Ik haak af

Ik haak af

14 maart 2024 2 Door Bonnie

Het is niet zo, dat ik vandaag mijn dag niet heb. Het is meer zo, dat ik gisteren mijn dag wel had. Spijkers met koppen geslagen, in de weer geweest met van alles en nog wat. Van die kleine dingen, die er méér toe doen dan je aanvankelijk had gedacht. Pas uren later merk je bij een eerste kop koffie op: Zo hee, productief bezig geweest, lekker opgeschoten!
‘s Avonds moest ik naar een bijeenkomst in Delft. Welja, dat kon er ook nog wel achteraan. Stond al lang in mijn agenda gepland hoor. Al die kleine dingetjes die ik daarom heen erbij had geschreven, leken op papier niet zo veel voor te stellen. Maar alles bij elkaar opgeteld…..
Herkenbaar?

Heerlijk dat de dagen langzaam maar zeker langer licht worden! Alleen merk je daar ‘s avonds na half elf niet veel van. Gelukkig regende het gisteren niet, toen ik rond die tijd uit Delft naar huis reed. Ik rijd eerlijk gezegd niet meer zo graag zelf als het donker is en al helemaal niet als het regent. Sowieso zijn sommige wegen slecht verlicht, zeker als er aan wordt gewerkt ‘van A naar -zogenaamd- Beter’. Lantaarnpalen branden dan vaak nog steeds niet en door de verouderde en vervaagde witte belijningen wordt de weg nog onoverzichtelijker. Bij regen schittert de rijbaan je tegemoet alsof het een spiegelende ijsbaan is. 

O ja, dan heb je ook nog te maken met tegemoetkomend verkeer. Het lijkt wel alsof alle auto’s steeds groter worden. Nee, herstel: dat lijkt niet, dat is. Omdat ze hoger zijn dan de mijne, schijnen de koplampen van tegenliggers pal in mijn gezicht. Zo irritant! Zeker als je nog een paar kilometers moet maken en dan met half dichtgeknepen ogen.
‘Vroeger’ draaide ik mijn hand er niet voor om, ik sjeesde het hele land door of het nou regende, sneeuwde of pikkedonker was. Als ik bijvoorbeeld nog terug denk aan het stuk vanuit Deventer richting Apeldoorn, ohhhhh donkerrrrrr! Ja, dan was ik echt blij als ik vanaf Amersfoort weer in de verlichte wereld terechtkwam.

Nog zo iets: lange einden rijden kosten mij tegenwoordig meer inspanning dan ooit. Is dat omdat ik nu ouder ben? Wanneer is ‘oud’ eigenlijk? Is 66 oud? Toen ik dertig was, vond ik van wel -beken ik beschaamd. Als ik tegenwoordig in de krant een overlijdensadvertentie lees van iemand die 66 is geworden, dan zeg ik: “Jeetje zo jong!”
Dus ja: “oud” is relatief, als je het mij vraagt.

Niet als smoes bedoeld, maar ik weet haast wel zeker dat mijn fysieke gesteldheid er voor een groot deel oorzaak van is, dat dingen meer inspanning van mij vragen.
Zoals gisteren. Overdag al druk in de weer geweest en ‘s avonds tijdens een bijeenkomst aandachtig luisteren naar wat er verteld wordt om er iets van te leren. Beslist interessante gesprekken, maar tegelijk ook veel informatie die ik probeer te absorberen. Dat zijn vaak de bijeenkomsten die er op papier in mijn agenda niet zo belastend of vermoeiend uitzien. Waar ik op dat moment dan vergeet aan te denken is dat ik daarna ook nog naar huis moet rijden. In het donker: bonuspunten!

Don was nog op toen ik na elf uur thuis kwam. Zo lang als ik ‘s avonds laat thuiskom, wacht er een mok warme thee op mij. Ik kan nooit direct naar mijn bed. Eerst moet ik alles laten bezinken. Vaak wil ik dan ook nog vertellen, alleen zit Don daar nou net niet op te wachten. Niet op dat tijdstip. Hoe enthousiast ik ook ben.

Ik werd wakker omdat ik moest plassen. Ach, dan ga ik er meteen maar helemaal uit, dacht ik. Het was donkerder in huis dan normaal wanneer ik wakker word. Toch maar even op de klok kijken. Acht minuten over drie. Oww… een beetje erg vroeg nog.
Op dat moment schoot me ineens te binnen, dat dat het tijdstip van mijn vader’s overlijden was. Niet op deze datum, maar op 10 maart 2005 ‘s nachts om 03:08 uur.
Wat toevallig. Zou ‘die ouwe’, zoals mijn zusje en ik hem plagerig doch liefdevol noemden, soms iets te zeggen hebben?  Lang heb ik er niet over na kunnen denken, ik lag weer op mijn bed en was meteen in slaap gevallen.

Nu denk ik, dat hij boven op zijn wolkje zijn hoofd naar me schudde. Ik zie het hem doen. Dat deed hij vaak en dat kon van alles betekenen. Hij was nu eenmaal een man van weinig woorden. Soms was dat lastig, maar soms ook handig. Want, dan kon ik zelf interpreteren wat hij nou precies bedoelde. En vaak in mijn eigen voordeel dan hè, dat begrijp je!
Ach, die ouwe sok… eigenlijk hadden we allebei niet veel woorden nodig.
We wisten. We voelden.
Met name ik, dan voelde ik op mijn klompen aan dat….. O jee, weer niet gelukt om op tijd thuis te zijn, foute boel… jammer, huisarrest…

Vanmorgen werd ik wakker met nog nét geen kater-gevoel. Ik ben niet echt brak, maar wel een soort moe in mijn hoofd. Misschien had ik de dingen in mijn agenda beter moeten verdelen. Of nou ja beter? Wat is nou beter? Iedereen heeft dat toch wel eens, dat je de ene dag vanalles ‘moet’ of wilt en de andere dag bij wijze van spreken niksend voor je uit zit te staren.

Geeft niets. Ik denk dat neuropsycholoog Erik Scherder het wel kan waarderen om zo af en toe eens uit je comfortzone te stappen. Daar valt een dagje met een volle agenda ook onder. Multitasken, hoe ging dat ook alweer? Jezelf blijven uitdagen. Ja en weten waar je grens ligt, dat ook. Er soms eventjes overheen gaan is niet erg. Ik weet er alles van 😉

Vandaag dus lekker relax genieten van de zon en een haakpatroontje bestuderen. Vorige week een blauw jurkje gescoord, nu een bol blauw garen. Het is voor een tasje, dat wil zeggen: als ik wijs word uit de ‘routebeschrijving’ die erbij geleverd is.
Kijk, zoiets zou het moeten worden:

…maar dan in deze kleur:

hi hi hi…. die tekst op dat afzender kaartje!

Zo, nu ga ik me maar eens verdiepen in het zogenaamde haakdiagrammetje.
In de zon.
Heerlijk!
Zeg, ik haak af!