Lang verhaal kort

Lang verhaal kort

16 mei 2024 1 Door Bonnie

Is het écht een jaar geleden? Het lijkt veel korter. Waar is een heel jaar gebleven?
In gedachten staar ik naar mijn beeldscherm waarop de website van onze plaatselijke bieb te zien is. Zij nodigen schrijfliefhebbers uit om mee te doen aan een schrijfwedstrijd. O ja, de week van de cultuur is weer in aantocht.
Kijk, zo staat het er:

Jeetje, dan te bedenken dat de titel van vorig jaar nog vers in mijn geheugen ligt: “Een zomerse dag – in de Vlietlanden…?
Het lijkt wel gisteren dat ik een schrijfsel inzond over een natuurgebied waar ik nota bene nog nooit één hele dag heb doorgebracht. Behalve de bevestiging met een bedankje voor mijn inzending, heb ik er daarna niets meer over gehoord. Dat was wel een beetje te verwachten, mijn verhaal ging over alles behalve de Vlietlanden.

Zou ik dit jaar nog eens een poging wagen met “Vrijheid, geluk is voor iedereen…?”
Wat typisch… wat hebben die titel-bedenkers toch met die vraagtekens aan het eind, zou dat met voorbedachte rade zijn?
Ik lees de opdracht keer op keer. Waar normaliter al direct iets gaat borrelen en van alles in mij naar boven komt, gebeurt er nu gek genoeg niets. Het enige waar ik aan denk is dat we de Dodenherdenking gevolgd door Bevrijdingsdag net pas achter de rug hebben. Juist in die dagen zijn er zoveel verhalen verteld die deze titel, inclusief het vraagteken, waardig zouden zijn. Beladen verhalen. Emotionele verhalen. Verhalen waaraan de mijne nooit zouden kunnen evenaren. Dat moet ik ook niet willen. Het is geen wedstrijd. 

Ik laat mijn gedachten er nog eens overheen gaan: Vrijheid en Geluk als (schrijf)wedstrijd… Vreemd genoeg staat het me een beetje tegen. Ik vraag me af hoe alle verhalen eigenlijk beoordeeld worden. Wat maakt het ene verhaal ‘pakkender’ of ‘beter’ dan het andere? Is dat als het de jury zó raakt, dat die tot tranen toe geroerd is? Of is het omdat de schrijver nog maar zo jong is, of juist op hoge leeftijd? Een onbevangen verhaal versus doorleefde wijze woorden, kun je dat zomaar vergelijken?
In mijn ogen zou het hier niet per se om ‘winnen’ moeten gaan. En als dan toch, dan zijn het wat mij betreft nu al allemaal winnaars.

Er zullen ongetwijfeld heel veel verhalen zijn over de beleving van vrijheid en het al dan niet vinden van geluk. Ik vind het lastig. Laat ik het anders zeggen: ik vind het persoonlijk. Wat ik onder vrijheid en geluk versta, hoeft voor een ander niet zo te zijn. Trouwens… het zijn ook nog eens momentopnamen, als je het mij vraagt. 

Ik herinner me bijvoorbeeld een moment van eind vorig jaar. In mijn auto reed ik over de Utrechtse baan. Vóór die tijd was ik door alle medische ingrepen en het herstel daarvan behoorlijk beperkt qua actieradius. Autorijden heb ik langzaam moeten opbouwen, eerst de straat op en neer en later een rondje verder in de wijk. Uiteindelijk was ik zover om de snelweg weer op te gaan.

Daar reed ik dan, boven op het Clausplein, waar ik plotseling een soort golf van gelukzaligheid door mij heen voelde gaan. Het gebeurde zomaar heel even -als een klein tsunamietje.
Dat moment werd ik me er echt van bewust dat ik mijn vrijheid weer terug had. Het besef dat ik eindelijk weer zelf kon gaan waar ik wilde en niet afhankelijk was van anderen. Wat was ik blij! Tegelijkertijd voelde ik me bovendien gelukkig met mijn autootje. Zonder eigen vervoer is reizen een stuk ongemakkelijker voor mij. 

Zie je, het gevoel van vrijheid en geluk zit voor mij in allerlei kleine dingen. Soms verborgen en soms ligt het er dik bovenop. Het is er hoe dan ook. Ik zei het al vaker: Als je er naar zoekt, vind je het niet. Het vindt jou, als je er aandacht voor hebt. En ja, ik schrijf er volgens mij regelmatig over, verweven doorheen mijn blogs. Een stukje hier en een paar regeltjes daar… Ik denk dat de manier is die meer bij mij past dan één compleet verhaal. Misschien kan ik het wel, alleen schieten mij er nu even geen 1500 woorden gerelateerd aan de opdracht te binnen. Dus: of ik mee ga doen aan de schrijfwedstrijd? Pfoeh… ik laat het maar even sudderen. Wie weet krijg ik toch nog een spontane creatieve ingeving.

Overigens, mijn ingezonden verhaal van vorig jaar mocht, net als nu, niet eerder gepubliceerd zijn. Na het insturen en de bekendmaking van de winnende verhalen, heb ik er niets meer mee gedaan. Tot nu. Ik heb het ‘uit de cloud‘ gevist. Het is verjaard. Ik plaats het hieronder voor wie het alsnog wil lezen, met daarbij de waarschuwing dat het verhaal ‘oud nieuws’ is voor degenen die mij kennen of mijn blogs al langer volgen.
Ach, je kunt er vluchtig doorheen scrollen, of je stopt nu met lezen. In dat laatste geval geldt dan voor deze blog letterlijk “Lang verhaal kort
Ik laat jullie de vrijheid 😉

“Een zomerse dag – in de Vlietlanden…?”

Ik vond schrijven altijd al leuk om te doen. Dat het zich zou ontwikkelen tot een ware passie,
ontdekte ik pas gaandeweg. Zo is bij mij uit iets ellendigs toch ook iets moois ontstaan. Ik
ben namelijk begonnen met schrijven toen ik een aantal jaren geleden overdonderd werd
met de diagnose kanker. Niet lang daarna besloot ik om voor iedereen die wilde weten hoe
het met mij ging, een blog bij te houden over mijn wel en wee. Het traject van behandelen en
herstellen verliep met ups en downs en ik krabbelde overeind met vallen en opstaan. Ik had
genoeg om over te schrijven en ervaarde het op een bepaald moment zelfs als een manier
om te relativeren. Bovendien voelde het ‘van me af schrijven’ als “gedeelde smart is halve
smart”.
Op dit moment prijs ik mij gelukkig, omdat ik eindelijk bijna ben hersteld. Desondanks ben ik
blijven schrijven, alleen heeft het al lang niet meer de functie van het ‘updaten’ over mijn
gezondheid. Ik plaats tegenwoordig wekelijks een geschreven stukje eigen beleving over
van alles wat mij zoal bezighoudt. In eerste plaats was dat voor mezelf bedoeld en om er op
deze manier een regelmaat in te houden. Ik bleef ‘geoefend’ en raakte steeds meer
vertrouwd met het schrijven. In de tweede plaats mogen anderen, als zij dat leuk vinden,
gerust over mijn schouder de schrijfsels op mijn blogsite meelezen.

Een paar weken geleden viel mijn oog op een oproep in de Maassluise Courant. In het kader
van de week van de cultuur organiseert Bibliotheek de Plataan een schrijfwedstrijd. Ik had
de voorwaarden nieuwsgierig gelezen. Of ik graag schrijf? Jazeker! Of ik (onder andere) in
Maassluis woon? Jazeker! Daar zag ik mijn kans waar. Maar toen las ik de titel van de
opdracht: “Een zomerse dag – in de Vlietlanden…?” Hmmm… de Vlietlanden? Waar liggen
die ook alweer precies? Hoe goed ik de ‘harde schijf’ in mijn hersenen ook af zocht, ik moest
tot mijn spijt (of moet ik zeggen: tot mijn schaamte?) constateren dat ik me niet kan heugen
dat ik er ooit ben geweest. Dat was nou weer jammer! Ik legde de krant meteen maar weg.
Gemiste kans, ik kon toch niets over die titel schrijven.
Desondanks is het wel ergens in mijn achterhoofd blijven hangen en kwam het vandaag
spontaan naar boven drijven. Dat gebeurde gek genoeg, nadat ik een gesprek had met een
kennis, die ik na lange tijd weer eens tegen het lijf liep. “Hee hallo! Vertel! Hoe is het
tegenwoordig met jou? Alweer helemaal beter?” Tsja, zo gaat dat -vast wel herkenbaar 😉
Ik vertelde dat ik de afgelopen zomer grotendeels binnenshuis aan mij voorbij had zien
gaan, vanaf een zorgbed voor het raam in de huiskamer. Dat was na mijn laatste grote
operatie, waarvan ik langzaam maar zeker goed herstelde.
Op lichamelijk gebied heb ik nogal wat moeten inleveren. Met name als het gaat om
bewegen, kan ik een aantal dingen niet zo goed meer doen dan voorheen. In het begin heeft
mij dat enorm gefrustreerd, maar op de een of andere manier wist ik een knop om te zetten
en ben ik anders gaan kijken (en proberen). Zo veranderde “Dat kan ik niet meer” in: “Hoe
kan ik dat anders doen?” Soms is dat best een uitdaging, maar in de meeste gevallen lukt
het me wel om een alternatieve oplossing te vinden. En dat geeft me toch een boost aan
zelfvertrouwen!

Enfin, het gesprek heeft mij vandaag dus aan het associëren gezet en dat leidde zowaar tot
een inspiratie. Wacht, eerst moet ik die krant met die schrijfwedstrijd weer terug zien te
vinden. Ah gelukkig, die is nog niet afgevoerd naar de oud papier container. Eens kijken,
waar stond het ook alweer? Ja, hier. Schrijf jij graag…bla….bla…bla… aantal woorden…-is
1500 erg veel?- … uiterlijk 31 mei inleveren…. Aha, ik ben nog niet te laat, het zou nog
kunnen! Zal ik dan toch alsnog een poging wagen?
Goed, hier komt mijn associatie dan op de proppen. Want, wat nou als ik om-denk zoals ik
inmiddels wel ben gewend, hoe zou ik er dan een andere draai aan kunnen geven? Ik ken
mezelf zo onderhand en ik weet dat ik hier vooral niet al te lang en te ingewikkeld over na
moet denken. Vaak ligt het antwoord zó voor de hand, gewoon voor het grijpen -zoals nu: ik
weet het ineens!
Ik pak een schaar, knip de titel van de schrijfwedstrijd uit en plak die bovenaan op een leeg
vel papier. Ik kijk er al mijmerend naar. Bij de allereerste keer lezen, was mijn gedachte: “Ik
kan er niets over schrijven, ik ben nog nooit in de Vlietlanden geweest.”
Daar prijkt de titel dan, uitdagend bovenaan mijn blad. Het lijkt nu meer op een soort
aankondiging van een activiteit op een zogenaamde bucketlist. Al moet ik wel zeggen, dat ik
nooit aan een dergelijk lijstje heb gedaan. Nee, ik ben er juist altijd voor om de dingen die ik
wil doen, meteen te doen zodra de gelegenheid zich voordoet. En ja, die gelegenheid gaat
zich voordoen -écht wel!
Want weet je? Deze zomer ga ik inhalen! Ik ga genieten van de zonnige dagen en vooral
veel buiten! Is dat nou niet een heerlijk vooruitzicht? Ja toch? En al helemaal als er iets
nieuws valt te ontdekken. Zeker als je al zo lang in Maassluis woont als ik. Zeker als er een
plek is waar ik nog nooit ben geweest. Zó dichtbij notabene! Leuk! Ik heb er zin in en kijk er
naar uit.
Ik werp nog eens een blik op het papier met de opgeplakte titel: “Een zomerse dag – in de
Vlietlanden…?” Dan pak ik een rode viltstift en schrijf daar met grote letters en een brede
glimlach onder: “Ja!”