegmarkeringen niet zichtbaar waren. Er was op veel plekken (nog)niet gestrooid en toen begon er ook nog eens een regen/natte sneeuw-achtig iets uit de lucht te vallen. Ik was blij toen ik eindelijk veilig thuis was.

Winter is leuk als ik niet per se met de auto op pad hoef, is mijn conclusie. Ik merk dat ik daar wel in ben veranderd, want ‘vroeger’ kon het me nooit zoveel schelen. Ik reed in alle weersomstandigheden en draaide mijn hand er niet voor om. Gek dat ik daar nu dan zo ‘mutsig’ over doe. Dagje ouder, zou het daardoor komen? Of misschien toch nog de invloeden cq gevolgen van al mijn fysieke problemen en ingrepen? Ik ondervind namelijk wel dat het ‘s avonds op pad gaan mij sowieso meer energie kost dan ooit. IJsvrij of niet.

Vandaag ben ik een soort ‘brak’, als een soort nawee van gisteravond laat thuis. Geeft niet, ik hoef de deur niet uit. Ik zit aan het tafeltje bij het raam en tuur een wondere witte wereld in. Niet lang daarna begint de zon fel te schijnen en jawel hoor, geleidelijk aan zet de dooi in. Ik neem een voorzichtig slokje van mijn hete chocolademelk en zie hoe de straten weer ijsvrij worden.