Limiet

Limiet

18 januari 2024 2 Door Bonnie

De kracht zit ‘m in het weglaten, less is more.
En bij het schrijven is het advies: “Kill your darlings

Ik vind dat niet altijd gemakkelijk en heb daar weleens moeite mee. Ik neig naar oeverloos doorschrijven en uitweiden. Bij het teruglezen constateer ik dan, dat ik de helft van mijn tekst gerust zou kunnen schrappen. Gelukkig is die keuze aan mezelf, als het om mijn blogs gaat. Schrijven wat en hoeveel je maar wilt, geeft me het gevoel van ongeremde vrijheid. Dat geldt ook voor het wel -of juist niet- delen of publiceren ervan. Ik kan me haast niet voorstellen dat zoiets dergelijks in bepaalde landen absoluut not done is. Dat je daarin wordt beperkt en er zelfs voor gestraft kunt worden. Ik moet er niet aan denken.

Het schrijven van mijn blogs geeft mij het gevoel dat ik de regie in handen heb. Ik bepaal zelf het onderwerp, hoe lang of hoe kort mijn tekst wordt en het tijdstip waarop ik schrijf. Dat ik dat op donderdag doe, is zo’n beetje de enige restrictie die ik mezelf heb opgelegd. 
Toch vind ik het ook heel leuk om bij schrijf-ontmoetingen aan de hand van een opdracht te schrijven.
Dan krijg je bijvoorbeeld tien minuten tijd om over een bepaald onderwerp te schrijven, of soms slechts vijf minuutjes. Zodra de tijd in gaat, schrijf ik gewoon maar achter elkaar door als een kip-zonder-kop. En soms is het eindresultaat best verrassend als ik het teruglees.

Een ander schrijflimiet is een minimum of maximum aantal woorden waar je je aan moet houden. Dat is wat lastiger. In december heb ik dat nog kunnen ervaren. Eerstens met het schrijven van een kerstverhaal van vierhonderd woorden. En ten tweede was er nog iets waar ik min of meer tegenaan zat te hikken.

Ik beschouwde het eind van het jaar namelijk als een deadline. Vóór die tijd wilde ik alsnog een klacht indienen bij het Erasmus MC. Er waren dagen ervoor dat ik dacht: “Pfff… nou laat maar hoor. te veel gedoe.” Maar dan hoefde ik alleen even terug te denken aan de ellendige zomerweken van mijn opnames en was ik weer vastberaden. Ik moest het tóch doen! Ik móest ze laten weten hoe ik als patiënt heel veel dingen op een negatieve manier heb ervaren. 

Met het klachtenformulier op de website van het EMC kon ik niet goed uit de voeten, met name bij het verplicht moeten invullen en aankruisen van standaardzaken. Mijn klacht was alles behalve standaard! Toen zag ik ergens tussen de regels door, dat er ook ruimte was om de klacht toe te lichten. Er kon daar iets ingetypt worden met een limiet van 500 woorden -las ik.

Kijk, dan is het de kunst om met relatief weinig woorden iets te schrijven dat de lading dekt. Ik ben gewoon begonnen met schrijven, maar door de herbeleving kwamen er steeds meer dingen naar boven. Die vijfhonderd woorden, daar zat ik natuurlijk binnen een mum ver overheen. Tsja, toen was het schrappen geblazen, herformuleren en nog eens schrappen. Puzzelen om de tekst voor een ander leesbaar en begrijpelijk te maken, daarnaast moest het een duidelijk beeld schetsen. Belangrijker nog: de lading dekken, zoals ik eerder al zei.

Uiteindelijk had ik de boel weten te reduceren tot vijfhonderd woorden. Nu was het een kwestie van “knippen en plakken”. Toen ik mijn tekst echter in het daarvoor bestemde vakje wilde plakken, lukte dat niet. Op mijn computerscherm verscheen de melding: maximum aantal tekens overschreden. Pardon? Hoezo? Het waren nota bene precies vijfhonderd woorden.
Woorden!
Er stond: TEKENS -las ik nu.
Nee!! Vijfhonderd tekens! Dat zijn zo om en nabij (slechts) vijf zinnen!
Wat stom…. in eerste instantie verkeerd gelezen. Wat nu?

Uiteindelijk zag ik onderaan het formulier dat er ook een bijlage meegestuurd kon worden. Aha, herkansing! Ik had echter niet de fut meer om mijn tekst aan te passen of in dit geval: terug uit te breiden. Ik heb gewoon de tekst die ik had gepost.

Mijn vijfhonderd woorden wisten iemands aandacht te trekken. Begin januari werd ik gebeld door een klachtenfunctionaris van het EMC. Deze dame was duidelijk onder de indruk en wilde graag meer weten. Ons gesprek duurde zeker een uur en krijgt een vervolg. Ergens tussen medio februari en maart kunnen Don en ik een uitnodiging verwachten om in het EMC te komen praten met een samengesteld team van betrokken personen. Wordt vervolgd dus! 

Ik ben benieuwd, maar bovenal blij dat mijn schrijven effect heeft gehad.
Grappig om te constateren dat het mij dus wel is gelukt om een tekst met vijfhonderd woorden helder te krijgen. En weet je… ik heb een poging gedaan met nóg minder…

Vanmorgen kwamen wij, onze club van Schrijfdames, weer eens bij elkaar. Van tevoren hadden wij afgesproken om ieder een stukje tekst te schrijven van negenennegentig woorden. Dit in de voetsporen van een schrijver/columnist die regelmatig stukjes publiceert van negenennegentig woorden. Wij wilden zoiets ook weleens proberen. Of mij dat ook gelukt is, mogen jullie bepalen 😉

Ter afsluiting hieronder mijn stukje tekst -van een totaal ander kaliber- met limiet:

Negenennegentig woorden, nét geen honderd. Jammer, want nu weten we nog niets…..

Angela, Ria, Yolanda en ik staren ons zwijmelend blind op onze klasgenoot. Speelse lokken, blauwe ogen… ja, hij is beslist de knapste van de klas. 

In een overmoedige bui vroegen wij hem, wie van ons hij meeneemt naar het eindexamenfeest. “Ik zal daar even over nadenken,” had hij tactisch geantwoord. “Donderdag laat ik het jullie weten”.

Vandaag is De Dag. Wij, nerveuze bakvissen, zien hem op ons afkomen. Stiekem hoop ik dat hij voor mij kiest. Geheimzinnig lachend zegt hij: “Ik ben eruit hoor, ik ga met