Uluwat(zegt)u?

Uluwat(zegt)u?

1 februari 2024 2 Door Bonnie

Doe eens gek!
Schreef ik dat niet een paar blogs geleden?
Af en toe je grens verleggen, uit je comfortzone stappen. Vandaag doe ik dat weer eens, zo had ik mijzelf voorgenomen toen ik al vroeg wakker was.
Uitslapen lukt me niet meer zo goed. Half acht wakker worden, komt voor mijn doen aardig in de richting. Meestal volgt dan mijn ’trage opstart’-routine: ontbijt, op gemak douchen, verzorging en aankleden. Vanmorgen besloot ik mijn dag een andere draai te geven. Kwart voor zeven werd ik wakker. Zodra ik mijn bed uit was, ben ik meteen gaan douchen en aankleden.

Ik gunde me nog wel de tijd voor een kop thee. Daarna de vaatwasser uitgeruimd en nog wat dingetjes opgeruimd. Vervolgens heb ik mijn spullen -inclusief mijn laptop- bij elkaar geraapt en ben de deur uit gegaan. Vandaag leek me nou eens een mooie dag om een keer “de sleur” van mijn wekelijkse donderdagblog-moment te doorbreken. Normaliter zou ik immers aan het opklaptafeltje voor mijn Franse balkondeuren zitten met het uitzicht over de Waterweg aan de overkant. Niks mis mee.

Bovendien heb ik dan alles binnen handbereik. Ik kan op ieder moment, wanneer ik maar wil, iets te drinken of te eten pakken. Kortom: van alle gemakken voorzien, ik hoef er de deur niet voor uit. Ik zou zelfs uren in mijn roze fluffy badjas kunnen doorbrengen, who cares?
Lekker thuis….ook niks mis mee, maar vandaag wil ik toch echt iets anders.
Hop in de auto! Ik rij richting Hoek van Holland en ga daar maar eens een ontbijtje scoren. Wie weet inspireert zo’n andere omgeving en kan ik meteen een stukje schrijven. 

Het is een stralende eerste februaridag, de zon schijnt en lokt mij om op pad te gaan. Onderweg beland ik al rijdend achter een stoet vrachtwagens, het lijkt wel een konvooi. Bij de Stena Line haken zij linksaf. Ik houd rechtdoor richting strand aan. Het valt me op hoe weinig verkeer er is en ik zie ook slechts een handjevol mensen. Een parkeerplaats dichtbij het strand heb ik zo gevonden, haast tegen de duinen aan, vlak achter de rij met alle strandtenten. Zou er überhaupt wel iets open zijn? Stom dat ik daar nu pas over nadenk, dat had ik beter thuis eerst kunnen nakijken.  

Bij één van de achteringangen van het horeca rijtje zie ik een vuurkorf branden met daarnaast een krijtbord waar op geschreven staat dat zij open zijn. Oh nou, dat is mooi, daar kan ik in ieder geval terecht. Straks, want eerst wandel ik als Stoere Koukleum tussen de restaurantjes door richting het strand. Ik geniet een moment in stilte van het weidse uitzicht. In de verte lopen enkele wandelaars langs de vloedlijn. Dapper hoor, want het zal daar vlak aan zee een behoorlijk stuk kouder zijn dan waar ik nu sta te klappertanden. Brrr… genoeg frisse lucht, ik slenter terug naar het paviljoen dat open is. 

Tussen opgewaaid zand en omheind opgeslagen strand meubels door, zie ik letters op het dak opdoemen. Uluwatu staat er. Ik kan me niet goed herinneren wanneer ik er voor het laatst was. Ik meen op de dag dat de metro voor het eerst tot praktisch op het strand doorreed. Volgens mij was dat in het voorjaar van vorig jaar. Ach ja…ik weet het weer. Toen had ik mij voorgenomen, dat ik die zomer veel vaker naar het strand zou gaan met de metro. Daar is dus totaal niets van terechtgekomen. De metro die ik wél nam, ging de andere kant op en reed mij tot bij de ingang van het Erasmus MC. Afijn, laten we het dáár vandaag maar even niet over hebben!

Hee, ineens valt het mij op dat het buitenterras overdekt is. Dat was voorheen toch niet? Nu is er een glazen kas over/om gebouwd. Je moet dus dwars door die kas heen om bij de originele ingang te komen. Wel slim, want zo’n ’tussenruimte’ werkt ook nog eens als een extra buffer. Dat scheelt enorm veel tocht en kou in het paviljoen zelf.
Als ik binnenkom is het er behaaglijk warm en sfeervol -vind ik. Door de combinatie van het interieur en de muziek die er klinkt, krijg ik meteen een soort vakantiegevoel. Welja en waarom ook niet? Deze ochtend doop ik om tot mijn minivakantie moment. 

Mijn ontbijtje wordt geserveerd. Het was nog lastig kiezen tussen al het lekkers op de menukaart, maar ik ga voor de bowl kokosyoghurt. Lekker met blauwe bessen, stoofpeertjes, een knapperige crumble en gekarameliseerde pecannoten met een vleugje chili. Het ziet er niet alleen uit als een feestje, zo smaakt het ook. Mijn glas winterthee ziet er haast tegenovergesteld zomers uit door de oranje en gele kleuren van de schijfjes sinaasappel en gember. Wat een heerlijk verwenmomentje is dit alles bij elkaar!

Even aarzel ik om mijn laptop tevoorschijn te halen en vraag ik me af of het raar is dat ik hier zometeen ga zitten tikken. Of zouden meer mensen dat doen? Gewoon doen, zegt een stemmetje in mijn hoofd. En dus leg ik mijn laptop op tafel, start die vast op en geniet eerst rustig verder van mijn ontbijt.
Dan zie ik vanuit mijn ooghoek dat ik bespied word. Als ik opzij kijk, blijkt dat door een grijs gestreepte poes te zijn. Weifelend komt die mijn richting op en springt dan via de verwarming bij het raam op het tafeltje dat grenst aan het mijne. Daar laat het beestje zich gewillig door mij aanhalen, terwijl het constant verlekkerd naar mijn yoghurt loert. Mispoes!

Als ik mijn eerste zinnen zit te tikken, komen er druppelsgewijs meer mensen naar binnen. Het lijkt daardoor net even wat gezelliger dan helemaal in mijn eentje in deze ruimte. Ineens krijgt het totale plaatje iets ‘knus’, alsof ik in een grote huiskamer zit waar iedereen zijn eigen hoekje heeft gevonden. Geroezemoes, er wordt gegeten, gedronken, gekeuveld… hierbinnen aangenaam warm, daarbuiten koud.

Het poezenbeest is op de verwarming bij het raam gaan zitten, ik tuur langs haar (of misschien is het wel een hem?) heen in de verte. Dwars door de terras-kas, voorbij de lounge meubels verderop. Daarachter ligt een strook zandstrand, gevolgd door het zeewater dat van donkerblauw overloopt in het lichtblauw van de lucht.

Ik zucht. Mooi, dit alles.
Fijn, zo’n minivakantiemomentje -zo simpel is dat dus te creëren.
Mijn dag kan niet meer stuk.

Ik zou zoiets vaker moeten doen… 
Voor deze Uluwatu hoef ik niet eens naar Bali.
Gewoon tien minuutjes met de metro…
…dus ik zeg: Deze zomer een herkansing!