EMC -een middag chaos

EMC -een middag chaos

29 september 2023 4 Door Bonnie

Een georganiseerde chaos waarin iedereen gedwee volgde en deed wat er gevraagd werd, zo ervaarde ik mijn eerste “uitje” sinds mijn ontslag uit het Erasmus MC. Sinds mijn ontslag was ik tot nu toe slechts één keer buiten geweest. Dat was het afgelopen weekend, toen heb ik voorzichtig wat rondjes door onze binnentuin gelopen. Gisteren was mijn eerste autorit naar mijn controle-afspraken bij mijn stomaverpleegkundige en mijn chirurg in het EMC….

“Mevrouw Groenewout, komt u verder!” galmde de vriendelijke stem van mijn chirurg door de bijna lege wachtkamer van de poli. Het was 14:45 uur en op dat moment had nog niemand enig idee wat er buiten gaande was.

Net als bij de controle van mijn stoma, even daarvoor, was alles prima in orde. Alles ziet er goed geheeld uit. De ontstekingen bij mijn operatiewond zijn genezen. Hier en daar is het weefsel nog onregelmatig met bulten en de huid is nog gevoelloos. “Dat hoort er allemaal bij. U moet rekenen op minstens twee maanden eer alles van binnen weer een beetje aan elkaar gegroeid is en hersteld. Tot die tijd moet u echt oppassen met wat u doet. Niet gaan trainen of zo. Niet tillen, geen overdreven bewegingen maken. Gewoon voorzichtig zijn en niets forceren!” Ja, ja, dat had ik zelf inmiddels ook al bedacht, behalve die hersteltijd van twee maanden dan (zucht..). Verder kreeg ik nu eindelijk antwoord op mijn vragen over de aard van de zogeheten ‘open Sugar Baker’-ingreep.

In het midden van mijn buik loopt een verticaal litteken van zo’n vijftien centimeter dwars door mijn navel. Vanaf die opening is een matje (ter versteviging van mijn buikwand) naar links -onder mijn stoma door- in mijn linkerzijflank bevestigd met rondom tientallen nietjes.
Aha, helder! Dat verklaart dus de nog altijd trekkende, soms zeurende pijn in mijn linkerzij.
Een beetje laat, maar toch fijn dat ik nu alsnog meer informatie heb gekregen.

We spraken nog even over mijn afgelopen horror-zomer. “Laten we elkaar in 2024 maar niet meer zien. Ik wens vooral dat het een heel mooi jaar voor u mag worden”, zei mijn chirurg.
Komt goed, die zomer ga ik officieel met pensioen, had ik geantwoord.
Glimlachend namen wij afscheid van elkaar.

Don en ik liepen de spreekkamer uit. Tot onze stomme verbazing zagen wij hoe de wachtkamer ineens volliep met mensen, die uit alle zijgangen aankwamen. Hè, wat vreemd! Ik baande me met mijn Rollz een weg door de menigte, de gang in richting uitgang. Ik werd echter onmiddellijk teruggeroepen: “Nee, nee mevrouw! Terug! Weg bij die ramen! Hierheen! Er is een schietpartij buiten. Iedereen hierheen, weg bij de ramen!”

Schietpartij?!  Het volgende moment werden we als een lamgeslagen kudde weggevoerd, een gang in richting een kleine pantry zonder ramen. Hier stonden we even veilig, maar we waren met te veel personen. Verpleegkundigen kwamen ons in groepjes ophalen en zorgden ervoor dat we verdeeld in meerdere afsluitbare kamers zonder ramen werden geplaatst. Daar begon iedereen onthutst via internet op telefoons te zoeken wat er gaande was. Een van de aanwezigen in ons gezelschap wist ons geschokt te vertellen: “Er is een docent doodgeschoten. Ik was daar in de buurt” (Hoewel dit bericht pas veel later in de middag officieel werd bevestigd)
Iedereen zweeg.

“Weg, weg! Iedereen moet weg. Evacueren!” klonk het plotseling vanuit de gang. Verpleegkundigen en andere hulpverleners kwamen ons begeleiden via een omweg naar een trappenhuis aan een andere kant van het gebouw. “De liften doen het niet!” werd geroepen. En dus werd Iedereen vanaf deze etage (godzijdank was het slechts de tweede) naar beneden geholpen, soms met stoel en al gedragen. In het hele gebouw loeiden alarmsystemen, het was me daar een herrie. Eenmaal beneden, hoorden we dat juist de liften aan deze kant wél werkten… Duh!

We werden naar buiten gedirigeerd, waar talloze politieagenten, brandweerlieden, beveiligers en verpleegkundigen ons maanden: “Snel, doorlopen! Oversteken en daar op die hoek het gebouw van de faculteit in! Vlug!” (Trauma)helikopters cirkelden boven ons in de lucht. Aan de overkant werden we opgevangen in grote ruimtes pal achter een barricade van ambulances, politie- en brandweerauto’s.

Het was een surrealistische menigte van artsen, verpleegkundigen, patiënten al dan niet in rolstoelen vervoerd -sommigen met infuus en al-, BHV’ers en zelfs een compleet operatieteam. Ergens in de faculteit was een promotie gaande, zodoende liepen er ook gasten in feestkleding met bloemen en cadeau’s bij zich. Bizar en tegelijk niet te bevatten wat er om ons heen gebeurde.

Hulpverleners deelden flesjes water uit, chocolaatjes en later soep met broodjes, koffie, thee en frisdrank. Huilende, ontredderde patiënten werden bijgestaan en getroost. Er waren volop helpende handen. Vreemd genoeg was de chaos op de één of andere manier te overzien en liep het nergens uit de hand qua paniek. Het leek een soort van ‘onder controle’.
We kregen te horen dat het ziekenhuis verder ontruimd moest worden, dat zorgde voor een nieuwe toestroom van mensen.

Aan achtergebleven patiënten in het EMC, plus hun bezoek, was verzocht op hun kamer te blijven. Alle deuren dicht, liefst op slot, weg bij het raam en wachten op nader order. Ach, ach, wat moet dat angstig geweest zijn voor hen!

In alle hectiek liep ik toevallig ook mijn maatschappelijk hulpverleenster uit het EMC tegen het lijf. “Hee…. jij ook hier!” riep zij verbaasd uit. “Jeetje, wat erg! Hoe voelt dat nu voor jou, zo’n eerste confrontatie met het EMC?” Het was vast goed bedoeld, maar ik ging nu toch echt geen diepgaande gesprekken met haar voeren. “Het is wat het is, het gaat goed hoor!” zei ik zo zelfverzekerd als mogelijk. Vervolgens wierpen wij elkaar een glimlach en veelbetekenende blik toe.

Minuten leken uren te duren, maar eindelijk werd het ziekenhuisgebouw na zessen vrijgegeven en mochten patiënten en verpleegkundigen terug. Don en ik bleven met nog een groepje achter, omdat de parkeergarages nog niet vrijgegeven waren. Een half uur later waren die weer toegankelijk en konden we de auto ophalen. We mochten naar huis. Eindelijk! Alleen duurde de rit nog ‘even’…

Traffic jam in Rotterdam! Overal politie en verkeersregelaars die het -vastzittende- verkeer via andere wegen trachtten om te leiden. Sommige bestuurders draaiden prompt hun auto om en wilden weer terug. Hallo?! Politie deed daar echter niets mee en liet het maar gebeuren. Het was toch al een puinhoop…

Eenmaal de stad uit, reden we dan eindelijk weer ‘gewoon’ op de A20. We passeerden een afslag bij “die hoge mast met de welbekende gele M daarbovenop”. Pfff… ik zou nu wel een iced koffie/mokka milkshake lusten…. twee zielen, één gedachte…. dus: Zo gezegd, zo gedaan.
En daar zaten we dan even later met onze milkshakes zwijgend naast elkaar in de auto. Lamgeslagen en moe. Wat een enerverende middag!

‘s Avonds thuis volgden we het nieuws op TV. Op de beelden van de evacuatie herkenden we enkele patiënten met wie wij samen in de zelfde ruimtes hadden gezeten. Het leek wel een film, we keken er naar en hadden amper het besef dat wij daar ook tussen hadden gelopen. We voelden ons bekaf. Tsja…dát is wat uitgewerkte adrenaline met je doet…

Mijn nacht was rommelig, constant flitsten er beelden van die middag voorbij. Ik was vanmorgen al vroeg wakker en kon de slaap niet meer vatten. Don bleek hetzelfde te ervaren. We zijn maar opgestaan. Kwam goed uit, want toevallig stond Medipoint al vroeg voor de deur. Oh ja…. ik had hen opdracht gegeven om het zorgbed weer op te komen halen vandaag!
Onze huiskamer is een stuk opgeruimder nu het bed daar weg is. Fijn!
Wéér een stukje verbetering. Het gaat nu écht de goede kant op.

En wat het EMC betreft….daar ben ik voorlopig even he-le-maal klaar mee!