Love is all

Love is all

16 september 2021 2 Door Bonnie

“Openlijk zei André nooit meer een partner te willen”, lees ik in een tekst over een interview met André van Duin. Het was een uitspraak die hij deed in de periode vlak na het overlijden van zijn partner. Als ik een stukje verder lees, staat er dat hij daar nu op terugkomt. Want, hoewel het gemis van zijn levenspartner er nog dagelijks is, wil André toch niet voor altijd alleen blijven. Een nieuwe geliefde moet je nooit uitsluiten. je weet maar nooit, geeft hij toe. Op zoek is hij niet, maar hij staat er wel weer voor open. “Of je nu jong of oud bent, dat soort dingen overkomt je”

Ik lees het stuk met een glimlach en slik tegelijkertijd ook iets weg, wat een toeval weer…want slechts een paar minuten voordat ik het bericht las, postte ik een ‘in memoriam’ berichtje op Facebook met een foto van mijn ouders in hun jongere jaren. Ik plaatste het omdat het die dag hun 65ste trouwdag had geweest. Mijn vader overleed in 2005 en leeft sinds die tijd alleen nog in onze herinneringen en herkenning (lees: genen 😉 ) voort.
Mijn glimlach ontstond bij het lezen van de laatste zin uit André’s interview: “Of je nu jong of oud bent, dat soort dingen overkomt je” Want…het overkwam mijn moeder.

Ruim twee jaar na het overlijden van mijn vader, kwam ze via-via in contact met een iemand uit haar jeugd met wie ze bevriend was, toen ze nog op het eiland Bangka woonden. Ze zagen elkaar voor het laatst In 1953, vlak voor de overtocht van het gezin van mijn grootouders naar Nederland. Na een radiostilte van vierenvijftig jaar, bracht mijn moeder het balletje aan het rollen door één telefoontje met de vraag: “Dag Ronald, weet je nog wie ik ben?

Een ontmoeting volgde en de twee raakten niet uitgepraat. Zoveel gezamenlijke herinneringen die ze deelden, de herkenning, het niet hoeven uitleggen omdat ze beiden hetzelfde hadden meegemaakt in een land hier ver vandaan waar ze opgegroeid waren. Mijn zusje en ik voelden het al op onze klompen aan en moesten er stiekem om grinniken: die twee waren voorlopig nog láng niet uitgepraat.

We zagen onze moeder veranderen, opgewekter, blosjes op haar wangen, een likje oogschaduw hier, een lippenstiftje daar, een kleurtje in haar haren en nieuwe outfit. Allemaal van die kleine dingetjes, waardoor we met een knipoog tegen elkaar zeiden: “Wat heeft zij nou ineens?”
Tot ze mij op een dag met een emotioneel bibberstemmetje opbelde: Komen jij en zusje even hierheen? Ik wil jullie allebei even spreken. Oh hemel…daar zul je het hebben! Zouden ze ruzie hebben of zo? Wij vroegen het ons bezorgd af, terwijl we naar ons moeders huis reden.  

Ik vergeet nooit meer hoe mijn moeder met horten en stoten probeerde uit te leggen hoe fijn en het was om met iemand te kunnen praten met wie ze haar jeugdjaren had gedeeld. Het was zo vertrouwd! Ze had zo’n plezier! Er was een klik. Nee, er was méér dan een klik… hier moest ze even zuchten.
En daar wil ik het met jullie over hebben, want als jullie het er niet mee eens zijn….    Ho! Stop ma! onderbrak ik haar.
Mijn zusje en ik hadden haar relaas aangehoord en hadden al veelbetekenende blikken naar elkaar geworpen.

Wij zijn niet blind hoor ma, zeiden wij.
Ja maar ik vind het zo erg…
Wat is er erg aan dan?
Nou… voor jullie….voor papa… Papa is pas drie jaar geleden… nou ja, misschien is het wel te snel…
Jeetje ma! Te snel?? Hoe oud zijn jullie eigenlijk? Hoe lang willen jullie wachten dan? Tot papa tien jaar overleden is? Wacht, nu kreeg ze toch echt haar eigen woorden eens een keer terug van mij: “Doe niet zo gek!” zei ik. We moesten er alledrie om lachen en mama was opgelucht.

Het was wel duidelijk dat mijn zusje en ik op één lijn zaten. Hoe geweldig was het om te zien hoe onze moeder weer helemaal opbloeide en het zo leuk had, samen met haar Ronald. Wij waren er alleen maar blij om, zowel voor haar als voor hem. Wij doopten hem om in oom Ron. Een Indische gewoonte die je er -bij mij in ieder geval- niet zo makkelijk uit krijgt: net zo min als dat je ‘jij’ en ‘jou’ zegt (je hebt er toch niet mee geknikkerd? Nou dan!), noem je een ouder persoon niet zomaar bij diens voornaam. Uit respect werd er dan ‘oom’ of ‘tante’ voor geplakt, ook al waren het geen bloedverwanten. En zie daar: Oom Ron.

Wat ben ik blij dat ons moedertje en oom Ron nog bijna tien mooie jaren samen hebben beleefd. Kort, maar intens en met veel mooie dingen om op terug te kijken. Ik heb het nooit gevoeld alsof mijn vaders plaats werd ingenomen, totaal niet. Ik weet juist dat er altijd respect is gebleven voor hem en voor de jaren dat hij en mijn moeder samen waren. Dat was altijd bespreekbaar en nog.

Meerdere keren in onze vakanties die we samen met ma en oom Ron hebben gemaakt, aten we een hapje in de tuin van een restaurantje in Kevelaer. Het favoriete plekje van mijn moeder. Vorige week waren Don en ik daar in de buurt en zijn er langs gelopen. Letterlijk, want helaas… (ook)deze horecagelegenheid heeft haar (tuin)deuren moeten sluiten als gevolg van Covid19. Jammer, maar…. de mooie herinneringen pakt niemand meer af

Bedankt oom Ron, dat u er de laatste tien jaren van mama’s leven voor haar was!
En zoals André van Duin hierboven ook soortgelijk schetste, hoor ik dan ineens mijn moeder weer zeggen: “Gek hè, het maakt dus niet uit hoe oud je bent…. het overkomt je gewoon…”

Gerelateerde blog:
“Pasar 2017”