Ontbijt inspiratie

Ontbijt inspiratie

23 februari 2023 1 Door Bonnie

Wat zal ik vandaag eens gaan schrijven? Dat is mijn eerste gedachte als ik donderdagochtend opsta. Eerst maar een ontbijtje, meestal komt er tijdens mijn beschuitje wel iets naar boven drijven. Op de fruitschaal liggen nog een paar perssinaasappels, die overgebleven zijn van de kilo’s die mijn zusje met wat boodschappen op onze deurmat had gezet toen Don en ik ziek in quarantaine verbleven. Als ik mijn glaasje verse jus d’orange naast mijn ontbijtbordje zet en de beschuitbus open, is die leeg. Geen nood, ik heb nog wel een nieuwe rol liggen. Ik trek de voorraadla in de keuken open en dat geeft meteen al een bron van inspiratie. 

Tussen alle pakjes, zakjes en blikjes, zie ik een klein blikje aubergines in tomatensaus op zijn Grieks. Oh ja, die had ik ook nog. Is de datum nog goed? Ik bekijk het blik met op het etiket de typische geometrische lijnen, het symbool van een Griekse meander in blauw en wit. Met weemoed denk ik aan onze vakanties van lang geleden: Corfu, Kreta, Parga, Lefkas. Blauwe lucht, blauwe zee, spierwitte huizen en felroze bougainvillea. Ik verzamelde daar de afgevallen bloemetjes van. Op het terras bij ons appartement reeg ik ze tot slingers aan elkaar met een dunne naald en draad (Ja ja, dochter van een militair: altijd een survival kitje mee 😉 ) De bloemen hing ik terug aan de struiken, of versierde ons terras ermee. 

En dan was er ook nog de zoetige geur van tijm als er een zacht briesje waaide, tijdens het flaneren over kronkelige weggetjes in de zwoele avondschemer. Hmmm…heerlijk. Tsja, dan is de geur van Verstegen of Silvo beduidend anders als ik met mijn neus boven zo’n potje hang. Het smaakt ook anders. Net als die aubergines. De inhoud van dit blikje kan eigenlijk helemaal niet tippen aan hoe ze het in Griekenland bereiden met vers geplukte onder de Griekse zon gerijpte ‘eggplants’ -zoals ze daar op de menukaart genoemd worden. Mijn favoriete lunchgerechtjes: aubergine óf courgette. 

Het liefst in dunne plakken en heel even maar gewenteld in een deegje, dat dan een krokant dun laagje wordt na bereiding. Vooral flinterdun en niet zo’n dikke vol met olie geabsorbeerde weeïge meellaag, zoals hier bij de plaatselijke Chinees bij de Koe Loe Yoek het geval is. Brrr… smaken verschillen, maar persoonlijk vind ik dat niet zo erg lekker. Niet die van de Chinees, maar wel op de manier waarop mijn moeder het vroeger thuis wel eens maakte.

Ze sneed allerlei verschillende groentes in kleine stukjes, waarschijnlijk blancheerde ze die dan daarna. Zij verstond de kunst van het maken van zo’n dun beslagje. Heet dat niet tempura? Tot op heden weet ik niet wat voor soort meel ze daarvoor gebruikte. Was het tapioca (cassave) of tepung beras (rijstmeel) misschien? Kort gefrituurd, werd het in ieder geval super crispy. In het midden van de eettafel zette mijn moeder de grootste schaal van haar servies, crème met een goud gewelfd randje. Die schaal lag dan vol met een hele berg van kleine krokante groentehapjes. Het was altijd een verrassing als je een hap nam, niet wetend of het een stukje bloemkool zou zijn, wortel, ui of wat maar ook. Zo’n schaal hadden wij binnen mum van tijd schoon op.

Met heimwee denk ik soms ook nog aan andere receptjes van mijn moeder. Ik heb na haar overlijden wel een schriftje van haar gevonden waarin ze wat dingetjes heeft opgeschreven, maar lang niet alles. Nu het weer wat beter gaat met mij, denk ik vooral aan haar bamisoep. Niet uit een pakje, maar een bouillon die vers getrokken is en met verse kruiden die zij dan op de platte stenen tjobek tot een pasta wreef. Vooral niet snijden! Ik hoor het haar nog zeggen. Nooit kruiden met een mes snijden! Kneuzen en fijnwrijven! Mijn moeder zei altijd dat als ik ziek was en op een bepaald moment vroeg “Mama mag ik bamisoep?”, zij dan wist: Ah, ze is weer beter. Gek hè, ik heb dat nog steeds met die bamisoep. Zoals nu bijvoorbeeld, nou ja niet per se als ontbijt.

In mijn voorraad la ligt zowaar nog een zakje van die “Indomie”. Je kent ze misschien wel, die zakjes noodles van vijftig cent en qua bereiding een fluitje van een cent. Water koken, zakje kruiden in een kommetje, noodles erin, water erover en klaar. En dan komen ineens mijn ‘pimp’-genen van mijn vader naar boven: er moet nog een beetje ketjap bij. Maggi ook. Klein mespuntje sambal misschien. Heb ik nog ergens kroepoek, ah ja een paar… dat moet er overheen verkruimeld en o ja, gefruite uitjes uiteraard. Jammer dat ik geen wontons meer in de vriezer heb liggen, anders zou ik er daar ook nog een paar van in doen.
Zo’n opgeleukt kommetje bamisoep is het dan nog steeds net niet, het smaakt alles behalve naar die van mijn moeder, maar oké het volstaat.

ik drink braaf mijn laatste slokje sinsaasappelsap op en smeer een beschuitje. Intussen komt Don onder de douche vandaan, aangekleed en wel. Hij mag vandaag wat later beginnen. Een collega opent de winkel vanmorgen, zodat Don nog even een uurtje langer kon blijven ‘uitslapen’. Wel lief. Het gaat met ons allebei gelukkig alweer wat stukken beter na ons corona-avontuur van slapen, even zitten hoor, slapen, zuchten puffen steunen en doodmoe zijn. Maar voor Don valt het nog niet helemaal mee om na die slopende dagen weer hele dagen in de winkel op zijn benen te moeten staan. Dat moet zo ongeveer voelen als de halve marathon…

Ik ben afgelopen dinsdagochtend weer voor het eerst gaan dansen met mijn dames. Ik hoor mezelf nog zeggen: “Ik doe het wel wat rustig aan hoor!” Maar ja… de werking en kracht van muziek hè… zodra ik dat hoor, word ik er als het ware door meegezogen. Ik ga er volledig in op en ook al kost het me energie, het lijkt wel alsof ik er daarna net zoveel energie voor in de plaats terugkrijg. Oké, ‘s middags piepte ik aanzienlijk anders natuurlijk. Mijn strijkgoed heeft een dagje langer in de wasmand gelegen.

Pling! doet mijn telefoon en ik zie een appje met een linkje verschijnen. Er staat een berichtje boven: Zet jij de natuur in Zuid Holland ook op 1? Ik heb de petitie van het Zuid-Hollands Landschap getekend. Teken jij ook?

Nieuwsgierig klik ik op het linkje en er verschijnt een tekst die begint met “Doe mee en geef de natuur een stem!” ik lees verder waarom en hoe je de petitie kunt ondertekenen. Ik scrol naar beneden en lees: “Jouw stem is cruciaal”, ondertekend door de directeur van het Zuid-Hollands Landschap. Dan schiet ik in de lach, want die goede man heet Houtzagers met zijn achternaam. Ha ha ha. What’s in a name? Als ik daar verder over nadenk, grijns ik nog breder om mijn eigen achternaam, nota bene: Groenewout. Ik heb een tijd lang gekscherend gezegd: Da’s de oude spelling, vroeger schreef de mensheid woud nog met een t.
Hoe dan ook, met zo’n achternaam voel ik me haast ‘verplicht’ die petitie te ondertekenen.
En stel hè, dat ik bij ons trouwen Don’s achternaam ‘van Staalduinen’ had aangenomen, dan was er zelfs een link met Staelduinse bos.  Hoe Zuid-Hollandser wil je het landschap nog hebben?

Ik neem het laatste hapje van mijn beschuitje en werp schuins een blik op de foto die Don ooit onderweg nam en die in een anderhalve meter lange uitvoering boven onze bank aan de muur hangt. Zie je daar aan de horizon dat strookje groene woud? Dat is het Staelduinse bos. 

Gut, ik zal zo toch die petitie maar eens ondertekenen.

Voor wie zich ook geroepen voelt:
https://www.zuidhollandslandschap.nl/petitie