Zeven labeltjes

Zeven labeltjes

27 oktober 2022 1 Door Bonnie

De titel zou zomaar kunnen slaan op een sprookje, maar dan niet met geitjes, dwergen of mijlslaarzen. Ik zou er zo eentje uit mijn duim kunnen zuigen. Maar nu even niet.

Een week lang heb ik de labeltjes van het theezakje tijdens mijn ontbijt eraf getrokken en heb ze zonder ze te lezen bewaard tot vandaag.
Ik was al vroeg op pad gegaan en wist niet precies hoe laat ik thuis zou zijn. Geen probleem, ik hoefde dan niet meer na te denken waarover ik zou gaan schrijven. Ik had de labeltjes immers en ik hoefde alleen de vragen maar te beantwoorden. Makkie!  ‘t Is per slot van rekening herfstvakantie, niet dat ik een week ‘schrijfvrij’ neem, maar ik kan het mezelf wel wat eenvoudig maken vandaag.

Zeven dagen, zeven labeltjes en nu is het tijd om ze te bekijken en de vragen te beantwoorden.

1. Welke angst heb jij overwonnen?

Nou, laten we het maar niet over mijn spinnenangst hebben. Ik schreef ooit in mijn blog “Tjakkaaaa!”  over hoe Emile Ratelband mij daar wel “even” vanaf zou helpen. Of het geholpen heeft? Hmm… ik ben misschien niet meer zo heel erg hysterisch als ik een spin zie, maar het zijn nog altijd niet mijn favoriete insecten. 

Goed, maar wat dan wel? Het kan zijn dat mijn antwoord op de vraag wat vaag klinkt, maar wat ik heb overwonnen is: De angst voor de angst. Ik heb mij daar de afgelopen jaren werkelijk overheen weten te zetten. Met name het angstig zijn voor het “niet weten”, voor de “wat als?-en” en voor de ‘stel je voor dat!-s”. Ik kan het nu veel gemakkelijker dan ooit voorheen naast me neerleggen. Inmiddels heb ik echt wel genoeg ervaren, dat het absoluut geen zin heeft om mij angstig te maken of te voelen.

2. Welk boek heeft indruk op jou gemaakt?

In mijn jeugd was dat “Onder moeders vleugels”, de Nederlandse vertaling van “Little Women” van Louisa May Alcott. Als kind las ik het verhaal van de vier zusjes March meerdere keren. Ik was vooral fan van de vrijgevochten zus Jo, die ambieerde schrijfster te worden. Het boek is volgens mij meerdere keren verfilmd, ik ken er in ieder geval twee versies van -met andere acteurs. Een prachtig zwijmel kostuumdrama, als je daar van houdt (ik dus wel).

Daarna zijn er zoveel boeken geweest die indruk op mij hebben gemaakt, teveel om op te noemen eigenlijk. Maar, zoals ik in meerdere van mijn blogs liet doorschemeren: Toon Tellegen staat als schrijver bovenaan mijn lijstje. Ik maakte voor het eerst kennis met zijn dierenverhaaltjes, toen ik zijn boek “Misschien wisten zij alles” aanschafte. Ik was onmiddellijk verkocht! De kunst van simpele verhaaltjes en toch met diepgang en een knipoog. Vaak ontroerend en goed voor menig glimlach.

3. Welke periode uit de geschiedenis vind jij het interessantst?

O jeetje…geschiedenis was eerlijk gezegd nooit zo ‘mijn ding’. Ik kon me er niet op concentreren en onthield geen enkel jaartal. Het boeide mij niet, erg hè. Misschien lag het aan mijn geschiedenisleraar, hij boeide mij niet. Maar oké…ehm… als ik dan toch iets moet roepen: de periode van Lodewijk XIV dan. Hij was toch de Zonnekoning? Hij, de beschermheer van de kunsten, zelf een danser en oprichter van de eerste dansacademie in Europa: Académie Royale de la Danse. Het eerste hofballet ontstond in ‘zijn periode’ en Lodewijk zorgde voor standaardisering van de danstechnieken op de opleiding. De hedendaagse ballet-termen die nog altijd worden gehandhaafd, zijn daar het voorbeeld van.

4. Wat zou je doen als je wist dat je niet kon falen?

Wat een gekke vraag. Je weet van te voren toch nooit of je faalt? En wat is dat ‘falen’ dan precies? Dat iets niet gaat zoals jij verwachtte dat het zou gaan? Is dat erg dan? En is het ook niet zo, dat er juist nieuwe mogelijkheden ontstaan door ‘falen’? Oh… nooit een vraag met een wedervraag beantwoorden, is mij vroeger altijd geleerd. Ahum, da’s niet helemaal gelukt met het beantwoorden van dit labeltje.

Laat ik het dan zo zeggen: als ik al iets zou willen doen, dan doe ik het gewoon. Ik vraag me van te voren niet af cq. ik maak me niet druk of ik zal slagen of falen. Het weerhoudt mij niet, zelfs niet als ik zou weten dat er grote kans van falen zou zijn. Dan nóg zou ik het doen. Ja oké, sommigen noemen dat eigenwijs 😉

5. Bij wie voel jij je veilig?

Ahhh… bij Don natuurlijk! Omdat hij hij is.
Hij is onvoorwaardelijk mijn naaste, mijn rots in de branding, mijn anker, mijn alles wat ik niet ben, mijn spiegel, mijn thuis, mijn criticus, mijn aanmoediger, mijn trooster, mijn klankbord en mijn nog véél meer. Door hem kan ik zijn wie ik ben, voelen wat ik voel, doen wat ik doe…of het nou lukt of niet (nee, ik heb het niet per se over koken 😉 )

6. Wat is voor jou het woord van het jaar?

EINDELIJK!
Volgens mij hoef ik dit niet verder toe te lichten (bijvoorbeeld dat het met mijn gezondheid te maken heeft) Oeps.. nu deed ik het tóch. 

7. Welke eigenschap vind jij het belangrijkst bij een vriend(in)?

Het woord “onvoorwaardelijk” komt in me op, maar dat is volgens mij een bijwoord. Kan wel, maar dan zou het een eigenschap zijn van een vriendschap. Dan zou het zijn: “Een onvoorwaardelijke vriendschap”. Ofwel: Vrienden voor het leven, die elkaar oprecht het allerbeste wensen en gunnen.
Hoe formuleer ik dan het juiste antwoord op de vraag? Laat ik het zo zeggen: Ik vind eerlijkheid een belangrijke eigenschap én dat hij/zij vooral zichzelf is (en ja, dat eerlijk zijn geldt dan net zo goed ook naar hem/haarzelf).


Zo, dat waren ze!
Klaar.
Ik ga herfstvakantie-achtige dingen doen nu. 🙂