En nu?

En nu?

29 september 2022 3 Door Bonnie

Vorige maand schreef ik in mijn blog “Motto” hoe mijn algehele darmonderzoek cq colonoscopie totaal mislukte en eindigde met de vraag: En nu? Die vraag slingerde als een rode draad door mijn afgelopen jaren van onzekerheid op medisch gebied. “En nu?”, meestal gevolgd door “Afwachten dan maar”.

Eén van mijn onco’s belde mij na de vergeefse poging en besloot resoluut: We gaan een CT-colografie doen. Als u die heeft gehad, spreken wij elkaar weer. En zo werd ik in ons vakantie weekje, ergens midden op de hei gebeld door het planbureau met de mededeling dat er een plekje vrij was gekomen. Dat was afgelopen maandag om precies te zijn.

Bij mijn vorige onderzoek ontving ik ruim van te voren zeer uitgebreide informatie. Bovendien werd ik ook nog gebeld of ik alles goed begrepen had. Bij mijn apotheek lag de benodigde medicatie ter voorbereiding op het onderzoek klaar. Een week lang volgde ik een speciaal vezelarm dieet volgens een bepaald schema. Daarna volgde het laxeer-traject met de nodige drankjes, maar goed daar schreef ik in “Motto” al over. Ik dacht dat het nu ook wel zo zou gaan, maar in de week voor het onderzoek, had ik nog niets gehoord. Het contrast qua voorlichting was groot.

Ik belde zelf maar met de afdeling radiologie hoe het nu precies zat. Moest ik zo onderhand niet aan een vezelarm dieet beginnen? En hoe zat het met laxeren? Nee hoor mevrouw, dat hoeft helemaal niet, kreeg ik als antwoord. U hoeft alleen de dag voor het onderzoek de flesjes contrastvloeistof in te nemen. Laxeren is niet nodig, het is immers een CT-scan. En die flesjes mag u hier op komen halen. Pardon? Kan dat niet via mijn eigen apotheek, zoals de vorige keer? Neen, dat kon niet. Tenzij ik mijn behandelend arts een receptje liet sturen naar mijn apotheek en dat mocht alleen ikzelf “even” regelen.

Prompt werd ik gebeld door mijn apotheek. Mevrouw wij hebben uw toestemming nodig om contrastvloeistof voor u te bestellen. U heeft namelijk maar drie flesjes nodig, maar wij moeten per tien stuks  afnemen. Wij doen verder niets met die overige zeven flesjes, dus vandaar dat wij genoodzaakt zijn, u een bijdrage te vragen van € 75,00. Pardon?! Wacht even! Dat werd weer een uurtje bellen met het Erasmus. Moeilijk moeilijk moeilijk….zucht. UIteindelijk kreeg de radioloog toestemming om de flesjes naar mijn huisadres op te sturen en ik hoefde niets te betalen.

De flesjes bevatten een niftig goedje, één dag voor de scan moest ik er bij iedere maaltijd eentje op drinken. De logica ervan ontging mij totaal. Er stond namelijk, dat de contrastvloeistof is bedoeld om de ontlasting te kleuren. Oké dat begrijp ik dan nog, want dan zien ze op de CT-beelden wat wat is. Vervolgens stond er ook: “Kán laxerend werken, maar hoeft niet altijd zo te zijn” Vond ik al een beetje vaag. Ik sloeg de patiëntenfolder van het Erasmus er op na en las daarin, dat het spul wel degelijk een laxeermiddel is. Schiet mij maar lek, want vertel: Waarom moet mijn ontlasting dan gekleurd zijn als het er toch allemaal uitkomt? Zodat ik kan zien hoe leuk blauw of roze het geworden is? Ha ha ha… hou toch op…

Na zoveel CT-scans in de afgelopen jaren, weet ik zo onderhand wel wat mij te wachten staat. Eerst een infuus in mijn arm, waar dan contrastvloeistof ingespoten wordt. Maar….ho wacht even, dat had ik nu toch al gedronken?? Een assistente haalde mij op en bracht mij naar een kleedhokje. Kleedt u zich hier maar uit, dan haal ik u zo op. Huh? Uitkleden? Voor een CT? Wat gek, die gaat toch dwars door je kleding heen? Dit was nieuw voor mij. Kennelijk zag ze mijn verbaasde blik en voegde er haastig aan toe: Oh, ik bedoel natuurlijk alleen uw onderkant, uw bovenkant mag u aanhouden. Ik vond het nog steeds gek, maar oké, ik deed braaf wat mij gevraagd werd.

De arts, de radioloog en de assistente wachtten mij -met mondkapjes- gedrieën op. Zo mevrouw, bent u er klaar voor? U weet wat er gaat gebeuren hè, bent u helemaal leeg? Nou, niet helemaal leeg nee. Wel blauw, roze en groen van binnen, dacht ik grinnikend in mezelf. Ik zag fronsende wenkbrauwen toen ik zei dat ik alleen de drie flesjes contrastvloeistof had gedronken. Nou, weet u wat…gaat u maar gewoon even op uw zij liggen dan gaan we eerst het slangetje even inbrengen. 

Mijn beurt om mijn wenkbrauwen te fronsen en vroeg: Inbrengen, waar dan? 
Hoe bedoelt u?
Ik onderdrukte een lachkriebel en antwoordde: Ik heb geen gat.
Hoezo, geen gat? Wat bedoelt u daarmee?
Geen gat, als in: geen rectum…die is geamputeerd, verklaarde ik.
Drie paar ogen zo groot als schoteltjes staarden mij aan, oké petit-fours bordjes dan -ik zal niet overdrijven.
Wát zegt u, geen gat? Maar… hoe dan?

Meenden ze dit serieus, gingen ze aan mij vragen hoe nu verder?? Hadden ze mijn dossier eigenlijk wel goed gelezen? Lekker “goed voorbereid”.
Ik denk via mijn stoma, maar daar gaat het juist altijd mis, zei ik, waarop het drietal zich wederom terugtrok achter de schermen. Even later kwamen ze terug met de opmerking: Wij zagen net in uw dossier dat de colonoscopie de vorige keer is mislukt. Hoe kwam dat?
Pardon? Dat kwam omdat de slangetjes niet ver genoeg ingebracht konden worden.
Oooo, lachte de arts optimistisch, maar de slangetjes die wij hebben, zijn héél flexibel hoor! Bovendien spuiten we eerst iets in uw infuus waar uw darmen rustig van worden. 

Toen kwam het slangetje, ik wachtte sceptisch af… en ja hoor. Hee..hoe kan dit nou…het lijkt wel alsof het niet verder gaat…raar…. nou ja, dan proberen we het zo maar even. Mevrouw we gaan nu uw darmen vullen met lucht…Voelt u al iets? Nee, ik voelde niets. Wilt u zich dan even op uw buik draaien?

Pardon? Maar mijn stoma dan? Ik wist immers hoe kwetsbaar en snel die kon beschadigen, zeker zo zonder enige bescherming. Tsja, het is niet anders, het moet gewoon even, anders gaat de lucht er niet in. Gedoe, geschuif, gerommel, waar niemand vrolijk van werd. Steeds trok het drietal zich terug en lag ik in een onmogelijke houding te wachten.

Zes scans zijn er gemaakt en alle zes zonder gewenst resultaat. Stoma Zakkelien begon zich te verweren en blies uit protest het slangetje er zelf maar uit, met alle gevolgen van dien. En nee, die ga ik niet beschrijven. Gênant genoeg. Hoe lang ze bezig zijn geweest, weet ik al niet eens meer. Lang, dat wel. Uiteindelijk gaven ze het op. Gelukkig. Mevrouw… we stoppen er mee. Het lukt gewoonweg niet en voor u is het ook heel vervelend allemaal.

De vraag blijft: als er al iets met mijn darmen zou zijn, hoe kunnen ze dat dan wél onderzoeken? Misschien een MRI- of een PET-scan, had de assistente nog gemompeld. Maar nee, daar bedank ik voor. Ik ben even klaar met het gepor in en het gesol met mijn lijf.

En nu? Nu wacht ik nog even de terugkoppeling door mijn onco af, hij gaat mij volgende week bellen. Wel jammer, want ik dacht zo onderhand wel klaar te zijn…. niet dus. Laat ik het anders formuleren: Ik ben d’r helemaal klaar mee!