Redigeren

Redigeren

8 juni 2023 2 Door Bonnie

Twee blogs geleden (“Spannend!”) schreef ik over de oproepen die in de Maassluise Courant stonden in het kader van de Week van de Cultuur die 9 juni van start gaat. In die week zijn er allerlei activiteiten te beleven en de genoemde oproepen, hebben met schrijven te maken. De ene is een wedstrijd, de ander een workshop. Voor de wedstrijd kon een verhaal ingezonden worden met de specifieke titel “Een zomerse dag – in de Vlietlanden?” Deze heb ik opzij geschoven, want ik kon niets met de titel. (Dacht ik)

Voor de workshop heb ik me wel opgegeven. Daags na de bevestiging van mijn aanmelding ontving ik ook een schrijfopdracht van de schrijver die de workshop geeft. Hoe die opdracht precies luidt, ga ik nu natuurlijk niet verklappen. Oké behalve dan, dat het een spannende scène moest zijn conform een aantal opgegeven richtlijnen en met een aantal woorden tussen de 450 en 500. Ga daar maar aan staan! Ik heb de opdracht even laten liggen onder het mom “Toch nog tijd zat”. Inmiddels is wel bekend hoe dat bij mij werkt met een deadline hè?  Eerst is mijn gedachte: “Oooo ik heb nog twee weken!” Vervolgens: “O ja, het is over twee dagen al!” En dan ineens: “Aaarghhh… ik heb nog maar twee uur!”

Vlak voordat ik wilde beginnen met schrijven aan mijn spannende scène, borrelden er zowaar ideetjes naar boven voor die opzij geschoven schrijfwedstrijd. Sterker nog, spontaan begon ik juist dáár iets over te schrijven. Hoe gek kan het lopen! Ik wist zowaar de titel van de opdracht te behouden, terwijl ik aanvankelijk dacht dat ik daar niets mee kon. Voor dit verhaal mochten beduidend meer woorden gebruikt worden: tussen de 800 en 1500. En nee, omdat ik het verhaal daadwerkelijke heb ingezonden, kan (en mag) ik hier inhoudelijk verder niet over uitweiden.

Al met al ben ik lekker bezig geweest met verzinnen en schrijven. Het hield me van de straat, buiten was het mij trouwens toch te benauwd, want: hooikoorts-alert! Tussen allerlei andere bezigheden in, vond ik ook wat momenten om de spannende scène te verwoorden. Met op de kop af 500 woorden heb ik het stuk ingeleverd, mission accomplished!

Ik moet wel zeggen, dat zowel het schrijven als het ‘droppen’ van deze twee verhaaltjes anders voelt dan bij mijn blogs. Sowieso omdat het opdrachten waren met richtlijnen waar de tekst aan moest voldoen. Daarbij moest ik constant rekening houden met het aantal woorden. Dat viel zo één twee drie niet mee! Waar ik bij het ene verhaal veel moest wegstrepen, konden er bij het andere best nog wat zinnetjes bij. Pff… een heel gepuzzel was het soms. Totaal niet te vergelijken met het schrijven van (mijn) blogs.

Mijn blogs ‘drop’ ik online en zie wel of er een reactie op komt. Hoeft niet, mag wel, tuurlijk is dat leuk, maar ik doe het voor mijn eigen plezier zonder verwachtingen. Na het versturen van mijn twee verhalen was dat anders: ik weet nu dat er een reactie op gaat komen. In het geval van de wedstrijd zullen tijdens het zogenaamde Cultuurgala op 17 juni a.s. drie winnende verhalen bekendgemaakt worden. Je maakt mij niet wijs dat er niemand onder de deelnemers is, die niet verwachtingsvol is. Al is het maar een beetje, zoals ik 😉 Om er dan meteen nog maar een cliché aan toe te voegen: ‘Het was sowieso leuk om een poging te wagen’.

In het geval van de workshop werd nadat ik mijn spannende scène als PDF-file had opgestuurd, gevraagd of ik dat alsnog in een ander bestand wilde doen. Reden: dan pas was kon mijn tekst geredigeerd worden. Ow… aha…
Ge-re-di-geerd. Toen ik het woord hardop in lettergrepen uitsprak, kreeg ik opeens zo’n ‘klamme-handen’ gevoel. Brrr. Redigeren, ofwel “Het corrigeren en verbeteren van tekst voor publicatie”. Opeens bekeek ik mijn stukje tekst met andere ogen. Had ik overal wel goed gelet op mijn spelling, de juiste interpunctie en grammatica? Had ik te lange zinnen met ingewikkelde constructies gefabriceerd? Ik weet van mezelf dat ik daar een handje van heb… Of was het verhaal misschien te ver gezocht en sloeg het nergens op…
Ho! Stop! Klaar! spreek ik mezelf toe, want: So what?

Gek hè, wat dat met mij doet: weten dat iemand kritisch naar mijn schrijfsel gaat kijken. Beetje eng zelfs. Aan de andere kant… van feedback kan ik alleen maar wijzer worden. Dus: hoppa meid, bloot met die billen! Dat zal tijd worden! En wederom: So what?

Ruim 350 blogs heb ik inmiddels geschreven naar eigen idee (lekker “veilig”), zonder stramien en met een willekeurig aantal woorden. Mijn tekst schiet weleens alle kanten op en typeert een beetje hoe ik zelf ook kan zijn. Ja ja, soms een ongeleid projectiel, ik weet het heus wel! Ik zou niet weten of ergens iemand kritisch mijn blogs bekijkt en met een rode pen mijn tekst corrigeert. Of dingen weg schrapt,  de volgorde omgooit en wat al niet meer doet wat onder redigeren valt. Zou er echt zo iemand zijn? Ik denk het niet, tenzij ik er om zou vragen en dat doe ik niet. De spontaniteit van het schrijven zou er vanaf gaan en bovendien hoeven mijn blogs niet gepolijst te zijn -dat ben ik zelf ook niet.

Maar, eerlijk is eerlijk, van redigeren kan ik leren. Ik ben dan ook erg benieuwd en kijk ook hier verwachtingsvol uit naar de feedback en verbeterpunten op mijn spannende scène. Te zijner tijd zal ik het verhaaltje wel delen. Beloofd. Nu nog even niet, maar: Wordt vervolgd!