Kerstverhaal?

Kerstverhaal?

21 december 2023 3 Door Bonnie

Nee, dit wordt geen blog met een kerstverhaal (of….?)

Vandaag is Don zomaar een dag vrij. Of nou nee, eigenlijk niet ‘zomaar’. Deze zondag vlak voor Kerst is een extra koopzondag en werkt hij. Vandaag is dus een compensatiedag. Een dagje om allerlei dingen samen te doen. Vanmorgen zijn we op pad gegaan en vanmiddag hebben we een bezoekje gebracht aan de expositie in het Museum Maassluis, waarover ik in mijn voorgaande blog schreef. Ook hier: niet zomaar een bezoekje, maar eentje met een ‘missie’.

In de expositie hangt namelijk de interactieve installatie “Cloud of Not Knowing”. Een papieren kunstwerk in de vorm van een wolk. Hier kun je onder gaan staan, bijvoorbeeld met je hoofd erin. De gedachte erachter is om de ruimte van “Niet weten” te ervaren en waar te nemen wat er dan gebeurt of naar je toekomt – zo licht kunstenares Elly toe. Dat het allerlei ideeën oproept, blijkt algauw. Ik kreeg direct een ingeving toen ik het beeld de eerste keer zag.

Mijn idee moest toch te realiseren zijn? Eerst moest ik thuis kijken of daar ergens nog een stel witte vleugels lag. Ja, vleugels! Jaren geleden ooit aangeschaft voor een dance-event (Sensation White edition) waar ik met mijn zusje naar toe ging.

En ja hoor, vanmorgen vond ik de vleugels zowaar nog redelijk in tact terug tussen twee lagen karton bovenop een kast. Die kwamen goed van pas. Op naar het museum met die dingen! Don wilde de expositie sowieso een keertje bezichtigen, dat kwam vandaag goed uit. Mooi! Nu kon hij ook meteen foto’s maken van mij als Engel op retour of zoiets dergelijks. Gewoon omdat het me leuk leek. (Af en toe moet je iets geks doen, dat houdt je ‘levendig’ 😉 )

Zo, dat was dan ons ieniemienie fotoshoot-momentje.
Nu nog een naam erbij, die past bij de Kerst(sfeer).
Iemand een idee?

Tsja en voor je ’t weet, is zo’n vrije dag best snel voorbij… Was wel relax, een hapje hier, een koffietje daar, geen verplichtingen – even niets moeten. Nu we weer lekker thuis zijn, kan ik gauw nog even mijn blogje schrijven.

In de brievenbus ligt het nieuwsblad van Maassluis. Als ik die meeneem en ‘m op de eettafel nieuwsgierig opensla, zie ik daarin de door mij ingezonden ‘kerstherinnering’. Jawel!
Een paar weken geleden stond hiervoor een oproep. Uiteindelijk is mijn verhaal een drastisch ingekorte versie geworden van een veel uitgebreidere blog die ik jaren geleden al eens schreef. Het aantal toegestane woorden was maximum 400 en dat is me, op de titel na, precies gelukt.
Dus vooruit! Ik eindig dan toch nog met een herinnering aan Kerst van 400-woorden -ook al is het voor sommigen van jullie misschien een (gouwe?)ouwe…

Niets bijzonders

Ooit zouden wij met vrienden samen ‘niets bijzonders’ doen met Kerst. Toch besloten we op het laatste nippertje te gaan gourmetten. Tijdens alle voorbereidingen vroeg iemand mij: “Waar is het gourmetstel?” Pas op dat moment schoot me iets te binnen. Ooohhh… wat erg! Ik was helemaal vergeten, dat ik dat ding het jaar ervoor had weggedaan! Drie verontwaardigde blikken richtten zich op mij. “Nee! Daar komt ze nu mee!” klonk het verwijtend. Wat nu?

Ik kreeg een lumineus idee. Ergens hadden we nog een grillplaat. Dat kon toch ook?
“Kijk, nog helemaal nieuw!” zei ik triomfantelijk. Wantrouwend merkte iemand op: “Het plaatje lijkt niet echt op een grillplaat!” En inderdaad, het gevaarte kwam uit de verpakking en bleek een rechthoekige metalen bak met op de bodem een spiraalvormig warmte-element en daarop een draadrooster. Gourmetten? Hoe dan? 

Nu ben ik niet voor één gat te vangen. Ik toverde uit de kast mijn mega grote paellapan tevoorschijn en legde die op het rooster van de grill. Super! Een ronde bakplaat was geboren. Niet lang daarna zaten we gezellig aan tafel rond de pan met z’n viertjes te kokkerellen.
Toen we bijna uitgetafeld waren, viel het ons pas op hoe blauw het om ons heen was geworden. Tjonge, het was niet alleen rokerig, maar ook enorm warm! “Jeetje… zelfs mijn benen gloeien, hebben jullie dat ook?” vroeg ik. Ja, de anderen voelden dat ook. Ik opende de balkondeur om de boel door te laten waaien en af te koelen. “Zullen we eerst de tafel maar afruimen? Dan nemen we daarna ons toetje”, stelde ik voor.

Terwijl de één de paellapan naar de keuken bracht, tilde een ander de grill van tafel. Een luide kreet volgde. “Oooohhhhh…. Nee! Kijk nou! Wat is dit?!” Rafels zwart damast kleefden aan de onderkant van de grill. Zwart? Het tafelkleed was toch rood? In één ruk trok ik de rest van het kleed van tafel. Ontzet staarden wij gevieren met open mond en grote ogen naar de plek waar de grill had gestaan. Alsof daar een meteoriet was ingeslagen! Een groot brandgat dwars door het tafelblad, omlijst door een smeulende zwarte roetrand. Zelfs de hele onderkant van de tafel was zwartgeblakerd. Godzijdank waren we “op tijd” gestopt!
Behalve verhitte bovenbenen, waren we er goed vanaf gekomen!
Naderhand hebben wij (en zelfs de verzekeraar) hartelijk gelachen om onze “Zwarte Kerst”-stunt.

Deze Kerst? Dan doen we écht niets bijzonders!