Appelcake met herinnering

Appelcake met herinnering

25 januari 2024 0 Door Bonnie

Gek hè, dat je van het een op het andere moment ineens lijkt gestoken door een werkbij. Of heb ik dat alleen maar? Eerst begint de dag tamelijk relax. Ik start rustig aan met thee en een beschuitje. Don vertrekt naar zijn werk en ik staar tijdens het laatste hapje beschuit naar de fruitschaal op tafel, waarop drie appels nog net niet beginnen te verrimpelen. Kan ik daar iets mee? Taart of zo? Ik ruim mijn ontbijtspullen op en werp een blik in de koelkast. Ik bespeur slechts twee eieren. Hmm…zou dat te weinig zijn? Ik start mijn laptop op en geef Google een zoekopdracht: ‘cake, 3 appels, 2 eieren‘. Waarachtig, er bestaat dus zo een recept! 

En dan ineens ben ik aan het multitasken. Ik verzamel keukengerei en ingrediënten, ik sorteer wasgoed en schud de dekbedden op alsof ik Vrouw Holle zelf ben. Als de was draait, schil ik de appels; weeg en meet boter, meel en melk af. Dan kom ik tot de ontdekking dat de suikerpot leeg is. Getsie!
En nee, deze buurvrouw met een warrig ‘ontploft’ kapsel gaat niet in haar roze fluffy ochtendjas à la Ma Flodder ergens in het gebouw een kopje suiker lenen. Hoeveel is 75 gram eigenlijk? Dan vind ik onder in een keukenla nog wel bruine basterdsuiker. Kan ook, toch? Suiker is suiker, besluit ik. Dat het beslag hierdoor wel ineens een rare kleur krijgt, boeit me niet. Straks als het baksel klaar is, zie je daar waarschijnlijk toch niets meer van. Of is dat Wishful Thinking? Ha ha… we zien het straks wel.

Voordat ik aan mijn blog begin, moet ik eerst nog iets opzoeken. Nu eens niet in mijn kast, maar op mijn laptop. Ik weet dat het document dat ik nodig heb ergens tussen mijn emails zit. Even denken… volgens mij was ik net overgestapt naar een gmail-account, dat was rond 2006. Ik tik een paar zoekopdrachten in en beland in een periode van achttien jaar terug in de tijd.
Ik heb het document al snel gevonden. Ik hoef niet verder te zoeken, maar scroll toch een paar berichtjes door uit dat jaar.

Tsja… dat werkt net zoiets als bij het ‘even’ in mijn kast duiken. Ineens komen er dingen voorbij, die ik uit nieuwsgierigheid toch nog verder wil bekijken. In dit geval zijn het berichtjes met korte schrijfsels, die ik open en met een glimlach doorlees. Sommige daarvan heb ik misschien ooit wel gedeeld, of ik heb ze gewoon voor mezelf opgeschreven. Er zitten ook ‘van me afgeschreven frustraties’ tussen, die herken ik meteen. Bijvoorbeeld over een zoveelste heftige eczeem-aanval waar ik mee te kampen had. Jeetje… het lijkt wel gisteren…. en toch ook weer niet. 

Dan vind ik een schrijfsel over een ontmoetinkje op straat. Als ik dat lees, herinner ik me nog precies waar het was, waar ik naar toeging en met wie ik had afgesproken.  

Ik heb mijn auto geparkeerd in hartje Rotterdam en loop door een donkere straat op weg naar mijn afspraak. Ineens komt vanuit het niets een jongen naast me lopen, ik schat hem ergens in de twintig. Hij is lang en slungelig, draagt een donkere jas met de capuchon over de zwarte cap op zijn hoofd heen getrokken. Zelf is hij ook donker van huidskleur en roept uitbundig: “Hallo!” 
Ik glimlach en groet “Hallo” terug.

Hij kijkt me lang aan en vraagt dan: “Mag ik jou een compliment maken?”
Van verbazing moet ik nog meer lachen. Ik ben nieuwsgierig en antwoord: “Je gaat je gang maar hoor.”
“Ik vind je een mooie vrouw, weet je dat? Ik dacht bij mezelf, dat moet ik je even zeggen,” zegt hij.
Dan barst ik in een schaterlach uit, maar bedank hem voor het compliment.

“Ga je stappen?” vervolgt hij.
Ik knik: “Ik ga uit eten”
“Alleen?” vraagt hij.
“Nee, er wacht een vriend op mij.” antwoord ik.
“Nou, dan wens ik je heel veel plezier! Pas goed op jezelf en heb een fijne avond!” zegt hij enthousiast, terwijl hij aanstalten maakt om rechtsaf te slaan.

“Dank je wel!” roep ik hem na.
Hij draait zich nog één keer om, laat met een brede lach een rij spierwitte tanden in het donker zien, steekt zijn duim op en verdwijnt.


Even later zit ik in een restaurant aan tafel en vertel ik over mijn “brief encounter” aan de vriend met wie ik gezellig een hapje eet. Deze reageert onmiddellijk enigszins geschokt: “Jee, dat heb jij weer! Was je niet bang?”
Het lijkt wel of ik bruut uit een roes word gehaald. Huh? Bang? Ehh… daar heb ik eigenlijk geen moment aan gedacht.

Naïef? Dom? Misschien wel. Ik hou het zelf gewoon op het ‘mijn-spontane-ik-zijn’

Als eerste denk ik met een glimlach: leuk, zomaar even een grappige herinnering. Maar tegelijkertijd ben ik me bewust van die tijd en besef ik hoe de tijdgeest in achttien jaar is veranderd. Zeker niet altijd ten goede! Mijn glimlach maakt plaats voor een frons tussen mijn wenkbrauwen. Want, wat als ik vanavond mijn auto in datzelfde donkere straatje in hartje Rotterdam zou moeten parkeren? –No way!– En wat als er dan ineens iemand in een zwarte hoodie, ‘out of the blue’ naast me zou komen lopen en mij aanspreekt?

Eerlijk is eerlijk… ik zou waarschijnlijk wat steviger doorlopen met mijn telefoon in de aanslag en mijn hart zou een paar slagen meer slaan.
Het zijn helaas gekke tijden geworden, best jammer. Daardoor is mijn spontaniteit best afgenomen, zo ‘s avonds laat in het donker alleen over straat. Sterker nog: ik heb het er eigenlijk niet meer zo op om -als het niet echt noodzakelijk is-  in mijn eentje op pad te gaan als het donker is.

Dat ik zeker niet de enige ben die er zo over denkt, blijkt ook wel een beetje uit het winkelend publiek van deze tijd. Waar je “vroeger” gezellig ‘s avonds ging winkelen, blijf je nu thuis en ga je overdag. Zo draait Don al een paar jaar geen koopavond meer, de winkel is op donderdagavond dicht. 
Dus ja, vanavond is hij gezellig thuis en weet hij nog niet wat hem bij de koffie te wachten staat 😉 Verrassing! (hoop ik)

Op dit moment klinken twee soorten piepjes tegelijk, die van de wasmachine en die van de oven. Met de was kan niet zo veel misgaan, die is al donker. Maar dan blijkt mijn appel-baksel ook tamelijk donker te zijn. Niet aangebrand, hoop ik. Ach nee joh…en anders is het gewoon de schuld van die bruine suiker! Verder ziet het er best grappig uit. Hi hi.. eigenlijk doet  het me denken aan een chrysant. Ja toch?

Voor wie dit chrysant-appelbaksel ook eens wil proberen is hier de link naar het recept
Hoe -belangrijker nog: óf– het smaakt, weet ik nog niet. Het zompige ding staat braaf af te koelen op een rooster. Ik denk dat ik het recept nog wel een bak-herkansing geef, maar dan:
met gewone suiker; met bakpoeder in plaats van baking soda; afgelakt met abrikozenjam in plaats van marmelade; het deeg in het midden met een kuil in plaats van een berg (verkeerd gelezen) en de appelschijfjes in een bloemvorm in het deeg gestoken. Dat laatste had ik niet zo goed begrepen… ik blijk er zonnestralen van te hebben gemaakt. Ook leuk.

Afijn, eerst maar zien of we vanavond Rennies nodig hebben 😉