Half of heel?

Half of heel?

8 februari 2024 1 Door Bonnie

De korte versie van mijn (gewetens)vraag van vandaag is: Half of heel?
De uitgebreidere zin is: Doe ik iets voor de helft, of helemaal? 

Meteen denk ik aan het spreekwoord: Een goed begin is het halve werk. In z’n soort zet dat mij op een verkeerd been, want: als ik iets “maar” half doe, is het dan ook goed? ‘t Is net hoe je iets interpreteert… 

Nu mijn lijf zich langzamerhand uit een diep dal weet te herstellen en het steeds meer aankan, moet ik mezelf regelmatig terugfluiten. Ik mag dan wel denken dat ik alles kan, mijn lijf voelt dat heus anders. Ik lijd, vermoed ik, aan een chronisch-valkuil-syndroom. Ik trap er constant in. 
De ene dag zet ik me ergens voor de volle honderd procent in en de volgende dag moet ik dat bezuren. Don noemt dat zuchtend: “Stronteigenwijs”. Ik zelf zie het meer als: “Even kijken of ik mijn grens een klein beetje kan verleggen.”  Je moet jezelf per slot van rekening zo af en toe even uitdagen. Toch?

Feit blijft, dat het lijkt alsof alles ineens heel snel gaat en dan doodnormaal is. Het doet me denken aan mijn kleine (achter)neefje van amper één jaar. Hij was hier met zijn papa en mama en drentelde op zijn kousevoetjes heen en weer van de keuken door de woonkamer en terug. Alsof hij nooit anders had gedaan. Wanneer had dat joch ineens zo vlot leren lopen? Nee, niet ‘ineens’ natuurlijk, maar zo lijkt het wel. En ja met vallen en opstaan uiteraard.
Het grappige is, dat als hij er helemaal klaar mee is, hij gewoon gaat zitten. Hopla, waar hij ook is. Zelfs op straat. Geweldig toch!

Automatisch denk ik terug aan mijn eigen figuurlijke vallen en opstaan van slechts een paar maanden geleden. Hoe ik voetje voor voetje van de keuken naar de andere kant van de woonkamer schuifelde en daarmee mijn taks al had bereikt. En dan weken later het lef hebben om te beweren: Goh, wat is dat lopen ineens snel gegaan hè? Túúrlijk Bo!
Dan ineens: Boem, daar ga ik onderuit. Weer die valkuil! Geeft niet, ik zal het uiteindelijk toch zelf moeten leren. 

De laatste tijd ben ik van alles aan het oppakken. Niet alleen geef ik mijn eigen danslessen, ik ben ook hier en daar op andere dagen aan het dansen. Op de een of andere manier gaat mij het dansen beter af dan een stuk gewoon lopen. Ik krijg er een boost van! Oké, toegegeven: daarna ben ik er wel klaar mee. Dan zou ik eigenlijk net als mijn kleine neefje, meteen moeten gaan zitten. Ongeacht waar ik op dat moment mee bezig ben. Ik zie het al voor me: Kláár! Maar nee, dan moet er eerst nog even snel iets afgemaakt worden…. ik kan toch zeker niet zomaar halverwege…?

Deze week ben ik eindelijk begonnen met fysiotherapie. Drie maanden na mijn laatste operatie mocht ik helemaal niets, had mijn chirurg gezegd. Pas daarna mocht ik langzaam en voorzichtig opbouwen met lopen, bewegen, lichte oefeningetjes. “Nee mevroiuw, nog niet trainen, geen gewichten, niet rekken en niet strekken.” Daar moest ik een half jaar mee wachten, zoiets was het ongeveer, meen ik.

Na mijn eerste fysio-training ging ik terug rekenen. Ahum…van september tot nu is vijf maanden….vergissinkje. Had ik pas in maart mogen beginnen? Oeps…  nou ja, die paar weekjes maken nu niet veel meer uit -hoop ik.
Ik doe het gewoon rustig aan. Half, zeg maar, dan ben ik in ieder geval goed begonnen 😉

Het is wel fijn en goed dat mijn fysiotherapeute mij nauwlettend in de gaten houdt tijdens het trainen. Vooral als zij zegt “Ho, stop maar! Het is wel genoeg voor nu!”, terwijl ik denk: “Gaat goed hoor, ik kan nog wel even door.” Vrees niet, ik luister echt wel naar haar.
Ik train voornamelijk de ‘verwaarloosde’ spieren in mijn benen en armen, die hebben flink aan kracht ingeleverd. 

Ik kwam daar achter toen ik mijn Ikeaanse Bekvam wilde bestijgen. Mis! Ik krijg dat niet voor elkaar met ‘losse handen’. Ik moet me ergens aan vasthouden (lees: me ergens aan optrekken). Het lukt me niet om op één been mijn eigen lichaamsgewicht te liften. Bizar, die kracht ben ik kwijt, maar daar wordt aan gewerkt (en óf ik dat geweten heb!) 

“Wil je proberen of je nu weer kunt fietsen?” was de eerste vraag van mijn fysio in de fitnesszaal. Pardon, fietsen?! Mijn hemel… hoe lang had ik dat door al mijn lichamelijke beperkingen niet gekund? Sinds 2016! Een uitdaging dus! 
Het bleek zoals ‘men zegt’: Fietsen verleer je niet! Nu stond deze fiets weliswaar zwaar verankerd, ik kon niet omvallen en er was ook niet zoiets als tegenwind. Makkie! Grinnik.

Het zitten was goed te doen. Bij de eerste trapbewegingen protesteerden mijn knieën onwennig. Ik hield het trappen-zonder-weerstand vijf minuutjes vol -op het laatst met moeite, maar toch! 
Er volgden nog een paar andere zittende oefeningen met gewichtheffen. Wel vier kilo! Whoehaha… hoe frustrerend als er dan iemand naast je staat die tachtig kilo met gemak de lucht in pompt. Daar tegenover staat dan weer het feit dat ik na mijn laatste ontslag uit het ziekenhuis niet eens een lege waterkoker kon optillen om een kopje thee te zetten. Dat maakt me dan nu juist weer trots op die vier hele kilo’s!

De volgende dag, na de pauze van mijn wekelijkse dansles, voelden mijn benen wel erg raar aan. Wiebelig en alsof er lood in zat. Ook mijn bovenarmen leken honderd kilo te wegen. Oké, ietsje overdreven misschien. Verder viel het tijdens het dansen niemand op, volgens mij.
Och en daarna! Zoals ik al zei: ik heb het geweten! Mijn arme, pijnlijke spieren, al dat bewegen ging nu zijn tol eisen.

Voor de komende dagen staan er heel wat dingen achtereen in mijn agenda. Dat komt nu eenmaal toevallig zo uit. Ik ben zelf degene die het ‘in de hand’ moet zien te houden. Hoe zal ik dat eens aanpakken? Daar komt die vraag weer: Half of heel? Anders gezegd: Ga ik naar één bijeenkomst helemaal -en zo ja, welke kies ik dan? Of ga ik naar meerdere bijeenkomsten en blijf ik in alle gevallen tot de pauze? Hmmmm….

Keuzes! Daarbij komt: niets MOET -vandaar titel-foto. Er flitst nog een gedachte door mijn hoofd: Hardlopers zijn doodlopers en meteen daarachter aan: Rust Roest. Ga toch weg!

Kom, ik laat alles even op zijn beloop en ga nu eerst een lekkere cappuccino voor mezelf maken. Hee…stroopwafels, gut die hadden we ook nog. Lekker!
Maar, neem ik ‘m dan half of heel…?