Gedeelde jeugd

Gedeelde jeugd

11 juni 2020 1 Door Bonnie

Ken je dat: je surft op internet omdat je naar iets specifieks op zoek bent, maar dan ploppen er van die ongevraagde reclames op. Soms verschijnen er filmpjes die je achteloos aanklikt en voor je het weet ben je drie klikken verder. Zit je ineens naar de meest onnodige dingen te kijken die totaal niets te maken hebben met dat waar je eigenlijk naar zocht. In mijn geval belandde ik van de week via-via in een sigarettenreclame van lang vervlogen tijd. Die moet ik eerst even laten zien:

Is het niet stijlvol? Je zou er bijna van gaan roken. En dat is dus ook precies wat ik deed. Nou ja, een poging tot. Lang, lang geleden. Ik rookte niet eens echt, want ik vond het eigenlijk ronduit smerig. Maar die pakjes waren zo mooi, de sigaretjes zo lang dun en elegant, maar wat het ‘m echt deed waren de bloemetjes op het filter. Kan zijn dat het een ander merk was destijds: Miss Blanche, Belinda of het kan ook nog Tivoli geweest zijn.

Hoe dan ook, ik stikte de moord in die krengen. Ik kreeg er tranende ogen van en wapperde daarom alleen maar zo elegant en interessant mogelijk met zo’n peuk tussen mijn vingers met gelakte lange nagels in de lucht. Af en toe moest ik het smeulende ding wel aan mijn lippen zetten en dan blies ik er maar in. Blazen ja, serieus.. whoehaha. En intussen maar hopen dat ik niet door de mand zou vallen en dat niemand zou merken dat ik de boel zat te neppen. Zo heb ik er hooguit drie op die manier door de lucht gezwierd en verkondigde daarna dat ik was gestopt. Ik was er wel klaar mee, ik vond dat ik niet hoefde te roken om ‘ergens bij te horen’.

Trouwens, ik hoorde al ergens bij. In de herfst van 1971 leerde ik mijn nu-nog-steeds-vriendin Gonda kennen. Haar buurjongen Alex had die zomer ergens op een strookje land omgeven met water, pal naast een watermolen, een hut gebouwd. Daar kwamen regelmatig wat van zijn vrienden bij elkaar en dus ook mijn vriendin.

(Het zou later mijn geheime bergplaats worden voor -eenmalig- wat sigaretjes, maar dat wist ik toen nog niet)

Ik was nieuw en werd door haar geïntroduceerd met de vraag: Mag mijn vriendin hier voortaan ook komen? Ik herinner me nog de reactie van Alex: Wat voor sterrenbeeld ben jij? -Kreeft- Mooi, dat komt goed uit, dat staat er al, dus dat is dan goed. Op de molenwieken had hij de sterrenbeelden van de vrienden geschilderd. Toevallig was er al iemand kreeft, dus dat was gunstig: ik paste in het plaatje.

Toen en (inzet)nu…

Met z’n zessen vormden we een hechte vriendenclub van ongeveer dezelfde leeftijd en besloten onze club een naam te geven. Ik bedacht de naam door de eerste letters van onze voornamen te vormen tot BIG HAP: Bonnie, Ike, Gonda, Henk, Alex, Peter. Wij werden een begrip.

We kwamen regelmatig bij elkaar, begonnen met het organiseren van “fuiven” en nodigden onze aanhangers daarvoor uit. Eerst mocht dat bij iemand die een grote schuur had, later in een afgeschermd stuk kas bij een tuinder. We brachten een clubblad uit onder de bezielende leiding van Ike. We trokken erop uit op de fiets, later Kreidler, Yamaha en Puch, variërend van bioscoop, strand, winkelen tot zomaar bij elkaar zijn om te kletsen… Zo werden we op een bepaald moment zelfs geïnterviewd en kwamen we met foto en al in de Westlandse Courant, omdat we voor die tijd een unieke vriendenclub waren.

Ik zou er een boek over kunnen schrijven…ware het niet dat iemand mij voor is geweest 😉
Hoe leuk en bijzonder is het dat ik een paar weken geleden benaderd werd door Ike om elkaar weer eens te zien. Het was prachtig weer en de corona-maatregelen lieten het toe om buiten op gepaste afstand bij elkaar op visite te mogen komen. In de tuin bij Gonda hebben we heel wat ouwe koeien uit de sloot gevist, tot Ike op een bepaald moment verkondigde: Nu we het er dan toch over hebben….ik heb hier iets voor je:

Hij overhandigde mij zijn zelf samengesteld boekje. Ik was verrast, want hoe leuk en bijzonder is dat? Kreeg ik daar zomaar een waardevol stukje jeugd terug, samengevat met teksten, tekeningen, foto’s gelardeerd met afbeeldingen van single-hoesjes (jaja!) van de muziek die we destijds op mijn gammele pick-upje draaiden. The Sweet, Middle of the Road, The Moody Blues, Procal Harum, The Hollies…om er zo maar even willekeurig een paar te noemen. Pure nostalgie!

Is het niet geweldig?
De groepsfoto linksonder dateert uit begin jaren tachtig,
gemaakt tijdens onze eerste BIGHAP reunie

Ons enthousiasme is aangewakkerd. De BIG is weer herenigd. Nu de HAP er nog bij…
Volgend jaar is het vijftig jaar geleden dat het allemaal is ontstaan. Het woord ‘reünie’ is al voorzichtig gevallen. Wie weet….
😉

Door de ervaring om iets terug te krijgen uit mijn gedeelde jeugd en het ontmoeten van de vriend(en?) van toen, moest ik onwillekeurig terugdenken aan mijn moeder.
Ik ben me er nog meer van bewust hoe het voor haar moet zijn geweest om een paar jaar na het overlijden van mijn vader, weer in contact te zijn gekomen met haar oude jeugdvriend.
Ik kan me heel goed indenken hoeveel zij elkaar na nog veel meer dan vijftig jaar te vertellen hadden. De belevenissen van een gedeelde jeugd, een oorlog, een repatriëring waardoor het contact verbroken werd, het opbouwen van een gezinsleven, het alleen komen te staan en dan uiteindelijk: elkaar weer vinden en nog (bijna)tien jaar met elkaar kunnen delen.
Hoe bijzonder is dat!

gerelateerde blogs:
Ham- of theevraag
Pasar 2017