’t Is maar ’n detail

’t Is maar ’n detail

28 februari 2019 1 Door Bonnie

Zoek de meer-dan-vijftig(jaar) verschillen.
Nou, dat is niet zo’n heel erg moeilijke opdracht. Niet alleen van zwart naar grijs, maar ook van braaf naar soms best stout en zeker ook van graatmager naar flink vlees op het bot. Links was ik acht jaar, denk ik, aangezien de schoolfoto is gemaakt in de periode toen we nog in Eibergen woonden tussen 1967 en 1969.

Ik herinner mij dat in die tijd nog werd gevraagd naar “uiterlijke kenmerken” als je je persoonlijke gegevens moest invullen voor officiële documenten. Steevast stond daar bij mij: wijnvlek onder de navel en moedervlek aan het eind van de wenkbrauw van linker oog. Later zette ik daar zelf nog bij: zilveren armbandjes die niet meer af kunnen, om rechter pols . ‘t Is maar een detail, maar als je nu nog eens naar de foto’s kijkt en inzoomt, zul je zien dat die armbandjes er rechts daadwerkelijk nog zitten.

De behoorlijke wijnvlek die ik vlak onder mijn navel heb, is in de tussentijd door twee operaties gesplitst en weer aan elkaar genaaid. Zo heb ik nu mijn eigen quilt (of is het patchwork?) op mijn buik. Het moedervlekje naast mijn oog is in de loop der jaren gaan zwellen, verwijderd-teruggekomen-verwijderd en hardnekkig wéér terug in een vagere tint dan voorheen. Zo apart! Kennelijk is dat specifieke plekje een voorgeprogrammeerd gebiedje waar per se een moedervlekje hoort. Tsja en dan die armbandjes, dat is een verhaal op zich.

Bij mijn geboorte kreeg ik van tante Mien, een zus van mijn opa, zes zilveren armbandjes die zij voor mij had meegenomen uit Indonesië. Uiteraard was ik toen nog veel te klein en werden de armbandjes bewaard tot ik groot genoeg zou zijn om ze te dragen. Mijn ouders vonden mijn eerste dag naar de kleuterschool een mooie gelegenheid. Vol trots poseerde ik met grote strikken in mijn haar, een te grote tas (toen al…hihi) en bovendien: mét -nog net iets te groot- De Armbandjes, die helaas op onderstaande foto niet zichtbaar zijn.

Doordat mijn polsen nog aan de dunne kant waren, rinkelden mijn armbandjes constant bij iedere beweging. Mijn moeder vertelde dat zij dat geluid altijd hoorde en herkende, zodra ik in de buurt was. Tot ik op een dag uit school kwam, thuis speelde en zij verbaasd opmerkte: Hee, ik hoor niets…. Waar zijn jouw armbandjes? Begraven in de tuin, antwoordde ik prompt. BEGRAVEN IN DE TUIN!? Te horen aan de toon vermoedde ik schaapachtig, dat ik fout zat. Wat is dat nou weer voor onzin! Waarom? Waar? Wijs aan! Het volgende moment zaten we samen op onze knieën in de aarde te wroeten tussen de worteltjes van mijn vaders moestuintje. We vonden vijf armbandjes terug, eentje bleef spoorloos. Het waarom was voor mij simpel te verklaren. Iemand uit de klas had mij wijsgemaakt dat als je zilver in de aarde begraaft en een week lang laat zitten, verandert in goud. Aangezien het experimentele en nieuwsgierige er toen al goed in zat bij mij….. Afijn, mijn overgebleven armbandjes verdwenen weer in het doosje en er werd besloten dat ik ze pas weer om mocht als ik naar “de grote school” ging. En zo geschiedde.

Sindsdien heb ik de armbandjes nooit meer afgedaan. Sterker nog, dat kon op een bepaald moment niet eens meer: ik was er in gegroeid. Ik ben er inmiddels zo aan gewend en letterlijk gehecht geraakt. Zelf heb ik er nooit hinder aan ondervonden, echterrr…..bij iedere operatie en MRI scan is het steeds weer even een punt van discussie. Alle sieraden moeten dan per se af, voor je eigen veiligheid -zo luidt de verklaring. Toch, vanaf de eerste in de rij van een aantal operaties, bleek het steeds een bijzonderheid en werden de armbandjes als alternatief ingepakt in een laag verband dat om mijn pols werd gewikkeld. Meer dan eens, heeft mijn bezoek daags na een operatie aarzelend gevraagd “Huh? Wat hebben ze dan aan je arm gedaan??” Niets, het was armbanden inpakken of doorknippen en dat laatste wilde ik niet.

Nee, doorknippen is nooit een optie geweest. Ook niet toen mij dat vriendelijk verzocht werd door een modellenbureau. Pfffff, komt dat bureau weer, hoor ik je denken. Maar nee, dit was een ander bureau waar ik na mijn fiasco in Amsterdam (beschreven in mijn blog Jaws) terecht kwam. Hier kreeg ik zowaar een wat mildere feedback. Er werd niet gesproken over handicaps, maar er werd subtiel voorgesteld om opnieuw portfolio foto’s te laten maken: zonder mijn hoofd en benen. ehhmmm….hoe subtiel kun je zijn -grinnik. Een ander detail wat direct in het oog sprong, waren mijn handen. Lange slanke vingers met dito nagels, die bleken nogal in de smaak te vallen. En dus stond ik uiteindelijk te boek als handen- en lingeriemodel. Mijn eerste handen-opdracht, was voor een nieuwe uitvinding: koffiemelk in porties in cupjes! Op de set moest ik met zo’n cupje de koffiemelk in een dampende kop koffie gieten. De foto werd als voorbeeld op het verpakkingsmateriaal afgebeeld.
Direct na deze opdracht, adviseerde het bureau mij om mijn armbandjes af te knippen. Het was een storend detail en men zou op den duur kunnen denken: goh, daar heb je die hand met die armbandjes weer! Ja hoor…..natuurlijk? En die wijnvlek op mijn buik dan? Ach, onbenullig detail. ’t Maakt niet uit, lingeriemodellen zonder hoofd bleken sowieso niet echt gewild 😉

Al met al zijn de armbandjes een vast onderdeel van/aan mij. Waarschijnlijk laten ze vanzelf op een keer los, zoals al eerder is gebeurd. Eentje brak zomaar vanzelf in de week na het overlijden van tante Mien en eentje brak, ook zonder aanleiding, vlak na mijn vaders overlijden. Da’s toch wel bijzonder, hoewel ik er verder toch maar geen aanstoot aanneem….’t is maar een detail. Toch? 😉

Goh, daar heb je haar met die armbanden ook weer (…?…)