Ideale maten

Ideale maten

7 maart 2024 2 Door Bonnie

Als je aan mij vraagt “Wat zijn voor jou de ideale maten?”, dan antwoord ik: “Don en ik; mijn zusje en ik; mijn vriendin en ik; ons vriendenstel en ik…”
Ha ha, personen dus! Wat had je dan gedacht? O wacht, dieren! Die waren dat ooit ook: kat Gigi en ik, parkiet Jopie en ik. Zowel genoemde mens als dier: mijn ideale maten, omdat ze onvoorwaardelijk zijn (en waren) als in: Je weet wat je aan ze hebt. Ze zijn betrouwbaar, eerlijk, rechtvaardig en je weet dat ze er voor je zijn als het nodig is. Als het ware samen “door dik en dun”, ze zijn me dierbaar. 

Geldt helaas niet voor kledingmaten. Die zijn niet altijd even ideaal en bovendien niet altijd onvoorwaardelijk (als in: consistent). Neem bijvoorbeeld maat 40, ik noem maar iets. Als een kledingstuk in die maat jou past, dan zou je denken dat dat voor alles in diezelfde maat geldt. Mijn ervaring luidt lichtelijk protesterend: Echt niet! Want het ligt ook aan de stof of aan het model waardoor het kan afwijken. Zo past iets zonder mouwen wel, ook al flatteert me dat niet bepaald. Hetzelfde model mét mouwen in dezelfde maat, daar kom ik wel in, maar zie eruit als de Hulk die op ieder moment uit de naden barst. Geen aanrader dus.

Naast het model zijn er de verschillende merken, da’s nog zoiets. Een maat 40 van het ene merk is een maat 42 van het andere merk, van dat soort fratsen.
Er is een Italiaans merk waar ik helemaal niet wijs word uit de maatvoering. Je zou verwachten dat een maatvoering universeel is. Italiaanse modehuizen denken daar kennelijk anders over.
Eindelijk had ik daarvan een jurkje gevonden dat paste. Toen ik op het labeltje keek, bleek het zeker drie maten meer te zijn dan mijn gebruikelijke maat. Zo werkt dat blijkbaar: steeds een maatje groter aantrekken en groter en groter, net zo lang tot het past. En toegegeven, eigenlijk wil je dat niet. Of nee, ik moet zeggen: ik wil dat niet.

Ach, het is maar een getal, ik weet het. Gewoon eruit knippen! Dat doe ik sowieso met alle labels, omdat ik dat irritante gekriebel in mijn nek vervelend vind.
Hoe dan ook, een Italiaans design is niet voor mij weggelegd. Ja, wel voor een speciale gelegenheid, zoals dat ene jurkje. Ik droeg het afgelopen zomer naar de bruiloft van mijn neefje en nichtje.
Dagelijks zoiets dragen is totaal geen optie, vanzelfsprekend.
Stel je voor: zie je mij er al koket in kokkerellen met mijn Mr.Bean-achtige capriolen in de keuken?

Trouwens, die maat 40 die ik noemde.… laat maar varen! Niet alleen qua maat, maar ook op andere fronten ben ik de 40 al láng gepasseerd: gewicht, leeftijd…. Voor dat laatste geldt net zo goed: het is slechts een getal, het zijn slechts cijfertjes. Maar soms kan een ongemakkelijk gevoel mij bekruipen als ik de adviezen in de media er op na zou willen houden. Op de een of andere manier lijkt het alsof er aan cijfers toch een ‘voorwaarde’ kleeft. Boven de 40 geen korte mouwen, boven de 50 geen lange haren (oeps!). Boven de 60 een bril? Dan moet -ie wel kek zijn, doch niet te krampachtig jeugdig. Ik roep zomaar wat, want de lijst met ‘Not done’-opsommingen is veel langer. Pfff… Of ik me er iets van aantrek? Ehmmm… 😉

Een variant op voorgaande vraag is: Of ik iets heb om aan te trekken? Zelfde reactie: Ehmmmm…?
Gekheid natuurlijk, want: ja heus wel! Het zonnige weer van de afgelopen paar dagen doet echter iets met mijn kledingkriebels. Ook de bermen onderweg naar huis doen daar iets mee. Die lijken ‘ineens’ in bloei en bezaaid met vrolijk geel gekleurde narcisjes. Een voorzichtige voorbode van de lente. Heel pril nog, maar genoeg om nu al te verlangen naar een zwierig, kleurig jurkje. De warme, gebreide exemplaren die nu in mijn kast hangen, missen dat zwierige en vallen eerder recht-toe-recht-aan langs mijn allerminst-ideale-maten lijf. Het verdoezelt lekker alle oneffenheden, dat wel. 

Vorige week was ik er vroeg bij met mijn blog, omdat ik wist dat ik pas laat in de middag thuis zou zijn. Vanmorgen lukte dat niet. Ik moest bijtijds de deur uit om ergens iets af te geven waar op gewacht werd. Daarna zou ik meteen terug naar huis. Ik zou alvast een ovenschotel klaarmaken. Ik zou dan daarna de tijd hebben om ongestoord te schrijven. “Ik zou… ik zou…” Ja, ja! Natúúrlijk liep dat anders.

Eerstens duurde dat ‘even afgeven’ ietsje langer, want er werd gevraagd: “Heb je tijd voor een kopje koffie?” (……)
Toen ik eindelijk vertrok, brak de zon door. Terwijl ik voor het rode stoplicht moest wachten, viel mijn oog weer op de bermen met de gele narcissen. Wat kan ik daar blij van worden! En impulsief… Want: wat ging ik? Rechtsaf naar huis, of rechtdoor naar het winkelcentrum? Tik-tak, tik-tak…. Groen! ….tik-tak….
Ik zet mijn knipperlicht uit. Hopsakee: rechtdoor!

Mijn excuus is: twee vliegen in één klap. Mijn dagelijkse beweging -ofwel een rondje etalages doen- en kijken wat er al van de pre-voorjaarscollectie in de winkels hangt.
Wie kent niet de uitdrukking “Kijken, kijken, niet kopen”? Ahum, ik beken onmiddellijk: da’s vanmorgen niet gelukt. Ik zag al zoveel vrolijke kleurtjes! En precies zoals ik hierboven schreef: dezelfde maat -maar dan van verschillende merklabels- daar kan ik niet echt van op aan. Dat werd wel duidelijk -en verhelderend- bij het passen van een paar modelletjes. Ik word soms overduidelijk geconfronteerd met het feit dat een jurkje op de hanger beslist mooier is dan aan mijn lijf. Niet getreurd, komt omgekeerd ook voor hoor 🙂

Afijn, het komt vast door de blauwe lucht… Een paar uur later dan ‘gepland’ kwam ik thuis met een jurkje in wit met hemelsblauw of zeeblauw of zomersblauw of Grieks blauw of hoe je het blauw ook wilt noemen. In ieder geval: gezellig blauw. ’n Beetje een losvallend model. Hier thuis aantrekken en een selfie ervan maken, is niet mijn sterke kant. Al helemaal niet met de wetenschapt dat Don dan achteraf iets gaat roepen over de belichting en het verkeerde standpunt. Dus, laat maar! 😉 Internetplaatje werkt net zo goed:

Ideale pasvorm voor mijn niet ideale maten!
Laat de lente maar doorkomen 🙂