Gammel2
Gammel2 klinkt als een item op de menukaart van de afhaal toko met Indische snackjes. Zoiets als Gado2 maar dan zonder katjangsaus. Niets is echter minder waar en om maar meteen met één afbeelding te laten zien waar ik op doel:
Ik heb het wel héél lang weten vol te houden en te vermijden, maar nu was ik dan toch de Sjaak, of de Sigaar, of laat ik het bij die Indische snackjes houden: De Pisang.
En ik niet alleen, Don deed gezellig positief mee.
Eerstens kreeg ik vorige week op een middag, zomaar ineens uit het niets, ontzettend veel pijn ergens in mijn maagstreek. Ik herkende de pijn direct omdat ik er vaker last van heb gehad. Het vervelende is, dat ik door de pijn niet kan blijven stilstaan of zitten. Liggen kan ik dan al helemaal niet. Ik loop dan maar zo’n beetje te heen-en-weren en weet niet waar ik het zoeken moet. Het zijn geen krampen, maar het is een aanhoudende zeurende pijn, zoals bij kiespijn. Als ik inadem trekt de pijn door naar mijn zijflanken en rug. Doodvermoeiend.
Als ik toch probeer te liggen, voel ik me de wolf van de zeven geitjes, op het moment dat de door hem opgevreten geitjes uit zijn buik zijn bevrijd en vervangen zijn door rotsblokken.
Klotsende rotsblokken, zo voelen mijn ingewanden ongeveer. Meestal overkomt het me ‘s nachts, dan word ik er wakker van. Als ik dan uiteindelijk wanhopig de huisartsenpost bel, krijg ik het gebruikelijke advies (waar ik niets aan heb): Neemt u maar paracetamol mevrouw, of een beker warme melk. Brrrr… de gedachte aan melk met een vel alleen al…
Nu was het overdag. Ik nam direct een paracetamolletje in, maar dat had helaas totaal geen effect. De praktijk van mijn huisarts was inmiddels al gesloten, maar een voicebericht verwees door naar de huisartsenpost. Daar mocht ik langskomen. Ik werd beklopt, bevoeld, gemeten, beluisterd, maar er werd niets verontrustends geconstateerd. Ik kreeg een maagbeschermer mee en het welbekende paracetamol-advies. Ik kon weer gaan. Maar belt u gerust als het niet gaat. Zucht. (Ja? En dan?)
De hele avond en nacht hield de pijn aan tot ik het om drie uur in de ochtend helemaal beu was. Ik kon wederom bij de huisartsenpost terecht, waar nu een andere dienstdoende arts zat die mij wel even wilde zien. En zo zaten Don en ik nog geen half uur later met onze suffe hoofden in een wachtkamer in Schiedam.
Hetzelfde onderzoek en dezelfde constatering volgde. Tsja… vreemd… het is niet uw hart… Nee, dat had ik zelf al lang uitgesloten. De arts keek bedenkelijk. Galstenen zou nog een mogelijkheid zijn, maar nee eigenlijk toch ook weer niet. Dat zijn meer aanvallen en niet zoals u het beschrijft … Het is niet levensbedreigend. Wel vervelend die pijn, maar dat is geen reden om u hier te houden. Ik geef u een wat zwaardere pijnstiller mee, het kan zijn dat u daar wat misselijk van wordt of last krijgt van uw maag…maar dat heeft u toch al.
Het moest niet gekker worden! Toch nam ik braaf zo’n pilletje in, want ik wilde niets liever dan even pijnvrij zijn, zodat ik dan misschien in slaap kon vallen.
Dat slapen lukte ons pas tegen vijven en een paar uur later ging Don zijn wekker al weer af. Om tien uur werd ik pas wakker, zonder pijn. Ik was nog nét niet stoned als een garnaal, wel tamelijk relaxed zeg maar. Het pilletje had zijn werk gedaan, maar ik besloot direct dat ik er geeneen meer in zou nemen. Ik belde mijn huisarts om hem op de hoogte te brengen.
Waarom kom je niet even langs joh? stelde hij voor. Ach wel ja, drie keer is scheepsrecht! Het ligt erg voor de hand natuurlijk: ook nu werd geen aanwijsbare oorzaak gevonden voor de pijn die ik eens in de zoveel tijd heb. Wel zette mijn Wolf met de rotsblokken– theorie mijn arts aan het denken. Hij legde aan de hand van plaatjes in een groot medisch boek uit hoe het darmenpakket op zijn plaats wordt gehouden in de buikholte. Zowel aan de achter- als aan de voorkant, zit dat pakket met miniscule verbindinkjes vast aan het zogenaamde omentum. Bij mij is dat aan de voorkant weggehaald, verknipt en als vulling gebruikt in de holtes waar de tumor plus een ruime marge aan ander weefsel verwijderd is.
Aan de voorkant zit mijn darmpakket dus niet meer vast zoals dat ‘normaal’ zou moeten zijn. Hmmm… dat zou kunnen verklaren wat u omschrijft: als u van op uw rug liggend naar uw zij wil draaien, dan voelt het alsof al die stenen die kant op rollen.
Inderdaad! Klinkt aannemelijk. Maar nee, tegelijkertijd is het heel raar dat ik er maar ‘zo af en toe eens’ last van heb. Ik zou er dan juist constant last van moeten hebben. Wat een vaag verhaal is het toch! Maar goed, het is wat het is. Meestal duurt de pijn een dag en dan ben ik er weer vanaf. Ik zie het maar als iets wat voor een ander bijvoorbeeld migraine is.
De dagen erna was ik wat brak. Moe van het te weinig slapen, een soort jet lag dacht ik. Vrijdagmiddag ging ik toch maar even liggen en schrok pas in de avond wakker. Zie je wel: slaaptekort. Zaterdag kwam Don al hoestend en geeuwend thuis uit zijn werk. Pffff… wat een lange dag! Ben jij ook zo moe vandaag? Ja, maar da’s niet vreemd toch?
Na een rillerige, hangerige en grieperige zondag besloten we voor de zekerheid toch maar even een zelftest te doen. De druppels vloeistof hadden amper het daarvoor bestemde vakje van het testsetje geraakt, of er verscheen meteen al een dikke rode streep. Een tweede streep volgde er direct achteraan. Aiii…. niet oké. Ook de volgende test toonde hetzelfde resultaat. Dus ja, dubbele bingo: allebei corona. Blèèhh!
Ik vermoed dat mijn weerstand door vermoeidheid te laag is geweest, waardoor ik kwetsbaarder was dan anders. De wachtkamer bij mijn huisarts vol met snotterende en hoestende patiënten, zal daar waarschijnlijk ook geen goed aan gedaan hebben. Maar ach, zoals ik daarnet al zei: het is wat het is.
We geven er maar aan toe. We slapen veel, hebben weinig trek en weinig energie. Mijn hele lijf lijkt te protesteren, al mijn spieren lijken in opstand. Zelfs op plekken waarvan ik niet eens wist dat ik daar ook spieren had. Het voelt als overreden zijn door een stoomwals. Ik heb het gelukkig niet benauwd, maar mijn longverpleegkundige waarschuwde om alert te zijn als de corona verschijnselen over (lijken te)zijn. Pas daarna kan het mijn astma ernstig ontregelen. Oké, kán. Ik heb nu al besloten dat ik daar niet aan meedoe 😉
En zo brachten we Valentijn -hoe onromantisch- samen al snurkend door. Geen bloemen, geen etentje buiten de deur…sterker nog: helemaal geen eten, want geen trek. Wel hebben we ieder de helft van een roze gebakje op, dat mijn zusje bij de boodschappen op de deurmat had gezet.
Langzaamaan proberen we wat meer actie te ondernemen, maar oh.. wat kost alles een energie! Komt wel weer goed, maar voor nu houden we lekker even ons gemak!
Lieve Betje,
En dan toch nog een blog …
Heel veel beterschap voor jou en Don,
Liefs Aagje